De meeste installatie automaten in Nederland zijn 16 ampère, dit komt omdat doorgaans alle groepenkasten vanuit de fabriek worden geleverd met B16 groepen. Om te weten wat de maximale belasting van één groep is, kan je de volgende formule toepassen: P = U x I. Deze formule uitgeschreven: Vermogen = Spanning x Stroom.
Daarnaast de kortsluitwaarde (kA), die belangrijk is om te bepalen welke mechanische krachten er vrijkomen tijdens een korstsluiting. Anders gezegd hiermee wordt bepaald in je constructie, tegen welke kA waarde je energieverdeler is bestand.
Wat is het verschil tussen een B16 en een C16 installatieautomaat? Een B16 automaat schakelt direct uit indien er een kortsluitstroom van 80A wordt gemeten (5*In). Een C16 schakelt uit bij 160A kortsluitstroom (10*In). Een C16 wordt vaak toegepast bij machines met een hoge aanloopstroom.
Zowel bij een 1 fase aansluiting als bij een 3 fase aansluiting gebruik je voor de gewone groepen een 1 fase installatieautomaat. Alleen bij zware verbruikers zoals een warmtepomp of sauna maak je gebruik van een 3 fase installatieautomaat, ook wel krachtgroep genoemd.
16 Ampère x 230 Volt = 3680 Watt. Echter in de praktijk willen we natuurlijk problemen voorkomen. Vuistregel is daarom dat maximaal 3500 Watt aangesloten mag worden op één groep.
Deze installatieautomaat is een B20 Automaat, oftewel met 20 Ampère met B-karakteristiek. De automaat heeft een breedte van 1 module en een nominale spanning van 230V. De breedte is 1 module-eenheid, dit is een gestandaardiseerde breedte en is 17,5mm.
C20 geeft aan bij welke stroom deze automaat zal uitvallen. 20: Deze automaat zal 20A door laten, en dus dus nooit mogen uitvallen bij 20A. C: Deze automaat volgt de C-curve; Deze curve geeft aan hoe lang een bepaalde stroom moet vloeien voordat de automaat uit valt.
Standaard gebruikt men een automaat met een B-karakteristiek. Maar in situaties met hoge aanloopstromen, zoals een airconditioning of warmtepomp gebruikt men vaak een C-karakteristiek. Overbelasting en schommelingen in de elektrische voeding kunnen gevaarlijk zijn voor zowel mensen als voor elektrische apparaten.
Verschil B of C karakteristiek.
Een automaat met B karakteristiek is de standaard uitschakelkarakteristiek voor woningen. De C karakteristiek gebruiken we wanneer er sprake is van hogere inschakelstromen. Installatieautomaten en aardlekautomaten zijn componenten die je terugvindt in een meterkast.
Hoe groter de waarde voor pKa, hoe minder het zuur dissocieert (bij een bepaalde pH), dus hoe zwakker het zuur.
Vuistregel voor het bepalen van zekering-amperage:
deel het continue maximale vermogen dat een apparaat verbruikt door de accuspanning, en rond dit naar boven af naar de eerstevolgende zekeringgrootte. Voorbeeld: een 12 naar 230 volt omvormer van 1000 watt maximaal continu vermogen op een accu van 12 volt.
Dempend effect. Dit komt door het dempende effect van de voedingskabels van het energiebedrijf, hoe langer de kabel hoe meer demping er op treedt in de kabel. In huisinstallaties zullen de voedende kabels naar het huis zo worden aangelegd dat deze stromen van ten hoogste 6000A (6kA) kunnen verwerken.
Kortsluitvastheid / kortsluitvermogen automaat
In residentiële toepassingen volstaat in vele gevallen een kortsluitvastheid van 3000 A (3 kA). De kortsluitvastheid (of kortsluitvermogen) betekent in een zekere zin tegen welke kortsluitstroom de automaat bestendig is.
Antwoord. Op een kring beveiligd met 20 A automaat kan een totaal vermogen geplaatst worden van maximaal 4,6 kW.
Gebruik automatische zekeringen van maximum 20 A voor de verschillende kringen stopcontacten. Op een kring met stopcontacten mogen maximum acht stopcontactgroepen geplaatst worden. Gebruik voor de verlichting automatische zekeringen van maximum 16 A.
Zwaardere airco moet een eigen groep
Het breekpunt ligt bij ongeveer 5kW (koel) vermogen. Neem je een grotere airco, of heb je voor een multi-split gekozen, hou dan ook rekening met de kosten van een extra groep in de meterkast en de aanleg van de benodigde bekabeling.
Om de ruimte goed te kunnen koelen heeft u een airco nodig met een vermogen van 2,4 kW. De vuistregel is dat u 30 tot 50 Watt koelvermogen per kubieke meter ruimte nodig heeft. Naast het koelvermogen uitgedrukt in kilowatt is ook de term BTU gebruikelijk.
De maximaal af te schakelen kortsluitstroom is op de automaat aangegeven. In huisinstallaties stromen van ten hoogste 6000 A (6 kA), maar meestal zal de 3000 A (3 kA) niet worden gehaald.
Kiloampère (kA), elektrische stroom.
3-polige automaat met N-aansluiting schakelt alle fasen en de N mee af als er op één van de fasen overbelasting is. De N is dus niet beperkt in stroom. 4-polige automaat schakelt ook uit als er door de N een te hoge stroom loopt.
Deze installatieautomaat is een C40 Automaat, oftewel met 40 Ampère met C-karakteristiek. De automaat heeft een breedte van 4 modules en een nominale spanning van 230V/400V. De breedte is 4 module-eenheden, dit is een gestandaardiseerde breedte en is 70,0mm.
Curve C: Normale magnetische drempel. Curve D: hoge magnetische drempel.