Tegenwoordig ook, maar niet frequent, gebruikt voor 100 euro. In de volkstaal wordt ook 'een bankje' of een snip (naar de afbeelding op het 100-guldenbiljet) gebruikt voor ditzelfde bedrag.
Een rug wordt nog weleens gebruikt om een geldbedrag van 1.000 euro aan te duiden. Onlangs is dit begrip weer in populariteit gestegen door een filmpje van de Sluipschutters, waarin 'een wijn van een rug' in het water wordt gesmeten. De groene rug werd in de volksmond nog steeds een 'rooitje' genoemd.
Een joetje (of joet, joedje, juutje) is tien gulden.
Vijftig gulden stond bekend als 'Zonnebloem', de honderd gulden ging door als 'meier' of 'snip'. De minder vaak voorkomende 250 gulden kende men als 'Vuurtoren'. De bijnaam 'rooie','rug' of 'rooie rug' voor een duizend gulden biljet vindt zijn herkomst twee eeuwen geleden, toen de briefjes een rode achterkant hadden.
Betekenis-definitie rug: Bargoens: bankbiljet van duizend (gulden of euro). Ook: rooie rug of rooie.
Een meier was vroeger in de volkstaal de naam van een briefje van 100 gulden.
Een dubbeltje werd in het Bargoens ook wel beisje genoemd. De term komt uit het Nederlands-Jiddisch, waarin beis verwijst naar de waarde van twee stuivers. In informele taal wordt ook wel gesproken van een duppie. De eerste dubbeltjes van het Koninkrijk der Nederlanden werden geslagen in 1818.
Duizend x duizend is een miljoen. Dat is een 1 met 6 nullen. Zo is er voor elke stap van drie nullen een naam, althans voor de eerste paar stappen. Na duizend en miljoen komen miljard, biljoen en biljard, triljoen en triljard.
Die koers is: EUR 1 = NLG 2,20371. Dus 1 gulden is ongeveer 45 eurocent waard. We brengen geen extra kosten in rekening voor het omwisselen.
In de periode 1861-1909 was er een geelkleurig bankbiljet van 25 gulden dat in de volksmond ook 'geeltje' werd genoemd. Deze benaming voor 25 gulden bleef na 1909 nog lang in gebruik, alhoewel er geen uiterlijk verband meer met het briefje was en er in 1982 zelfs een ander geelkleurig biljet in omloop kwam (50 gulden).
Een piek was de benaming van een Nederlandse munt van één gulden. Op de guldenmunten werd vanaf het einde van de zeventiende eeuw de Hollandse maagd afgebeeld. Deze symbolische vrouw droeg een lans of piek, met daarop een vrijheidshoed.
De bestaande €500-bankbiljetten blijven wettig betaalmiddel. Ze kunnen nog steeds gebruikt worden als betaal- en oppotmiddel, d.w.z. om te betalen en te sparen. Net zo kunnen banken, wisselkantoren en andere commerciële partijen de bestaande €500-biljetten in omloop blijven terugbrengen.
Een geldig €200-biljet is gewoon een geldig betaalmiddel. Vooral als je, zoals in de post hierboven vermeld, mooi op een afgerond getal tankt waardoor het wisselgeld niet al te veel aangesproken wordt. Het is een wettig betaalmiddel, maar dat mag wel degelijk worden geweigerd.
De briefjes zijn nog steeds een wettig betaalmiddel, maar worden sinds 2019 niet meer opnieuw gedrukt. Er circuleren binnen de Europese Unie nog ruim 393 miljoen 500 eurobiljetten (waarde van ruim 186 miljard euro) en ruim 757 miljoen 200 eurobiljetten.
In het Nederlandse decimale muntstelsel, gebaseerd op de gulden, is er tweemaal een muntcoupure geweest die de waarde van vijf gulden droeg. Beide munten werden vijfje genoemd, een naam die ook in gebruik was en is voor bankbiljetten van vijf gulden en vijf euro.
Hoeveel nullen heeft een Biljard: Biljard = 1 met 15 nullen.
Een miljard is duizend miljoen of 1.000.000.000 of 109 in de in Europa gangbare lange schaal. In het Engels is dit volgens de in de Angelsaksische wereld meer gangbare korte schaal billion, wat dus niet mag worden verward met het Nederlandse woord biljoen.
Ook de bijnaam rooie of rooie rug (en vandaar, enigszins vulgair, alleen rug) voor een biljet van duizend gulden vindt zijn oorsprong in de 19e eeuw, toen deze biljetten een rode achterzijde hadden.