Glucose heeft een molmassa van 180,156 gram per mol.
Een mol is de hoeveelheid van een substantie waarvan het gewicht in grammen gelijk is aan het moleculaire gewicht van de substantie. Als je precies 342 gram (g) sucrose afweegt, heb je 1 mol daarvan afgewogen. Dus 1 mol glucose weegt 180 g .
Om er makkelijker mee te kunnen rekenen, is de molaire massa bedacht. Deze massa geeft aan hoeveel gram een bepaalde stof weegt per 1 mol deeltjes van deze stof. Het handige is dat dit getal gelijk is aan de atoom- of molecuulmassa van één deeltje. Zo weegt 1 C-atoom gemiddeld 12,01 u, en weegt 1 mol C-atomen 12,01 g.
Een mol van een bepaalde stof heeft een massa (in gram) die gelijk is aan de massa van het molecuul of het atoom van die stof uitgedrukt in u. Dit heet de molaire massa. Water heeft bijvoorbeeld een molecuulmassa van 18,016 u, dus een molaire massa van 18,016 g/mol. Ofwel: 1 mol water heeft een massa van 18,016 gram.
De molaire massa van glucose (C6H12O6) is 180,16 g/mol. 12,01 x 6 = 72,06 g/mol (Je doet het vermenigvuldigen met 6 omdat: C6H12O6) De molaire massa van koolstof in glucose is dus 72,06 g/mol.
Glucose heeft een molmassa van 180,156 gram per mol.
Als je het aantal mol van een stof weet en je wil weten wat de massa is, dan gebruik je hiervoor de molaire massa (in g/mol). Dit kun je vinden in tabel 99 in BiNaS. Je gaat van mol naar massa door het aantal mol te vermenigvuldigen met de molaire massa.
Onthouden: om de sterkte in mmol in een %-oplossing uit te kunnen rekenen per 1 ml, dien je het percentage x 10 te doen.
De kop-romplengte van een mol varieert van 11 tot 16 cm. De staartlengte is 22 tot 45 mm, de achtervoetlengte 16 tot 23 mm. Het gewicht ligt tussen de 65 en 140 gram. Het wijfje is gemiddeld 10 mm kleiner dan het mannetje en 25 gram lichter.
De getalswaarde van de molaire massa van een stof in g·mol−1 is gelijk aan de moleculaire massa in u. Zo is de molaire massa van water 18,015 g·mol−1, want de moleculaire massa bedraagt 18,015 u.
Massapercentage = [(massa gevraagde stof) / (totale massa)] × 100%
Bij nuchter prikken wijst een suikerwaarde onder 6,1 mmol/l op geen diabetes, een suikerwaarde tussen 6,1 en 6,9 mmol/l op beginnende diabetes, en een suikerwaarde boven 6,9 mmol/l op diabetes in een later stadium.
Om een mg/dL waarde om te rekenen naar mmol/L dien je de waarde te delen door 18.
Een millimol (symbool: mmol) is een duizendste deel van een mol. Een millimol is dus 0,001 mol (10−3 mol). Deze eenheid wordt hoofdzakelijk gehanteerd in de organische synthese op laboratoriumschaal voor het uitdrukken van de hoeveelheden reagentia.
mmol/l = mg/dl delen door 18,0182. Bijvoorbeeld: 162 / 18,0182 = 8,99 ≈ 9.
Ik zou zeggen deel eerst die mmol door 1000 om mol te krijgen en bereken de massa (g) met behulp van MW (g/mol). Vervolgens kun je de massa delen door de dichtheid (g/mL) om het volume in mL te krijgen.
Dit houdt in dat 1 Mol van de stof overeenkomt met 39,997 gram. Hoeveelheid stof in gram g. Door het gewicht van de hoeveelheid stof die je hebt te delen door de molecuulmassa kan je het aantal Mol berekenen.
Je kunt de molmassa vinden door de atoommassa's van de elementen in de stof op te tellen volgens de chemische formule. Gebruik de formule: Gebruik de formule n = m/M, waarbij n het aantal mol is, m de massa van de stof en M de molmassa. Hiermee kun je de hoeveelheid van de stof in mol berekenen.
De conversie van kilogram naar gram is eenvoudig: 1 kilogram is gelijk aan 1000 gram. Om van kilogram naar gram om te rekenen, vermenigvuldig je de massa in kilogram met 1000. Dit betekent dat 1 kilogram gelijk is aan 1000 gram.
Glucose is een vorm van suiker, behoort tot de koolhydraten en heet in de voedingsmiddelenindustrie ook wel dextrose.
Het antwoord rond je af. Bijvoorbeeld: Per 100 ml zit er 8,2 gram suiker in.