De aanleg van liquidatiereserves is zo een veelgebruikte methode. Sinds aj. 2015 kunnen kmo's hun winst na belasting geheel of gedeeltelijk opnemen in de liquidatiereserves, tegen een afzonderlijke aanslag van 10 %, verschuldigd voor het belastbare tijdperk waarin de reserves zijn aangelegd.
De liquidatiebonus stemt overeen met het gedeelte van de liquidatie-uitkering dat het werkelijk gestort kapitaal van de ontbonden vennootschap overschrijdt. In beginsel is deze liquidatiebonus onderworpen aan 30% roerende voorheffing.
Het tarief van de roerende voorheffing bedraagt 20% indien de uitkering binnen de vijf jaar na reservering gebeurt. Wordt de liquidatiereserve echter uitgekeerd na het verstrijken van de 5-jaars wachttermijn, dan is slechts 5% roerende voorheffing verschuldigd.
Keer je de liquidatiereserve vroeger uit? Dan betaal je een roerende voorheffing van 20%. Een liquidatiereserve kan vooral interessant zijn als je kmo-vennootschap bij de uitkering van een gewoon dividend 30% roerende voorheffing moet betalen.
De tantième wordt bij de ontvanger pas belast op het moment dat ze betaalbaar wordt gesteld. Dat houdt de facto in dat u door de tantième een uitstel van belasting bekomt. De tantième is in de vennootschap aftrekbaar in het boekjaar N, terwijl ze in de personenbelasting slechts belastbaar is in het inkomstenjaar N+1.
Mensen met een inkomen tussen € 8.836 en € 11.179 bruto betalen 4,54% minder. En indien men tussen € 11.179 en € 20.701 bruto verdient, dan is het verrekeningspercentage van 28,46% van toepassing. Voor deze groep komt het percentage bijzonder tarief op 8,61% uit.
Netto berekening ! De te bestemmen winst van het boekjaar na belastingen (= code 9905) (vóór boeking aanleg liquidatiereserve en vóór boeking 10% heffing) moet u delen door 1,10. Zo bekomt u het bedrag dat maximaal via resultaatverwerking kan aangelegd worden als liquidatiereserve.
Kmo-vennootschappen kunnen sinds aanslagjaar 2015 jaarlijks (een deel van) hun winst overboeken naar een afzonderlijke rekening 'liquidatiereserve' op het passief van de balans. Die liquidatiereserve moet op die afzonderlijke passiefrekening geboekt blijven (onaantastbaarheidsvoorwaarde).
Vpb tarieven 2022
In 2022 is de schijf waarvoor het lage vpb-tarief geldt van 15% verhoogd naar € 395.000. Dat betekent kleine bv's profiteren van minder belasting. Daar staat tegenover dat het hoge tarief voor de vpb in 2022 wordt verhoogd van 25% naar 25,8%.
Kort gezegd, je mag de liquidatiereserve enkel uitkeren als: de uitkering van het dividend niet tot gevolg heeft dat het netto-actief daalt onder een minimumgrens (balanstest). de vennootschap haar opeisbare schulden kan blijven betalen gedurende minstens 12 maanden volgend op de uitkering (liquiditeitstest).
De liquidatiebonus is dan gelijk aan de reserves van uw vennootschap, plus de zgn. latente meerwaarde op het uitgekeerde actief. Dit is het verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde ervan.
Als je geld overhebt in je BV kun je dit uitkeren aan privé via een dividenduitkering. Vervolgens kun je met dit geld in privé sparen of beleggen. Privé betaal je belasting over de hoogte van je vermogen. Hierbij gaat de belastingdienst uit van een fictief rendement.
Die vereenvoudigde procedure kost gemiddeld 4000 Euro. Indien de liquidatie in meerdere aktes moet geregeld worden, zal het bedrijf in een ontbindingsperiode komen door de eerste akte van de notaris (gemiddeld 2200 Euro).
Als de aandeelhouders meer ontvangen dan hun inleg (of kapitaal) bij de opstart van de vennootschap of bij latere kapitaalverhogingen, krijgen ze een bonus bij de vereffening: de liquidatiebonus.
Hoeveel dividend keer je uit? Er is geen algemene regel die bepaalt hoeveel dividend een bedrijf uitkeert, maar soms staat het wel in de statuten beschreven. Je kunt verder alleen dividend uitkeren over gerealiseerde winsten, niet over verwachte winsten.
Liquiditeitstest. Bij de liquiditeitstest is het de bedoeling dat men nagaat of de vennootschap haar schulden nog kan voldoen en dit over een periode van minstens 12 maanden (rekenen vanaf datum van uitkering).
Je moet zorgen dat de wettelijke reserve jaarlijks gelijk is aan 10 procent van het geplaatste kapitaal. Het bedrag dat je afhoudt van de winst na belasting in een boekjaar is minimaal 5 procent van die winst.
Vak Reserves/Belastbare gereserveerde winst
Die aftrekcapaciteit is het hoogste van de twee volgende grensbedragen : 3 miljoen EUR of 30 % van de fiscale EBITDA van de vennootschap.
Voor de bouw- (code 1305) en de horeca-sector (code 1317) blijven aparte codes voorzien omdat deze sectoren voor het volledige jaar 2021 van het fiscale voordeel kunnen genieten. Voor meer informatie kan u hierover ons artikel van 27 december 2021 raadplegen.
Netto blijft er vaak niet zoveel over. Meestal krijg je maar zo'n 45 procent van je bonus in handen. Je werkgever moet bovendien 35 procent van het brutobonusbedrag aan de fiscus betalen. Afhankelijk van je gezinssituatie en je inkomen hou je iets meer of minder over.
Ook 2020 en 2021 zijn interessante jaren voor belastingvrije inkomsten, omdat de heffingskortingen omhooggaan. De belastingvrije voet gaat naar een inkomen van €8.200 tot €8.750. Zonder arbeidskorting liggen deze bedragen ongeveer €600 lager.
Bonus van € 2.400 kan onbelast blijven
Alles wat boven die 30% uitkomt, is loon voor de werknemer. Maar zoals gezegd: vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal € 2.400 per persoon per jaar beschouwt de fiscus als gebruikelijk.