In 1978 bedroeg de gemiddelde koopsom van een huis 200.000 gulden.In 1975 koste een huis gemiddeld nog maar ruim 100.000 gulden. In deze periode was het kopen van een huis interessant door een sterke inflatie van 10%.
In 50 jaar tijd is er heel wat veranderd op de huizenmarkt. Zo kon je in 1970 nog voor (omgerekend) gemiddeld € 23.578 een huis kopen. Inmiddels is dat bedrag opgelopen tot ruim 445 duizend euro, bijna 19 keer zo duur.
De eerste geregistreerde huizenprijs stamt uit het jaar 1949. Toen kostte een eigen huis € 9.200. Nu, bijna 70 jaar later, is de prijs vijfentwintig keer zo hoog. Als je in dit huis had belegd, was je rendement 4,85% per jaar geweest.
Gemiddelde huizenprijzen toen en nu
Kijken we naar de ontwikkeling van de huizenprijzen zoals gemeten door het CBS, dan zien we dat we nu op het hoogste prijspeil zitten sinds het begin van de meting in 1995. Vorig jaar was de gemiddelde transactieprijs €386.714 terwijl dit in 1995 nog €93.750 was.
Sinds midden jaren vijftig hebben Nederlandse huizenbezitters de grootste prijsstijging ooit meegemaakt. Een huis uit 1947 brengt nu ongeveer 28 keer zoveel op. Kostte dat huis toen 9.000 euro, in 1965 was dat opgelopen tot 20.000, in 1973 tot 30.000, in 1982 tot 57.000 en in 2008 tot 250.000 euro.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
In 1975 koste een huis gemiddeld nog maar ruim 100.000 gulden. In deze periode was het kopen van een huis interessant door een sterke inflatie van 10%.
Tel daarbij op de onzekerheid over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek, de hogere werkloosheid en vooral een historisch laag consumentenvertrouwen. De uitkomst van het hele verhaal was een woningmarkt die op slot ging. Huizen werden amper nog verkocht, terwijl ze steeds meer 'onder water' kwamen te staan.
Prijshistorie opzoeken, opvragen
De meest eenvoudige manier om de prijshistorie van een huis op te zoeken is de makelaar. Die heeft namelijk toegang tot meer informatie dan particuliere kopers en verkopers.
Een gemiddelde Vlaamse woning kostte in 1985 net geen 35.000 euro, vandaag schommelt zo'n woning rond de 200.000 euro, of bijna 450 procent meer.
Onder normale omstandigheden stort een huis niet zomaar in. Er moet wel écht iets aan de hand zijn zoals een gasexplosie of aardbeving. Laat je huis periodiek inspecteren op gaslekkage. Vooral in oudere woningen, en door slechte aansluitingen van een gastoestel kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.
De belangrijkste oorzaak is het enorme tekort aan woningen. Meer over de oorzaken van de woningnood lees je hier. De woningmarkt is al decennialang overspannen. Daarnaast staat de hypotheekrente historisch laag, waardoor mensen heel goedkoop kunnen lenen.
De gemiddelde aankoopprijs voor een woonhuis kwam begin oktober uit op 157.200 euro. Dat is de helft duurder dan vier jaar geleden (102.000 euro) en vrijwel dubbel zoveel als in 2000 (79.600 euro). In 1997 bedroeg de gemiddelde aankoopprijs zelfs maar 67.700 euro.
Hoe het in de Tweede Wereldoorlog toeging, die kennis ontberen zij, maar als nu bij ons door oorlogsgeweld een koophuis wordt verwoest, blijven de hypotheekverplichtingen in stand. ,,In het algemeen geldt dat die blijven doorlopen”, aldus de VvZ-woordvoerder.
Lagere prijzen
Een woning in Duitsland is een mooie oplossing. De grondprijzen - en daarmee ook de huizen - zijn een stuk goedkoper. De markt in Duitsland is net zoals Nederland volop in beweging, maar het is niet zo overspannen als hier.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.
Nee, in 2022 stort de huizenmarkt in Nederland niet in maar de vraag is of de inflatie roet in het eten gaat gooien. De laatste ontwikkelingen geven aan dat de gemiddelde huizenprijs iets aan het zakken is t.o.v. een kwartaal ervoor.
Een daling van de huizenprijzen zoals in de vorige crisis, wordt niet verwacht. Daarvoor is de vraag naar koophuizen simpelweg te groot. Wel kunnen de huizenprijzen later in 2023 dalen, maar over het jaar gezien wordt een bescheiden groei verwacht.
Dalende huizenprijzen⭐
Voor het eerst dalen de woningprijzen sinds juni 2022✔️. Er staan meer woningen te koop in het 2e kwartaal van 2022 dan het laatste kwartaal 2021. Je kan dit zelf bijhouden op Funda. Er staan bijna 10 keer zoveel huizen te koop dan met de kerst 2021.
De makelaars signaleerden een lichte daling van de huizenprijzen in het eerste kwartaal van dit jaar, ten opzichte van de laatste drie maanden van 2021. Wie heeft het meeste last van de stijgende hypotheekrente? Carien van RTL Z zocht het uit.
De huizenprijzen waren zo hard gestegen dat de betaalbaarheid onder druk kwam. Daarnaast verslechterde de economie door de recessie en nam de werkloosheid gigantisch toe: van 5,1% in 1979 tot wel 17% in 1983. Veel huishoudens konden de woonlasten niet meer dragen en zetten hun huis te koop.
Bouwjaar woning tussen 1970 en 1980
Woningen die tussen 1970 en 1980 zijn gebouwd, zijn vaak van goede kwaliteit. Er werd gebruik gemaakt van onderhoudsarme materialen, waardoor de onderhoudskosten laag liggen. Woningen die in de jaren '70 gebouwd zijn, beschikken meestal over goede isolatie.
Levensduur van een huis: 55 tot 500 jaar
“Een huis kan tussen de 55 jaar en 500 jaar mee, kregen we toen terug van experts.” De extreem korte en lange leeftijden heeft Van Nunen uit de onderzoeken gehaald. Daarmee kwam hij op een gemiddelde levensduur van 120 jaar.
De gemiddelde levensduur bij houtbouw ligt tussen de 30 en 70 jaar. Bij steenbouw is de levensduur, met de blijvende marktwaarde van de woning, bijzonder lang te noemen. Steen gaat minimaal 100 jaar mee en heeft als bijkomend voordeel dat het nauwelijks onderhoud behoeft.