Onder uitloop = afvoer die het water door je dak naar beneden afvoert. De onderuitloop moet ten minste 10 mm verdiept worden aangebracht (afschot).
De helling van het afschot hoort bij platte daken 15 à 16 mm per m te zijn om een goede waterafvoer te verkrijgen. Een andere mogelijkheid bij een plat dak is bijvoorbeeld het toepassen van afschot dakplaten van PIR hardschuim of van steenwol (ca. 150 kg/m3); hier is vaak keuze uit 10 of 20 mm helling per meter.
Wij adviseren een afschot van ongeveer 0,5 cm per meter. Het dak van uw Douglas overkapping loopt dan schuin, maar u gaat later nog een boeiplank (boeideel) monteren. Als u deze waterpas plaatst, is het verloop van de palen en dus het afschot aan de buitenkant niet meer zichtbaar.
Afschot plat dak
Bij platte daken kan schuimbeton, betopor of spramexbeton als een goed afschot fungeren. Het voordeel van schuimbeton en betopor is het gewicht van het materiaal. Het is namelijk zeer licht, waardoor dit het dak niet te veel belast. Ondanks het lichte gewicht loopt het water toch gewoon netjes weg.
Een plat dak moet dus altijd 'afschot 'ofwel afwaterend lopen. Het afschot moet minimaal 3 graden zijn; dit komt overeen met 16mm per meter. Het gaat hierbij om het blijvende netto-af-schot, dus waarbij rekening is gehouden met onder meer de gebruikelijke doorbuiging van de dakvloer.
Er is geen separate eenheid voor afschot. Enkel voorbeelden zijn: 1:200 (0,5%), 1:100 (1%) of 1:50 (2%). De betekenis hiervan is dat over een afstand van 200 meter het afschot 1 meter bedraagt, respectievelijk over 100 meter en 50 meter.
Wil je problemen met de afwatering van je dak voorkomen? Dan is een minimale hellingsgraad van 2% een must.
Hoeveel afschot moet een plat dak hebben? Om het water van het dak op de juiste manier af te voeren moet het afschot van het dak minimaal 1,6% zijn volgens het bouwbesluit. Als effectief afschot wordt 1% aangehouden. Dit houdt in 10mm op 1 meter lengte.
Basis dakbalken (bij plat dak)
Voor de dakbalken van een houten overkapping houden wij de volgende vuistregel aan: 5 cm dikte per 100 cm overspanning. Wij rekenen bij overbruggingen van staander tot staander, dus exclusief de afstand van schoren.
Grote hoeveelheden water kunnen je plat dak overbelasten en je dak beschadigen of in het ergste geval zelfs doen instorten. Het is dan een goed idee om een professionele dakdekker in te schakelen om je dak na te kijken. Een goed werkende afvoer is belangrijk om geen problemen te krijgen met je plat dak.
Bij dakbalken voor een houten overkapping houden wij de volgende vuistregel aan: 5 cm dikte per 100 cm overspanning. Bij overbruggingen wordt gerekend van staander tot staander, exclusief de afstand van schoren. Dus wanneer u een overspanning van 3 meter wil maken, heeft u balken van 15 cm nodig.
Normaliter wordt een opstand van minimaal 12cm op het hoogste punt aangehouden. Iets lager zou geen ramp zijn, maar 3cm is echt te weinig. Bij een flinke stortbui zal al het water over de rand lopen.
Standaard hebben alle plat dak modellen een dak overstek van ca. 30 cm aan de voorzijde (bij een zwaluwstaart model, is er aan de 2 zijkanten ook een overstek van 30 cm gemaakt).
Voor trapezeplaten en sandwichpanelen geldt een minimale dakhelling van 3 graden en voor metalen dakpannen een minimale helling van 8 of 13 graden. Dwarsverbindingen in het dak vereisen speciale zorg voor dakhellingen onder 20 graden en moeten eventueel worden voorzien van extra afdichtbanden of afdichtingsmiddelen.
Bij normale temperaturen kunt u gerust op uw dak lopen. Let er wel op dat u niet op randen of details gaat staan. UV-straling beinvloed de levensduur van uw dak. De dakbedekking gaat in de loop der jaren kleine scheurtjes vertonen (krakuleren) die water gaan doorlaten.
Gordingen lopen van spant tot spant of van spant tot de muur of andere oplegpunten, indien noodzakelijk. Als we kijken naar houten kapconstructies dan is de onderlinge afstand tussen gordingen zo'n 110 tot 150 centimeter. Deze afstand wordt bepaald met berekeningen. Deze worden meestal door een constructeur uitgevoerd.
Gemiddeld gezien zal je rekening moeten houden met een gewicht per vierkante meter van 30 tot 50kg voor een plat dak. Voor een schuin dak valt dit gewicht tussen de 15 en 25kg per vierkante meter.
Vereisten voor vervorming en doorbuiging:
Concreet wil dat meestal zeggen: de vloer en het plafond. Is er geen vloer of plafond, dan kan men de maximale doorbuiging versoepelen tot 1/250ste van de overspanning (WTCB, Euronorm 5) of 1/300ste van de overspanning voor visueel comfort (NBN B 03-003).
Zo bereken je de hellingsgraad
Stap 1: Meet de horizontale afstand. Stap 2: Meet het hoogteverschil op hetzelfde stukje van de weg. Stap 3: Deel het hoogteverschil door de afstand en vermenigvuldig de uitkomst met honderd.
Het verval is dus inderdaad ongeveer 27 cm per meter.
Een hellingspercentage van 10% geeft aan dat tussen vertrek en eindpunt de weg 10 meter hoger ligt per 100 meter horizontaal afgelegde weg.
Zoals bekend, worden dakpannen doorgaans toegepast op daken met een hellingshoek van minimaal 15 graden. Voor flauwere hellingen (7-15 graden) heeft fabrikant Monier het bekende Low Pitch Systeem beschikbaar, een combinatie van grootformaat dakpannen en een water - dichte, dampdoorlatende onderconstructie.