Daarom wordt stroom vaak uitgedrukt in milli-ampere (ma) en weerstand in kilo ohms (k ). 1 mA = 0.001 ampere en 1 k = 1000 .
Toen Ohm in 1827 zijn formule publiceerde, was zijn belangrijkste conclusie dat de hoeveelheid elektrische stroom die door een geleider stroomt recht evenredig is met de spanning waaraan deze onderhevig is. Met andere woorden: er is één volt druk nodig om één ampère stroom door één ohm weerstand te duwen.
1. Een wasmachine verbruikt 2000 watt. Dat stemt overeen met een weerstand van 26,46 Ω.
De metingen zijn vastgelegd in NEN 3140 en de NEN 1010, de weerstand moet dan >500 kOhm (oftewel 0,5 MOhm) zijn voor zo ver het gaat over installatie met een nominale spanning van 400/230 V.
Verkorte schrijfwijze of notatie
Voor de grotere weerstand waardes wordt de eenheid kilo-ohm (1.000 ohm) en megaohm (1.000.000 ohm) gebruikt.
1000 mAh staat gelijk aan 1 ampère-uur (aH).
De ohm is de elektrische weerstand tussen twee punten van een homogene geleider als bij een constant potentiaalverschil van 1 volt tussen die punten een constante stroom van 1 ampère ontstaat. Uitgedrukt in SI-eenheden: 1 Ω = 1 kg m2 A−2 s−3.
De 1 ohm weerstand zorgt voor 144 watt aan vermogen.
Hoe groter de weerstand hoe kleiner de stroom. Volgens de wet van Ohm geeft een 2x zo grote weerstand een 2x zo kleine stroom. Als je uitgaat van jouw formule P=I*I*R: I*I wordt dan 4x zo klein en R wordt 2x zo groot. P wordt dan 2x zo klein.
Meet je in een 230 Volt circuit een stroom van 2 Ampère, dan weet je dat het circuit een weerstand van 230/2= 115 Ohm heeft. Een led heeft 20 mA (0,02 A) en 3 Volt nodig om aan te gaan: de weerstand van de led is dan R=U/I =3/0,02 =150 Ohm weerstand.
4 of 6 ampère op de camping en toch apparaten gebruiken tot 2000 watt: Dat kan met de Watt Controller. U arriveert op een camping, waar u slechts 4 of 6 ampère heeft. Als u een Watt controller heeft aangeschaft, omdat u uw koffiezetapparaat met pads wilt blijven gebruiken dan is dat geen probleem.
Weerstand is de mate van tegenstand die stroom ondervindt in een stroomkring. Weerstand wordt gemeten in ohm en weergegeven door de Griekse letter omega (Ω).
Ampère in huis
Een stopcontact in huis kan maximaal 16 ampère leveren bij 230 volt. Dit is afhankelijk van het stopcontact en de kwaliteit van een stekkerdoos. Een apparaat van 4200 watt bij 230 volt kan een stopcontact dus niet aan (4200W: 230V = 18,26).
Een ohmmeter is een meetinstrument om de elektrische weerstand van een bepaalde stof, of van elektrische en elektronische componenten te meten. Een ohm- en capaciteitsmeter.
Stroom bepalen
De stroom I in ampère (A) is gelijk aan de spanning E in volt (V) gedeeld door de weerstand R in ohm ( Ω). Als een verwarming bijvoorbeeld 100 ohm meet en de spanning die aan het systeem wordt geleverd 240 volt is, wat is dan de stroom in ampère? I = 240/100, dus I = 2,4 ampère.
Dus 230 Volt : 4,347 Ampère = 52,91 Ohm. De weerstand van het element is dus 52,91 Ohm.
Een weerstand heeft ook een wattage, "normale" weerstanden zijn 1/4 watt of 1/8 watt... Voor een 5Watt weerstand heb je dus 20 1/4 watt of 40 1/8 watt weerstanden nodig...
Voor een stroomkring met 20 volt (V) en een stroomsterkte van 2 ampère (A) bedraagt het totale vermogen 40 watt (W).
1 kilowatt = 1000 watt = 1000 joule per seconde = 1000 J/s = 1 kJ/s. Een paar voorbeelden van energie en vermogen: Een forse stofzuiger heeft soms een vermogen van 1 kW, ofwel 1000 Watt, en verbruikt dus per seconde 1000 joule. Deze stofzuiger verbruikt elk uur dat hij aanstaat 1 kWh.
Binnen een huishoudelijke installatie mag de weerstandswaarde nooit groter zijn dan 30 Ohm. Van 30 tot 100 Ohm voorzien verliesstroomschakelaars in de veiligheid. Bij metingen daarboven wordt de hele installatie afgekeurd. Aardingsweerstand meten de specialisten van Beemster graag voor u met professionele apparatuur.
Als je de stroomsterkte in ampère vermenigvuldigt met de spanning in volt, krijg je jouw vermogen in watt. Een voorbeeld. Een toestel doet 2 ampère aan stroom doet lopen en heeft 220 volt. Maak de volgende berekening: 2 A x 220 V = 440 watt en ziezo, je weet hoeveel je apparaat verbruikt!
3 ohm zit ertussenin, dus je zal grofweg 70 watt tot je beschikking hebben op 3 ohm.
Een weerstand remt de stroom dus af. Spanning, stroomsterkte en weerstand hebben daarom een verband met elkaar. Deze is gedefinieerd door de wet van Ohm: Weerstand (R) = Spanning (U) / Stroomsterkte (I)
Voor de meeste elektronische circuits is vaak het amperage te groot en het ohmage te laag. Daarom wordt stroom vaak uitgedrukt in milli-ampere (ma) en weerstand in kilo ohms (k ). 1 mA = 0.001 ampere en 1 k = 1000 . Ohms wet werkt als je V, A and gebruikt of V, mA and k .