De aankoop van een nieuwe vakantiewoning in Nederland is belast met 21% omzetbelasting (btw). Onder bepaalde voorwaarden kan deze teruggevorderd worden van de belastingdienst. Het terugvorderen is afhankelijk van hoe de woning gebruikt wordt: Volledig eigen gebruik.
Omzetbelasting
Over de aankoopsom van een nieuw opgeleverde dan wel nog niet in gebruik genomen recreatiewoning is bij de levering in beginsel 21% aan omzetbelasting (hierna: btw) verschuldigd. Ook bij de levering van de recreatiewoning binnen twee jaar na eerste ingebruikneming is 21% btw verschuldigd.
Vakantiewoning in Nederland
De vakantiewoning moet u opgeven in box 3, de woning moet gewaardeerd worden tegen de WOZ-waarde, tenminste als u er zelf 30% van de tijd verblijft. Over de WOZ-waarde (-/- de schuld op de vakantiewoning) moet u 1,2% belasting betalen.
Bij de aankoop van een nieuwbouw vakantiewoning betaalt u btw. Door de woning vervolgens te verhuren aan een tussenpersoon (denk aan een vakantiepark of reisbureau), kunt u de btw volledig terugkrijgen van de Belastingdienst.
In de volgende situaties is de verhuur van onroerende zaken altijd belast met btw: verhuur voor korte periode door een hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf. verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines.
Voor klanten in Nederland geldt een btw-tarief van 21% voor de servicekosten van Airbnb. Als je btw-plichtig bent of als het om een zakenreis gaat, wordt er mogelijk geen btw op de servicekosten van Airbnb in rekening gebracht. In dat geval moet je deze btw mogelijk wel op je btw-aangifte vermelden.
Leveringen en diensten die belast zijn met een laag tarief, vallen onder het btw-tarief in Nederland van 9%. Onder dit tarief vallen de volgende goederen: voedingsmiddelen, water, agrarische goederen, geneesmiddelen, hulpmiddelen, kunst, verzamelvoorwerpen, antiek, boeken en periodieken.
Een 2e woning is een woning waarvan u de eigenaar bent, maar waarin u niet woont. Bijvoorbeeld een vakantiehuis. Uw 2e woning hoort bij uw box 3-vermogen. U betaalt belasting over uw vermogen volgens de regels die daarvoor gelden.
Hebt u een recreatiewoning in eigendom, dan kan deze woning fiscaal alleen als eigen woning worden aangemerkt als deze woning voor u als zogeheten hoofdverblijf (zie hierna) dient. Daarbij is van belang dat u samen met uw (eventuele) fiscaal partner niet meer dan één hoofdverblijf kan hebben.
In 2019 betaalt u maximaal 1,68% belasting over de waarde van uw vakantiehuis. Een vakantiewoning in het buitenland wordt ook meegenomen als belast vermogen in box 3. Om dubbele belastingheffing te voorkomen, verleent Nederland, afhankelijk van het verdrag, een vermindering van belastingheffing.
Investeren in een vakantiehuis is een goede manier om extra vermogen op te bouwen. Je kunt geld verdienen door het huis te verhuren en de woning mogelijk met meerwaarde verkopen. Het is wel belangrijk om de risico's in de gaten te houden, zoals hoge onderhoudskosten of een verslechterende woningmarkt.
Wie een tweede verblijf bezit, moet dat jaarlijks aangeven in zijn belastingaangifte, zelfs wanneer het niet verhuurd is. U geeft dan het niet geïndexeerd KI in uw aangifte op. Daarna betaalt u belastingen op het geïndexeerd KI verhoogd met 40 procent.
Er zijn heel wat zaken die je duidelijk moet hebben voor je een vakantiewoning koopt, denk bijvoorbeeld aan de omgeving, de faciliteiten van het vakantiepark en het type vakantiewoning. Daarnaast is het zinvol om te bepalen of je vooral zelf gebruik maakt van de woning, of dat je de woning ook wilt verhuren.
Besparingsgrond 1: chalet en stacaravan zijn 'woning' voor de WOZ/OZB. In september van 2016 besliste de Hoge Raad dat chalets/stacaravans een 'woning' zijn in het kader van de WOZ/OZB. Desondanks slaat men recreatieparken vaak aan met het niet-woningentarief.
Ontvang je als eigenaar van een chalet huuropbrengsten, dan zijn deze belast met BTW. Het betreft een heffing van 9%. Je dient deze BTW af te dragen aan de fiscus, tenzij je gebruik kunt maken van de kleine ondernemersregeling.
Het bieden van kampeergelegenheid voor een korte periode, valt onder het 9%-tarief. Bijvoorbeeld: geven van gelegenheid tot het plaatsen van tenten, caravans en zomerhuisjes door campings, vakantieparken of watersportbedrijven.
Wanneer de bewoner gedurende een aaneengesloten periode van 180 dagen per kalenderjaar ten minste 2/3 van die tijd het adres van de recreatiewoning als woonadres in gebruik heeft, is er in ieder geval sprake van het hebben van een hoofdverblijf in de recreatiewoning.
Na plaatsing van het chalet op de kavel, is het chalet voor de Inkomstenbelasting aan te merken als onroerende zaak. Het chalet wordt voor de inkomstenbelasting belast in box 3. De heffingsgrondslag is de WOZ-waarde in het jaar waarover aangifte wordt gedaan.
In uw aangifte inkomstenbelasting geeft u het hele huurbedrag aan. Bij 'inkomsten uit tijdelijke verhuur van het hoofdverblijf'. U betaalt dan belasting over 70% daarvan.
2020: Je koopt een recreatiewoning van € 200.000 + 2% overdrachtsbelasting = € 204.000. 2021: Je koopt een recreatiewoning van € 200.000 + 8% overdrachtsbelasting = € 216.000. Een extra kostenpost van maar liefst € 12.000.
Theoretisch gezien mag je een onbeperkt aantal woningen bezitten en verhuren in box 3. Alleen is het wel zo dat je geen of minimaal werk mag verrichten bij het verhuren van je woningen.
Verlaagd btw-tarief van 6% Het verlaagde tarief van 6% geldt voor de verschuldigde btw tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 op werken die uitgevoerd worden in het kader van afbraak en heropbouw op hetzelfde perceel van een gebouw dat de bouwheer gebruikt als eigen en enige woning.
Het algemene btw-tarief van 21% geldt voor alle producten en diensten die niet zijn vrijgesteld, en die niet onder het 9%-tarief of het 0%-tarief vallen.
De renovatiewerken moeten verstrekt en gefactureerd worden aan een eindgebruiker (bv. eigenaar, vruchtgebruiker of huurder van het gebouw) om te kunnen in aanmerking komen van het verlaagd btw-tarief van 6% en als aan alle andere voorwaarden werden voldaan.