Houd altijd als vuistregel aan dat er maximaal 3500 Watt aan stroom door een groep mag lopen. Als je 3500 Watt als standaard aanhoudt zit je altijd goed.
Een vuistregel voor het handhaven van de hoeveelheid stroom door één groep luidt als volgt: 3500 Watt is de standaard, wat altijd goed is. Echter, als u deze waarde preciezer wilt weten, zal u onderscheidt moeten maken tussen 220 en 230 Volt. Door één groep mag maximaal 16 Ampère aan stroom lopen.
U kunt ook zeggen, dat er op een groep 3,52 kW mag worden aangesloten. Op de verpakking van elektrische apparaten vindt u het benodigde vermogen hiervan. In nieuwbouwwoningen wordt vaak gekozen voor een 3-fase aansluiting. Hierop staat een stroomsterkte van 3 x 25 Ampère.
Een 1 fase groepenkast volstaat, als de aangesloten apparaten tegelijkertijd minder dan het maximale vermogen verbruiken, voor een 1 fase aansluiting ligt dit vermogen op ongeveer 8000 Watt. Dit is het vermogen dat je elektrische apparaten maximaal gelijktijdig mogen verbruiken.
Er is een regel dat de zekering in de groepenkast een factor 1,6 lager moet zijn dan de hoofdzekering. Stel je hebt een hoofdzekering van 40A, dan is de maximale groepenkastzekering 40/1,6A = 25A. Op die groep kan je dan een zonne-installatie plaatsen (lees, omvormer) van 25A * 230V = 5750 Watt.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Een 2 fasen stopcontact kan vermogen leveren tot 7,4 kW (7400 Watt) middels een kookgroep waarbij twee groepen van 16 Ampère worden gekoppeld (bron: Wikipedia). Het type stekker dat we hiervoor gebruiken heet een Perilex stekker (5-polig).
Wat bij de huidige netspanning van 230 Volt dan 2300 VoltAmpère(VA) aan vermogen mogelijk maakt. Tot ruwweg 2000 Watt/VA is er dus met de wandcontactdozen en stekers geen direct probleem te verwachten.
Het Nederlands Normalisatie Instituut heeft bepaald dat apparaten die meer dan 2000 Watt verbruiken op een aparte groep moeten worden aangesloten. Uitzondering hierop zijn elektrische apparaten die minder dan tien minuten in gebruik zijn.
Een vaatwasser moet daarom op een aparte groep in de groepenkast worden aangesloten. Volgens de algemene bepalingen van het Nederlands Normalisatie Instituut moeten alle apparaten welke meer dan 2.000 watt gebruiken op een aparte groep worden aangesloten.
Drie fase? 3 fase wil zeggen dat je een hoofdzekering hebt van 3 x 25 ampère. Als je een hoofdzekering hebt van 3x 25 ampère dan heb je totaal 75 x 230 volt = 17.250 watt maximaal aan vermogen. De vuistregel is dat een zekering in de groepenkast een factor 1.6 x kleiner moet zijn dan de hoofdzekering.
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast? Het aantal groepen in een 1 fase groepenkast is maximaal 12 groepen. Jouw type aansluiting kun je bijvoorbeeld nazien op de kilowattuurmeter. Vaak staat op de meter of het een 1 fase of een 3-fase meter betreft.
Installatiedraad met een diameter van 2,5 mm2 (millimeter-kwadraat) voor 12 en 24 volt installaties, en tevens voor 230 volt installaties. Geschikt voor maximaal ca. 10 ampere in 12 en 24 volt installaties.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Tot ca. 18 panelen wordt gebruik gemaakt van een 16 Ampere zekering. Dat is dezelfde zekering die in huishoudelijke installaties worden gebruikt. Het vermogen dat dan maximaal terug geleverd kan worden is dan 3600 W.
Afhankelijk van de specifieke dak situatie wordt er in de regel gekozen voor een omvormer die 20% kleiner en maximaal 10% groter is dan het vermogen van het aantal WP van de zonnepanelen. Maar laat jouw installateur even een berekening maken op basis van de praktijksituatie.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Wanneer je meer energie wilt opwekken (en er is nog plek op het dak) is het mogelijk om je zonnepanelensysteem uit te breiden. Dit kan door een aantal zonnepanelen bij te plaatsen of door een tweede zonnepanelensysteem neer te leggen. Aan beide opties zitten voor- en nadelen.
Een 1 fase omvormer kan zonder problemen op een driefasige aansluiting worden aangesloten. De netbeheerder adviseert daarin op welke fase uw zonnepanelen dan aangesloten dienen te worden.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
Van de stroom die u opwekt met zonnepanelen mag u jaarlijks 5000 kilowattuur aan teruggeleverde elektriciteit verrekenen (salderen) met uw afname. Sommige leveranciers salderen ook boven de wettelijke grens van 5000 kWh per jaar. Dit is dus interessant als u meer verbruikt en meer opwekt dan 5000 kWh.
Het aantal zonnepanelen voor 10.000 kWh
Een zonnepaneel levert gemiddeld 332 kWh per jaar*. Voor 10.000 kWh heb je dus zo'n 32 zonnepanelen nodig die een heel jaar lang zonne-energie opwekken.