Het geslacht Allium heeft 8 chromosomen in de geslachtscellen, of een veelvoud daarvan. Eerder genoemde ui-gewassen hebben 8 chromosomen, met uitzondering van prei, die er 16 heeft. Ui is een tweejarig gewas.
Een gezonde normale uiencel heeft 16 (2n = 16) chromosomen . Ze zijn relatief groot en dus zeer geschikt voor het detecteren van morfologische veranderingen.
Een cel in de S-fase van zijn leven heeft 92 strengen DNA in de celkern. De cel gaat zich voorbereiden op de naderende kerndeling. De celkern heeft nog steeds 49 strengen DNA, die nog maar matig zijn opgerold tot chromatine.
Het duurde even, maar de volledige sequentie van het DNA van de ui is eindelijk ontsleuteld. De zestien miljard basen maken dat het uiengenoom maar liefst 5x meer informatie in zich draagt dan dat van een mens. De deur naar een schatkamer vol waardevolle genetische informatie staat nu wagenwijd open.
De meeste bananenplanten produceren geen zaad, zelfs niet na kunstmatige bevruchting. Bananen hebben 33 chromosomen. Daarom moet je heel veel kruisen om planten te selecteren met 44 chromosomen. Met een even aantal chromosomen kun je gemakkelijker kruisen.
Bananensoorten die hybriden zijn met AAB- en ABB-genoomconstituties zijn basisvoedsel voor een miljard mensen in Azië en Afrika en hebben 2n=3x= 33 chromosomen (Figuur 1).
Aardappelen hebben 48 chromosomen. Als de mannelijke en vrouwelijke cellen bij elkaar komen bij bevruchting, zou je dan 96 chromosomen krijgen. Het dubbele aantal dus. Om in totaal weer 48 chromosomen te krijgen hebben we eerst geslachtscellen nodig met 24 chromosomen.
Ui is een belangrijk groentegewas met een geschatte genoomgrootte van 16 Gb .
Honden hebben 78 chromosomen: dus 39 verschillende chromosomen, van elk twee exemplaren. Konijnen hebben er 44 (22 paar), groene boomkikkers 24 (12 paar).
Wij mensen hebben 23 paar chromosomen, waarvan één paar geslachtschromosomen. Dit DNA-paar bepaalt of we een vrouw of een man worden. Maar baas boven baas: Braziliaanse wetenschappers hebben de reuzenfluitkikker (Leptodactylus pentadactylus) eens beter 'bekeken' en deze blijkt wel zes paar te bezitten!
Bij de bevruchting, als een eicel en een zaadcel samensmelten, krijg je van je moeder 22 autosomen (niet-geslachtschromosomen) en één geslachtschromosoom (een X-chromosoom) en van je vader 22 autosomen en één geslachtschromosoom (een X- of een Y-chromosoom).
Het dier met de meeste chromosomen per cel onder de diploïde, niet-polyploïde eukaryote soorten is de Atlasblauwe vlinder (Polyommatus/Plebicula atlanticus). Deze vlinder is afkomstig uit Marokko en Algerije en heeft 448–452 chromosomen (d.w.z. 224–26 paren) per cel.
Het rund heeft 60 chromosomen. Naast 29 paren 'gewone' chromosomen is er nog een paar 'geslachtschromosomen'. De stier heeft twee verschillende geslachtschromosomen, X en Y.
Samensmelting tot paren
Bij de bevruchting smelten een eicel en een zaadcel samen. De 23 chromosomen uit de eicel en 23 chromosomen uit de zaadcel komen samen in het vruchtje. Het vruchtje heeft dan weer 46 chromosomen die in 23 paren worden geordend.
Ezels onderscheiden zich fysiek in het aantal chromosomen. Een ezel heeft 62 chromosomen, een muildier heeft er 63 en een paard 64.
Normaal gesproken bevat iedere lichaamscel 46 chromosomen, verdeeld over 23 paren. Van elk paar chromosomen is 1 chromosoom afkomstig van de vader en 1 van de moeder. De paren 1 tot en met 22 zijn voor mannen en vrouwen gelijk. Het 23e paar chromosomen bevat de geslachtschromosomen.
Chromosomen worden in paren in de cel aangetroffen. Elke cel bevat twee afzonderlijke kopieën (allelen) van elk gen. Terwijl een mens 46 chromosomen (23 paren) heeft, heeft een kat 38 chromosomen (19 paren) en een hond 78 chromosomen (39 paren).
Mensen hebben 23 chromosomen. Katten hebben er 19.
Wetenschappers uit de regio voerden uitgebreide genetische tests uit en bevestigden dat het om een kruising van een vos en een hond gaat. De moeder van het beestje was een pampavos, de vader een gedomesticeerde hond. Uit de tests blijkt dat Dogxim 76 chromosomen heeft, pampavossen hebben er 74 en honden 78.
Een gezonde uiencel heeft 16 chromosomen (2n = 16). Ze zijn relatief groot, waardoor ze ideaal zijn voor het detecteren van morfologische veranderingen.
Een tomaat heeft bijna 32.000 genen, meer dan een mens. Er zijn naar schatting 15.000 soorten tomaten.
In dit geval onze genen, waarvan er op elk genoom 20.000 liggen. Elke menselijke cel bevat onze unieke genetische code, DNA van twee meter lang. De mens bestaat uit 32,7 biljoen cellen.
Elk levend organisme heeft een ander aantal chromosomen. Een tomaat heeft 12 chromosomen in zijn cel, een koe 60, een sprinkhaan 23, een bij heeft er 16 en een kip 78.
Eén homospore varen , Ophioglossum reticulatum, heeft meer dan 1400 chromosomen – het hoogste aantal van alle planten, dieren en schimmels.
Paarden hebben 64 chromosomen in iedere celkern, ze komen voor in paren. Er zijn dus 32 chromosomenparen. Voor ieder paar geldt dat het ene chromosoom afkomstig is van vader en het andere van moeder. Eén van die 32 paren bepaalt het geslacht van het paard; deze beide chromosomen zijn de zogenaamde geslachtschromosomen.