Begin 2023 woonde 46 procent nog thuis, in 2003 was dat nog 40 procent. Dat blijkt cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De meeste jongeren gaan op zichzelf wonen tussen hun 18e en 30ste. Begin dit jaar woonde 89 procent van de 18-jarigen nog thuis, van de 29-jarigen was dat 11 procent.
Hoeveel twintigers wonen nog bij hun ouder(s) thuis? De meeste jongeren gaan tussen hun 18e en 30e uit huis. Van de 18-jarigen woonde 86,6 procent op 1 januari 2024 nog bij één of beide ouders. Met 25 jaar was dat 33 procent, en van de 29-jarigen was 11,5 procent nog thuiswonend.
Van de HvA-studenten die wel op zichzelf wonen, woont een groot deel (ruim 65 procent) zelfstandig, zonder huisgenoten (figuur 2). Dat is een stuk vaker dan de gemiddelde student. Landelijk gezien ligt het percentage studenten dat zonder huisgenoten woont namelijk op 48 procent.
Vrouwen waren gemiddeld 23,0 jaar, mannen 24,4 jaar toen ze het ouderlijk huis verlieten. In 2019 was dat 23,2 en 24,6 jaar. De meeste jongeren verlaten tussen hun 18e en 30e het ouderlijk huis. Van de 18-jarigen woonde 90 procent op 1 januari 2021 nog bij een of beide ouders, van de 30-jarigen 9 procent.
De wet zegt dat je tot je 21e in jouw gezinshuis mag blijven wonen.
Zodra een gezinslid volwassen is (en afgezien van zaken als ziekte of een handicap) dan zou het enige criterium om thuis te blijven wonen de instemming van alle partijen moeten zijn. Zolang er geen dwang is, is er niets dat het per se goed of fout maakt.
Situaties waarin je inwonend bent
Als je bij je ouders woont, ben je inwonend.
De gemiddelde leeftijd waarop mensen het ouderlijk huis verlaten, ligt tussen de 24 en 27 jaar . Dat is heel logisch: veel mensen hebben hun middelbareschool- of hbo-opleiding afgerond en de meeste mensen trouwen en/of hebben een langdurige relatie met een serieuze partner.
In Nederland kunnen ouders hun volwassen kinderen niet zomaar uit huis zetten zonder een geldige reden of zonder juridische procedures te volgen. Wettelijk gezien wordt een meerderjarige persoon die bij zijn ouders woont, beschouwd als een huurder, zelfs als er geen huurcontract is.
Als je op jezelf gaat wonen, verandert er veel in je uitgavenpatroon. Je moet bijvoorbeeld betalen voor je woning, verzekeringen en boodschappen. Houd in het begin een digitaal huishoudboekje bij om te kijken hoeveel je per maand uitgeeft. Je krijgt ook veel meer post.
Hoge huizenprijzen, schaarste, een afkeer van huren, werkeloosheid: er zijn verschillende redenen waarom jonge mensen besluiten thuis te blijven wonen. Drie Brabantse starters vertellen over hun beslissing om bij hun ouders te blijven wonen en de impact op hun leven.
Op jezelf wonen kost in totaal € 1.134,-
Al met al ben je gemiddeld zo'n € 1.134,- per maand kwijt aan het op jezelf wonen. De kosten van het op jezelf wonen kun je drukken door huur- en zorgtoeslag aan te vragen. De meeste studenten hebben door hun lage inkomsten hier volop recht op.
In Nederland wonen 2.289.762 mensen van 30 tot 40 jaar. Daarvan wonen er 112.129 thuis bij papa en mama. Dat is zo'n 5%. Dat betekent dat één op de twintig volwassen mannen en vrouwen in de leeftijd 30-39 jaar nog (of weer) bij zijn vader en/of moeder woont.
Volgens gegevens van het US Census Bureau woont ongeveer 1 op de 3 Amerikaanse volwassenen van 18 tot 34 jaar bij hun ouders thuis. Door de pandemie keerden meer jongvolwassenen terug naar huis of bleven ze tot eind 20 en 30 bij hun ouders wonen, maar afgezien van die piek zijn de aantallen de afgelopen jaren redelijk consistent gebleven.
Het percentage jongeren dat graag wil verhuizen maar er niet in slaagt een woning te vinden, is de afgelopen jaren verdubbeld: van 5 procent in 2015 naar 11 procent in 2021. De CBS-cijfers laten zien dat jongeren het als starters erg moeilijk hebben op de woningmarkt.
Ongeveer één op de drie Amerikaanse volwassenen van 18 tot 34 jaar woont bij hun ouders, blijkt uit gegevens van de volkstelling van 2024 — een trend die al twee decennia aanhoudt, ondanks economische verschuivingen. Volgens experts zijn jongvolwassenen financieel kwetsbaar geworden door deze economische schokken, en blijven velen thuis om te sparen voor doelen als huiseigendom .
U bent in elk geval aansprakelijk voor schulden tot uw kind 12 jaar is. Daarna hangt het van de situatie af of u moet betalen. Voor aankopen bent u meestal aansprakelijk tot 18 jaar. En voor schade en boetes meestal tot 16 jaar.
Bel de politie. - Hiermee geef je tieners het signaal dat het niet oké is om zonder toestemming het huis te verlaten. - De politie is verantwoordelijk voor de veiligheid van de burgers; je kind is niet veilig als je niet weet waar hij is. - Ouders zijn verantwoordelijk voor wat er met hun kind gebeurt, ook als hij niet thuis is.
Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan.
Als je je schaamt om bij je ouders in te trekken, weet dan dat het een gebruikelijke woonsituatie is voor veel jongeren in de Verenigde Staten . Volgens gegevens uit 2021 van het US Census Bureau woont één op de drie Amerikaanse volwassenen van 18 tot 34 jaar nog thuis.
Ouders hebben die plicht voor hun kinderen tot 21 jaar.
Hoelang mag je bij je ouders wonen? Je mag zolang bij je ouders wonen als je wilt, mits dit bij de gemeente is geregistreerd. Er is geen wettelijke beperking, maar het kan gevolgen hebben voor financiële regelingen zoals toeslagen.
Kunnen je ouders niet meebetalen aan de studie? Dan kan je een aanvullende beurs aanvragen. De aanvullende beurs is er voor studenten op het mbo, hbo en universiteit. Met de rekenhulp van DUO kan je kijken wat de hoogte is van je studiefinanciering met de aanvullende beurs.
De onderhoudsplicht van de ouders loopt door tot de passende opleiding van het kind is voltooid, ook al stelt dit eindpunt zich pas na de meerderjarigheid (artikel 203, §1 oud BW), dit op voorwaarde dat de studies passend zijn én een normale voortgang kennen.