De juiste werkdruk van een CV-ketel ligt tussen de 1,2 en 2,0 bar. Zodra de ketel onder de 1,5 bar komt raden wij aan de CV-ketel bij te vullen met water. Het is afhankelijk van uw CV-installatie of dit vaak dient te gebeuren of niet. We raden aan dit elke 3 maanden te controleren.
Die moet een waarde aangeven tussen 1,5 en 2 bar. Bij een lagere druk dan 1,5 bar kan de cv-installatie het water niet goed rondpompen. Bij minder dan 1 bar kan de pomp zelfs kapotgaan. Is de druk hoger dan 2 bar, dan slijt de pomp te snel, en bij meer dan 3 bar kan er lekkage ontstaan doordat een leiding barst.
Een geringe lekkage kan al leiden tot drukverlies. Daarnaast is het mogelijk dat lekwater verdampt waardoor het nog minder opvalt. Controleer de cv ketel ook goed, hier kunnen ook sporen van kalkaanslag of lekkage zijn. Indien dat het geval is, kan het wel eens zo zijn dat de warmtewisselaar vervangen moet worden.
Als je meerdere keren per jaar het water moet bijvullen van je cv-ketel dan is er wat mis. Dan is er sprake van een lek want dat water verdwijnt niet zomaar. De meest voorkomende oorzaak is dat het expansievat oud en lek is. Die moet je iedere 7-10 jaar vervangen.
Meestal moet je 1 tot 2 keer per jaar je cv-ketel bijvullen.
Een manometer is een klokje op de cv-ketel, dat de waterdruk aangeeft. De wijzer van de manometer moet tussen de 1 en 2 bar (atmosfeer) staan. Staat de wijzer onder de 1 bar, dan moet je bijvullen.
U kunt zelf eenvoudig uw expansievat controleren. Om erachter te komen of uw expansievat kapot is of niet, heeft u enkel een hard voorwerp nodig. Tik met bijvoorbeeld een sleutel of schroevendraaier op de boven- en onderkant van het vat. Wanneer u twee verschillende geluiden hoort, is uw drukvat in orde.
In een redelijk tot goed geïsoleerd huis is 50 of 60 graden vaak voldoende. Een huis met (zeer) goede isolatie kun je ook met een watertemperatuur van 35 tot 50 graden warm krijgen. Check wel of je radiatoren genoeg warmte kunnen afgeven. Lees daarover meer over lage temperatuur verwarming.
Een Cv-lekkage opsporen kan bijvoorbeeld door een ultrasoon meting. Bij deze techniek wordt het geluid van de leidingen gemeten. Een grote lekkage heeft een lagere toon en een kleine lekkage en hoge toon. Om deze tonen te horen heb je professionele apparatuur nodig.
In dit drukvat zit al het water van de Cv-ketel. Als er sprake is van een lekkage dan is de waterdruk boven de 2 bar. Vanaf dit moment lekt de Cv-ketel water. Hoeveel water de Cv-ketel daadwerkelijk lekt, verschilt per ketel.
Het overstortventiel zal het overbodige water laten ontsnappen. Vaak gebeurt dit via de slang die in de afvoer is gemonteerd. Controleer of de slang niet kapot is of los is geraakt. Is de druk goed in de ketel en toch ontsnapt er water uit de overstort, dan zal deze kapot zijn en mogelijk moeten worden vervangen.
Vaak is een zeefje op de kraan de oorzaak van onvoldoende waterdruk. Je kan dit oplossen door de kop van de kraan los te draaien, het zeefje eruit te halen en dit schoon te maken met azijn. Lage waterdruk kan ook veroorzaakt worden doordat de hoofdkraan niet helemaal opengedraaid is.
Hou dus een oude handdoek bij de hand en houd de slang goed vast. Draai de vulkraan voorzichtig open en het water begint te stromen. Wanneer de druk in de cv-ketel weer onder de 2 bar is dan kunt u de vulkraan weer dicht draaien.
De werkdruk van iedere CV-ketel ligt tussen de 1,2 en 2,0 bar. Is de druk lager dan 1,0 bar, dan zal de cv-ketel uitschakelen of niet goed meer werken. Een te hoge druk veroorzaakt onnodige slijtage aan het expansievat. Gaat de druk richting 3 bar, dan ontstaat het gevaar dat de drukbeveiliging opengaat.
Het ontluchten van je cv-ketel is nodig wanneer de cv-installatie nieuw is, of wanneer deze net is bijgevuld. Nieuw ingestroomd water bevat namelijk altijd wat zuurstof. Zodra het water wordt verwarmd stijgen de minuscule zuurstofdeeltjes op en vormen grotere luchtbellen.
Een cv-ketel kan water lekken door verschillende oorzaken. Bijvoorbeeld door een kapotte ontluchter, een kapot overdrukventiel of een kapotte warmtewisselaar. Neem contact op met uw cv-monteur bij lekkage van uw cv.
Een expansievat heeft een gemiddelde levensduur van zo'n zeven jaar.
Door de warmte zetten de leidingen uit en daardoor ontstaan er soms kleine scheurtjes. Die kunnen vervolgens een lekkage veroorzaken. Een slechte installatie van de CV-leiding kan ook de oorzaak zijn van een lekkage. Zo'n lek zie je in dat geval vaak ontstaan bij de koppelingen tussen de leidingen.
Lekkages repareren gaat niet echt als de cv-leidingen nog vol zitten met water. Het is daarom belangrijk om de cv-ketel af te tappen. Aftappen van cv-installaties is alleen aan te bevelen als dit noodzakelijk is. Lekkages zijn zeker een reden om de cv-installatie af te tappen.
Een expansievat moet nooit worden ontlucht. Wel moet het minstens één keer per jaar worden onderhouden. Daarbij moet de luchtdruk van het vat worden gecontroleerd (net als bij een autoband is bijpompen soms nodig). Daarvoor moet het water eerst uit het vat worden gehaald.
Reparatie roestige cv leidingen
Als u een roestige plek ziet op de cv-leiding of aansluitingen van de radiator dan doet u er goed aan om een loodgieter in te schakelen. Het is een beetje als het wel bekende gezegde: waar rook is, is vuur. Zo zou u het met roest kunnen stellen: waar roest is, is water (lekkage).
Waar zit het overstortventiel? Bij nieuwere cv-ketels zit het overstortventiel vaak in de cv-ketel zelf. Is dit niet het geval, dan wordt het ventiel zo dicht mogelijk bij de ketel geplaatst. Bij soloketels zit het ventiel altijd in de aanvoerleiding.
Wanneer je de aanvoertemperatuur van de cv ketel bij die gasprijs van 80 naar 60 graden brengt, ligt de besparing op ongeveer €140 per jaar. De gemiddelde Nederlander kan met deze simpele actie per jaar 94-140kg C02 besparen.
Als u de ketel een lager maximum geeft, scheelt dat veel kosten en CO2-uitstoot. Heeft u normale radiatoren, dan is 60-70 graden een prima temperatuur. Heeft u een bijzonder goed geïsoleerd huis, dan is een maximum van tussen de 40 en 55 graden het beste. De cv stookt dan met een zo hoog mogelijk rendement.
Twee graden lager als je Lage Temperatuur Verwarming of vloerverwarming hebt. Als je Lage Temperatuur Verwarming (LTV) of vloerverwarming hebt, duurt het langer om je huis 's morgens weer op te warmen. Daarom kun je de verwarming 's nachts beter maar twee graden lager zetten en zeker geen vijf graden.