Vanaf het lichtpunt worden ten minste twee draden naar de schakelaar gevoerd. Waar de schakelaar moet komen ziet u bij nieuwbouw een gat in de, meestal afgewerkte, muur waar twee draden uitsteken, een bruine draad (fasedraad of stroomvoerende draad) en een zwarte draad (schakel draad).
Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.
Serieschakelaar aansluiten
Een serieschakelaar beschikt over 3 aansluitingen; 1 fasedraad en 2 schakeldraden. Bij deze schakeling wordt alleen de schakeldraad (lampendraad) onderbroken die naar het lichtpunt loopt. De nul- en aardedraad wordt rechtstreeks met het lichtpunt verbonden.
Een dubbelpolige schakelaar onderbreekt tegelijkertijd de fasedraad en nuldraad. Hierdoor wordt het gehele elektrische circuit spanningsloos gemaakt en wordt extra veiligheid gegarandeerd.
Het verschil tussen een enkelpolige schakelaar en een dubbelpolige schakelaar is dat op een enkelpolige schakelaar een fasedraad en schakeldraad worden aangesloten en op een dubbelpolige schakeldraad wordt naast een fasedraad en schakeldraad ook nog een nuldraad aangesloten.
Het gebruik van een dubbelpolige schakelaar is gewenst in vochtige ruimten en in situaties waarbij een installatie gegarandeerd spanningsvrij moet kunnen worden gemaakt. Ook bij wandcontactdozen en buiteninstallaties die men wenst te schakelen wordt vaak aangeraden om deze dubbelpolig te onderbreken.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
Specialist Elektra
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
Tegenwoordig moet elk stopcontact in de woning geaard zijn. Dit betekend dat de stopcontacten moeten worden aangesloten met 3 draden, een bruine, een blauwe en een groen/gele. Ook moet in de Groepenkast een aardlekschakelaar worden geplaatst.
Het verschil tussen een wisselschakelaar en een serieschakelaar is de behuizing van de schakelaar. Een wisselschakelaar heeft één wisselcontact en is ook te gebruiken als enkelpolige schakelaar en een serieschakelaar heeft twee contacten die apart te bedienen zijn.
Bovenste schema: de klassieke wisselschakeling, tussen de lamp en de rechterschakelaar lopen 6 draden.
Om twee lampen aan één lichtpunt te bevestigen, heeft u twee lasklemmen nodig. U opent de lasklemmen door de oranje klepjes omhoog te duwen. Vervolgens neemt u de gestripte snoeren en haalt u de blauwe en bruine kabels uit elkaar.
Voor een lamp is dit meestal een zwarte schakeldraad en een blauwe nuldraad, soms zit er ook een aardecontact aan de lamp, dan heeft u ook de geel/groene draad nodig. In het afdekkapje van de centraaldoos zit vaak een trekontlaster.
Geel/groen: Aardedraad dat zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
Met een 2-polige lasklem kunt u twee draden verbinden. Met een 3-polige lasklem kunt u 3 stroomdraden verbinden of een bestaande draad splitsen. Om te testen of alles goed zit zijn er twee manieren, namelijk de groep weer inschakelen of een spanningsmeter gebruiken in het gaatje van de lasklem.
Een schakeldraad mag namelijk zwart of grijs zijn. En dus niet bruin.
De nuldraad (blauw) gaat alleen naar de lamp omdat deze bij de schakelaar niet nodig is. De lamp verbruikt namelijk elektriciteit en niet de schakelaar. In een domoticasysteem is elk onderdeel actief en gebruikt dus elektriciteit. Dus dan heb je een bruine + blauwe draad nodig.
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
Een dubbelpolige schakelaar wordt vaak gebruikt in vochtige ruimtes of bij elektrische toestellen met een vermogen groter dan 500 watt zoals elektrische kachels, warmwatertoestellen, (boilers), badkamerkachels en warmtelampen.
Als je meerdere lampen wilt bedienen vanuit één stroompunt, heb je een serieschakelaar nodig. Hiermee kun je twee lampen tegelijkertijd of los van elkaar aan- en uitzetten. Het is hierbij belangrijk dat het wattage van je lampen gelijk aan elkaar is zodat de spanning gelijk verdeeld wordt over je verlichting.
Een andere veel gebruikte meerpolige schakelaar is de driepolige schakelaar (voor 3-fasenstroom) enz. Is een wisselschakelaar die tweepolig is uitgevoerd, en waarbij dus beide toevoerdraden gelijktijdig kunnen worden onderbroken. Een eenfunctieschakelaar wordt gebruikt door personen met een lichamelijke handicap.