Hebben jullie een co-ouderschap, dan is het belangrijk dat jullie bij elkaar in de buurt blijven wonen. Uitgangspunt is ongeveer een maximale afstand van zeven kilometer hemelsbreed. Als een ouder verhuist buiten een straal van zeven kilometer is het vaak moeilijk om het co-ouderschap in stand te houden.
Wanneer u er samen niet uitkomt en u vreest dat uw ex-partner de verhuizing alsnog doorzet, kunt u met behulp van een advocaat zelf een procedure starten bij de rechter. In die procedure verzoekt u de rechter vervolgens een verbod tot verhuizing op te leggen.
Hoe kunt u tot een wijziging komen? Eenzijdig een wijziging doorvoeren op een bestaande regeling is niet mogelijk. Er moet altijd instemming zijn van de andere ouder. Informeer de andere ouder dan ook dat u tot een wijziging wenst te komen en probeer in overleg tot nieuwe afspraken te komen.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
Als beide partijen ouderlijk gezag hebben over hun kinderen, is de toestemming van een verhuizing van de andere ouder altijd nodig. Mocht de andere ouder geen toestemming verlenen, dan kan de rechter via een procedure art 1: 253a BW om vervangende toestemming worden gevraagd.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
Heeft u alleen het ouderlijk gezag over uw kinderen? Dan mag u in principe gewoon verhuizen. Denk wel goed na hoe ver weg u gaat wonen. Uw kinderen en ex-partner blijven immers recht op omgang met elkaar houden.
In het algemeen zijn pedagogen van mening dat co-ouderschap niet geschikt is voor kinderen jonger dan vier/vijf jaar, en in ieder geval niet voor kinderen die jonger zijn dan drie jaar. Dat heeft te maken met de hechting.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Een kind heeft altijd recht op omgang met de niet-verzorgende ouder (of die nu gezag heeft of niet). Ten aanzien van een kind dat 12 jaar en ouder is en dat bij de kinderrechter 'van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken' kan een verzoek tot omgang worden afgewezen.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Spreek dan samen af hoe u de betaling van de kinderbijslag tussen u beiden wilt verdelen. Maakt u geen afspraak? Dan krijgt ieder de helft van de kinderbijslag. Uit elkaar gaan heeft meestal ook gevolgen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Besluit je om, ondanks het ontbreken van toestemming van je ex-partner, toch met je kinderen op vakantie naar het buitenland te gaan, dan maak je je in beginsel schuldig aan een strafbaar feit, namelijk onttrekking aan het gezag van de andere ouder en (internationale) kinderontvoering.
Kleding en omgang
Indirect komen de kosten van kleding voor de kinderen voor rekening van beide ouders. De niet-verzorgende ouder betaalt zijn/haar bijdrage daarin immers door middel van kinderalimentatie.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Kort samengevat: voor gescheiden ouders (of ouders die gezamenlijk gezag over een kind hebben) bestaat in principe geen maximumafstand om uit elkaar te gaan wonen. Het hangt af van alle omstandigheden van het geval en de betrokken belangen.
Wilt u dat de andere ouder het kindgebonden budget krijgt? Krijgt u als co-ouder allebei een deel van de kinderbijslag uitbetaald? Dan krijgt toch maar 1 van u het kindgebonden budget. We betalen uit aan de ouder die als 'aanvrager van de kinderbijslag' geregistreerd staat.
U kunt niet zelf een verzoek tot eenhoofdig gezag doen bij de rechtbank. Dat moet een advocaat voor u doen. Wordt het verzoek tot eenhoofdig gezag toegewezen? Dan geeft de rechtbank het gezag aan 1 van beide ouders.
Voor ouders die uit elkaar gaan, gelden volgens de wet regels over de verantwoordelijkheid voor de kinderen. Ouders blijven samen verantwoordelijk voor de zorg en de opvoeding. Het kind heeft recht op een relatie met beide ouders.
Het schoolbestuur bepaalt of uw kind wordt toegelaten op de middelbare school. Het schoolbestuur kijkt bijvoorbeeld naar het schooladvies van de basisschool. In het schooladvies staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij uw kind past. Bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo.