Als je werkgever geen pensioen aanbiedt, kun je onderhandelen over meer salaris. Vaak is dit rond de 14% van het bruto salaris. Bij 80% van de werknemers in Nederland is een CAO van toepassing.
In Nederland bestaat echter geen pensioenplicht. Als de werkgever een pensioenregeling heeft, mag de werknemer ervan uitgaan – indien hij tot een bepaalde groep behoort – dat hij binnen één maand een aanbod ontvangt van de werkgever om aan zijn pensioenregeling deel te nemen.
Een richtlijn die vaak wordt gebruikt voor 'genoeg pensioen' is 70% van het laatstverdiende bruto-inkomen. Dit betekent dat je 70% van het (bruto) inkomen dat je ontvangt als je met pensioen gaat nodig hebt voor je pensioen.
U bouwt pensioen op in een middelloonregeling
U bouwt niet over uw hele salaris pensioen op. Wij houden namelijk rekening met de AOW die u straks van de overheid krijgt. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt heet franchise. Het salaris dat overblijft is uw pensioengrondslag.
Er bestaat echter een zeer ruwe vuistregel voor wat een comfortabel pensioen mogelijk zou moeten maken: als jouw bruto pensioeninkomen 70 procent of meer is van het inkomen dat jij daarvoor verdiende, dan zou dat prima moeten zijn. Dit wordt in de financiële wereld veelal de bruto vervangingsratio genoemd.
Bij een salaris/dienstjarensysteem staat de pensioenuitkering centraal. De hoogte van de te bereiken uitkering is afhankelijk van het salaris en de diensttijd. Bij een middelloonregeling mag jaarlijks maximaal 1,875% van de pensioengrondslag worden opgebouwd, bij eindloonregelingen 1,657%.
Bij kleine pensioenen gaat het om pensioenbedragen van meer dan € 2,- en minder dan € 503,24 (in 2021) bruto per jaar. Er gelden strengere voorwaarden om een klein pensioen af te kopen.
De verhouding van het hoog-laag pensioen moet minimaal 100:75 zijn. Dat wil zeggen dat de laagste uitkering minimaal 75% moet bedragen van de hoogste. Een man van 65 jaar heeft een pensioenpolis met een kapitaal van € 100.000.
Gemiddeld genomen ligt de pensioenpremie dan tussen de € 200 en € 2.800 per jaar. Als je als werkgever twee derde van deze premie betaalt, zal je jaarlijkse bijdrage voor deze werknemer tussen de € 133 en € 1.866 liggen.
De sector industrieel ontwerp en vormgeving, fotografie, vertaling en overige consultancy heeft verhoudingsgewijs het hoogste aandeel witte werknemers, oftewel werknemers die geen pensioen opbouwen, terwijl ze wel een arbeidscontract hebben. Dat geldt voor bijna de helft van de werknemers in deze sector.
Iedereen die in Nederland woont of heeft gewoond en de AOW-leeftijd bereikt, heeft recht op AOW. Hoeveel AOW je krijgt, hangt af van hoeveel jaar je in Nederland hebt gewoond of gewerkt. Daarnaast heb je wellicht via je werkgever nog aanvullend pensioen opgebouwd, dat wordt ook wel werknemerspensioen genoemd.
Telt mijn periode van inactiviteit mee voor mijn pensioen? Bepaalde periodes waarin je niet gewerkt hebt, tellen niet mee voor je pensioen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer je zelf ontslag nam en niet terug ging werken. Sommige niet-gewerkte periodes tellen mee.
Wanneer uw loopbaan 14 040 dagen telt - 45 jaren van 312 dagen (14 040 = 45 x 312) - dan spreken we van een 'volledige loopbaan'. In bepaalde gevallen moeten we dagen schrappen bij de berekening van uw pensioenbedrag. Deze schrapping noemen we de beperking tot de eenheid van loopbaan.
Doorgaans is de werkgeverspremie wat hoger dan de werknemerspremie, maar hoeveel verschilt per pensioenfonds. De verhoudingen variëren van 70% voor de werkgever en 30% voor de werknemer tot 50% voor beide partijen. Op je loonstrook staat de pensioenpremie vermeld.
Levenslang ouderdomspensioen is het pensioen dat je krijgt uitgekeerd vanaf de pensioenleeftijd (meestal 65 jaar) tot je overlijden. Dit gebeurt doorgaans in maandelijkse termijnen. Naast het levenslange pensioen bestaat er ook tijdelijk ouderdomspensioen.
Onze pensioenregeling kent 2 pensioenrichtleeftijden, namelijk 65 jaar en 68 jaar. Welke leeftijd voor u geldt, ziet u op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Iedereen kan zijn ouderdomspensioen eerder laten ingaan. Dat kan op zijn vroegst vanaf de eerste van de maand waarin u 55 jaar wordt.
Eerst een hoger en daarna een lager pensioen is handig als u voor uw AOW-leeftijd met pensioen gaat en nog geen AOW-uitkering krijgt. Met eerst een hoger pensioen vangt u het inkomensverschil op. U kunt kiezen voor een hoger pensioen voor een periode tussen de 3 en 10 jaar.
Een voorbeeld: als iemand 25 jaar is dan verdient hij/zij gemiddeld €28.000 per jaar. Daarvan haal je €14.175 euro af (de zogenaamde pensioenfranchise) om het loon te berekenen waarover pensioen wordt opgebouwd. €28.000 – €14.175 = €13.825.
Gemiddeld krijgt een gepensioneerd persoon €2845 netto per maand aan pensioen. Dit bedrag is een optelsom van alle mogelijke inkomstenbronnen (o.a. AOW, je werknemerspensioen en eventuele spaarrekeningen of lijfrentes).
In principe geldt de regel dat je ex-partner recht heeft op de helft van het ouderdomspensioen dat jij hebt opgebouwd toen jullie samen waren. Daarnaast heb jij dan recht op de helft van het pensioen dat je ex-partner toen heeft opgebouwd. Je kunt afspreken dat je van deze regel afwijkt.
Echter is jouw pensioen gebaseerd op je laatstverdiende salaris. Terwijl het salaris van je collega waarschijnlijk is meegegroeid door een promotie of loonsverhoging. Daarom kan het pensioen van je collega hoger zijn dan dat van jou.
Meer verdienen betekent meer premie
Dus als je meer gaat werken, ga je niet alleen meer verdienen, maar bouw je ook meer pensioen op. Hoe meer je verdient, hoe meer pensioenpremie je betaalt. De premie is een vast percentage dat op je salaris wordt ingehouden, en waarmee we bij PFZW pensioen voor je opbouwen.
Pensioen dat u straks krijgt
Stel, u bouwt gedurende uw hele werkzame leven (zo'n 40 jaar) elk jaar 1,65% van uw pensioengrondslag aan pensioen op. Dan krijgt u als u met pensioen gaat een uitkering van 40 x 1,65% = 66% van uw gemiddelde pensioengrondslag.