Traditioneel wordt aangeraden om dubbele aanhalingstekens te gebruiken bij een letterlijk citaat, en enkele aanhalingstekens in alle andere gevallen. Tegenwoordig wordt er steeds meer de voorkeur aan gegeven om alleen enkele aanhalingstekens te gebruiken.
Enkele aanhalingstekens kunnen een citaat markeren: een uitspraak van iemand of een tekst die letterlijk is overgenomen uit een andere bron.
Dubbele aanhalingstekens (“deze”) worden in de meeste teksten alleen gebruikt om letterlijke citaten weer te geven. Zo'n citaat kan uit gesproken en uit geschreven taal komen: De Troonrede begint altijd met: “Leden van de Staten-Generaal”. Ze zei vanmorgen nog: “Ik kom op tijd naar huis.”
Aanhalingstekens zet je ergens omheen, bijvoorbeeld om een citaat of een zelfbedacht woord. Ná de beginaanhalingstekens komt nooit een spatie. Vóór de eindaanhalingstekens komt ook nooit een spatie.
Als een hele zin geciteerd wordt, begint het citaat met een hoofdletter en valt de punt, het uitroepteken of het vraagteken binnen de aanhalingstekens. enkele aanhalingstekens gebruiken voor het hele citaat en dubbele aanhalingstekens voor dat woord. Jan zei: 'Ik wil geen thee. ' 'Heb je ook zo'n lieve knuffelbeer?
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
Meerdere uitroeptekens
Of je nou een boek, blog of gedicht schrijft: wees spaarzaam met uitroeptekens. En dan bedoelen we ook echt spaarzaam. Het is goed om enthousiasme te tonen in je tekst, maar als je hierin doorslaat gaan lezers zich ergeren. Gebruik nooit meer dan één uitroepteken.
1. Tussen haakjes wordt een verduidelijking, verklaring of toevoeging gezet. (3) De commissiebijeenkomst was verschoven naar september (in verband met de vakantietijd). (4) Jannie van der Schar (94) is de oudste garnalenpelster van Zeeland.
Voor en achter een beletselteken komt doorgaans een spatie. Als evenwel een woord wordt afgebroken, komt er geen spatie voor het beletselteken. Tenzij het beletselteken tussen haakjes staat, komt er aan het einde van een zin geen punt achter het beletselteken. Het derde puntje vormt dan de zinsafsluiting.
Volg deze regels om een citaat op te nemen in je tekst in APA-stijl: Citaten van minder dan 40 woorden worden tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Citaten van 40 woorden of meer worden opgemaakt als een blokcitaat. De auteur, het jaar en het paginanummer worden toegevoegd aan de verwijzing in de tekst.
Beginaanhaling: “Mag ik het bord schoonvegen?” vroeg ze. “Laat me binnen!” riep hij kwaad. 'Ik zou graag mijn opstel afgeven”, zei hij.
Als alternatief voor cursivering
Vaak worden titels van boeken, films, etc. gecursiveerd, of wordt er een verschil gemaakt tussen titels van publicaties (cursief) en artikelen (aanhalingstekens).
' Soms kan een citaat in een citaat tot een vreemde zin leiden. Als je een vragende zin schrijft die eindigt op een citaat dat ook een vraag is, mag je bijvoorbeeld zowel in het citaat als daarbuiten een vraagteken plaatsen. De zin eindigt dan op twee vraagtekens met daartussen een aanhalingsteken.
Een dubbele punt gebruiken we vóór een opsomming, een citaat, een verklaring, aankondiging, omschrijving, toelichting, conclusie of gedachte. Er komt geen spatie vóór een dubbele punt, wel erna.
De apostrof, het weglatingsteken of het afkappingsteken is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel ('). Sinds de introductie van schrijfmachines en vooral sinds de opgang van computers wordt voor de apostrof vaak hetzelfde teken gebruikt als voor het accent.
Het beletselteken bestaat uit drie puntjes en geeft meestal aan dat een zin wordt onderbroken of ineens afgebroken.
De stip op het WhatsApp-icoon heet een meldingsstip. Deze functie is door je telefoonfabrikant toegevoegd om aan te geven dat je bijvoorbeeld berichten hebt ontvangen.
Interpunctie is de term voor het gebruik van leestekens. Denk aan punten, komma's en uitroeptekens.
Je gebruikt haakjes in een zin als je verduidelijking of extra informatie geeft. De informatie tussen de haakjes heeft betrekking op iets wat je direct daarvoor noemt.
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken, bijvoorbeeld een punt of een komma. Als je iets vertelt, kun je met pauzes, intonatie of gebaren duidelijk maken wat je bedoelt. In geschreven taal doe je dit met punten, komma's, vraagtekens en andere leestekens.
Een uitroepteken plaats je achter een woord of een zin waarop je extra nadruk wilt leggen. Je kunt het gebruiken om een emotie uit te drukken, zoals irritatie, boosheid of blijdschap. Ook achter een zin die in de gebiedende wijs staat, kun je een uitroepteken plaatsen.
Volgens dit onderzoek worden punctuele smsjes namelijk als minder oprecht beschouwd. Vooral wanneer je de zinnen eindigt met een punt. Een uitroepteken daarentegen duidt juist weer op meer vertrouwelijke informatie. Dus.
In een tekst staan behalve letters ook altijd tekens. Dit zijn leestekens en alle teksten maken gebruik van deze leestekens. Veelvoorkomende leestekens zijn de punt (.), de komma (,), het vraagteken (?) en het uitroepteken (!).
Spaans. In het Spaans begint een zinsdeel dat eindigt met een uitroepteken met een omgekeerd uitroepteken (¡), bijvoorbeeld ¡Hola!