Of u bovenwettelijke vakantie-uren mag meenemen, hangt van uw nieuwe werkgever af. Om vakantie-uren mee te nemen naar uw nieuwe werkgever, heeft u een verklaring van uw vorige werkgever nodig. Hierin moet staan hoeveel vakantie-uren u over heeft.
Deze bovenwettelijke vakantiedagen worden doorgaans in de arbeidsovereenkomst of cao vastgelegd. De bovenwettelijke vakantiedagen verjaren pas na vijf jaar. Dit betekent dat de werknemer de openstaande bovenwettelijke vakantiedagen meermaals kan meenemen naar het daaropvolgende jaar.
Dit betekent dat u 28 wettelijke vakantie-uren mee mag nemen naar 2022. Wanneer u voor 1 juli 2022 deze 28 wettelijke vakantie-uren niet heeft opgemaakt, dan vervallen deze dagen. Dus na 1 juli 2022 kunt u geen gebruik meer maken van deze 28 wettelijke vakantie-uren wanneer u deze niet heeft opgenomen voor deze datum.
Volgens deze cao heeft een werknemer recht op 5 bovenwettelijke vakantiedagen per jaar. Dat is 0,0192 uur per gewerkt uur. Als je werknemer fulltime werkt zijn het 38 vakantie-uren op jaarbasis.
Ja, een werknemer kan vakantiedagen meenemen naar een volgend kalenderjaar. Maar niet onbeperkt. Voor vakantiedagen geldt de volgende houdbaarheid: Voor wettelijke vakantiedagen is de houdbaarheid 6 maanden.
Je bovenwettelijke vakantiedagen zijn 5 jaar geldig. Daarna verjaren ze. Je moet de dagen die je dit jaar opbouwt dus binnen 5 jaar opnemen. Soms blijven je bovenwettelijke vakantiedagen langer geldig dan 5 jaar.
Naast wettelijke vakantiedagen kan een werknemer op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of individuele arbeidsovereenkomst recht hebben op extra vakantiedagen. Deze vakantiedagen worden de bovenwettelijke vakantiedagen genoemd.
Bovenwettelijke vakantiedagen blijven tot 5 jaar na de opbouw ervan geldig. Alle bovenwettelijke dagen die je werknemers in 2022 opbouwen, kunnen ze dus nog gebruiken tot en met 2027.
Bovenwettelijk verlof dat in het jaar 2022 zijn opgebouwd moeten dan worden opgenomen vóór 31 december 2027. Over de opname van bovenwettelijke verlofdagen kunnen echter andere afspraken staan in het contract of de cao. Wettelijke vakantiedagen moeten dus eerst worden opgenomen.
Medewerkers hebben namelijk recht op 4 keer het aantal uur dat ze in een week werken. Daardoor heeft iedereen in principe 4 volle weken vakantie per jaar. In de meeste cao's zie je dat medewerkers meer vakantie-uren krijgen. Dat noem je bovenwettelijke vakantiedagen.
De werkgever mag daarnaast geen minuren doorschuiven naar het volgende jaar; aan het eind van het kalenderjaar worden de minuren kwijtgescholden die niet aan jou verwijtbaar zijn. Je kan ook niet verplicht worden salaris of vakantiedagen in te leveren als compensatie voor minuren.
Of je overuren kunnen vervallen hangt af van je cao of contract. Bij de meeste bedrijven moet je ze opmaken voor het einde van het kalenderjaar waarin je ze hebt opgebouwd. De reden? Omdat dat het makkelijkst is voor de administratie.
Je wilt namelijk het aantal vakantie uren bij 32 uur weten. In het voorbeeld komt dit neer op 32 bovenwettelijke uren, wat resulteert in 4 extra dagen. In dit geval is er sprake van 150 vakantie uren of 20 vakantiedagen per jaar.
Als u meer vakantiedagen opbouwt dan het wettelijk aantal, spreken we van 'bovenwettelijke' vakantiedagen. In uw cao of arbeidsovereenkomst kunnen afspraken staan over deze extra vakantie-uren.
Stel dat uw werknemer 36 uur per week werkt, heeft hij dus recht op 4 x 36 uur = 144 uur, dus 20 vakantiedagen. Als deze werknemer 25 vakantiedagen van zijn werkgever krijgt, vormen 5 dagen hiervan dus bovenwettelijke vakantiedagen.
Dit is de main takeaway: Meestal is het slimmer je vakantiedagen op te nemen in plaats van uit te betalen. Zelfs bij ontslag of vertrek. Je moet namelijk flink wat belasting betalen als je je vakantiedagen laat uitbetalen.
Bovenwettelijke dagen
Naast wettelijke vakantiedagen hebben de meeste werknemers ook recht op bovenwettelijke vakantiedagen. Deze afspraak staat dan in de arbeidsovereenkomst of in de cao. Niet-opgenomen vakantiedagen verjaren vijf jaren na afloop van het jaar waarin ze zijn opgebouwd.
Een verschil tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen is de houdbaarheid. De bovenwettelijke vakantiedagen zijn langer 'houdbaar'. Bovenwettelijke vakantiedagen die niet worden opgenomen, vervallen pas na vijf jaar. Werknemers kunnen deze dus in principe opsparen.
Doorbetaalde, uitbetaalde en onbetaalde vrije tijd
Werknemers die in 2016 60 jaar oud waren, hebben t/m 2021 recht op 10 doorbetaalde seniorendagen en 2 niet op te nemen maar uitbetaalde dagen. Vanaf 1 januari 2022 hebben ze alleen nog recht op 12 onbetaalde seniorendagen.
De bovenwettelijke vakantiedagen die een werknemer niet heeft opgenomen, kunnen worden uitbetaald door de werkgever. Het is geen verplichting, maar het kan wel. In een cao of arbeidsovereenkomst kunnen nadere afspraken staan over de bovenwettelijke vakantiedagen.
Volgens de wet moet de werknemer jaarlijks minimaal 2 weken aangesloten vakantie kunnen genieten. Terugkomend op de in de titel gestelde vraag: Het is toegestaan om in een vakantieregeling te bepalen dat een werknemer maximaal 3 weken (15 dagen bij een fulltime baan) vakantie opneemt (in een bepaalde periode).
Voor werknemers die op 31 december 2016, 50 jaar of ouder zijn is een overgangsregeling opgenomen. Tot 1 januari 2023 had een werknemer van 54 jaar of ouder recht op de extra vakantie-uren. Per 1 januari 2023 geldt het recht op extra vakantie-uren geldt voor werknemers die 55 jaar of ouder zijn.
Géén verplichting
De werkgever heeft niet de mogelijkheid om een werknemer te verplichten zijn vakantiedagen op te nemen. Op de werkgever rust ook niet de verplichting om de werknemer op vakantie te sturen. Het opnemen van vakantie is de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf.
Iedere werknemer heeft recht op 4 werkweken vakantie per jaar. Bijvoorbeeld: als u 28 uur per week werkt, dan heeft u recht op minimaal 112 uur vakantie per jaar (4 maal 28).