De KNHS heeft de regel betreffende het starten van drachtige merries aangepast. Het advies luidt nu: 'ga na zes maanden niet meer op wedstrijd en drie maanden voor de bevalling pas je de training van je merrie aan als ze niet eerder heeft aangegeven het zwaar te hebben in de training'.
Training van een drachtige merrie
Naast goede voeding is het ook belangrijk dat de merrie voldoende voldoende beweging krijgt. Een goede lichamelijke conditie is van belang voor een vlotte geboorte en een sterk veulen. Over het algemeen kun je tot drie maanden voor de bevalling nog doorrijden.
Training van een drachtige merrie
Over het algemeen kun je tot drie maanden voor de bevalling nog doorrijden. Het is belangrijk om te zorgen voor regelmaat in de trainingen om de merrie in conditie te houden.
In de laatste paar weken van de dracht is het belangrijk dat er voldoende vitamine A, vitamine E en selenium in het voer van de merrie zitten. Deze stoffen zorgen ervoor dat er in de eerste melk van de merrie (biest) voldoende beschermende stoffen komen welke het veulen beschermen tegen ziektes na de geboorte.
Gedurende het seizoen springt een paard vaak minimaal 1x per week, soms vaker. In die periodes moet je er soms voor waken niet te vaak te springen om het lichaam niet onnodig te belasten.
Het paard ontwikkelt hiermee zijn zelfvertrouwen en leert zijn evenwicht te vinden. Daarnaast is vrij springen goed voor de behendigheid en de coördinatie, waarbij vaardigheden zoals het inschatten van de afstand tot de hindernis wordt aangeleerd.
Het is niet nieuw om paarden zo hoog mogelijk te laten springen. Het ultieme hoogterecord staat op 2.47 meter van de Chileense kolonel Alberto Larraguibel Morales uit 1949.
Een merrie is ongeveer 11 maanden zwanger. Dat zijn 335 dagen. Een range van 10 dagen langer of korter is gebruikelijk.
Een paard draagt rond de 340 dagen, de draagtijd wisselt per merrie en ook de tijd van het jaar speelt een rol. Langer dan een jaar wachten tot je merrie gaat veulenen komt dus regelmatig voor. De ene merrie bevalt rustig twee weken eerder dan de uitgerekende datum en een andere draagt zonder problemen 4 weken over.
De merrie dient onderzocht te worden door middel van rectaal en echografisch onderzoek. Er wordt gekeken of de vulva van de merrie goed sluit, er geen bacteriële infectie aanwezig is in de baarmoeder en wat de status van de cyclus van de merrie is.
De eerste voortekenen zijn: oedeem (vochtophoping) onder de buik, ook wel zucht genoemd. gedragsverandering bij de merrie: onrust, trappen/happen naar de buik, rollen, met staart schuren, soms zweten. iets subtielere gedragsveranderingen zoals afzondering, minder goede eetlust, meer liggen of slapen.
Je moet de ribben makkelijk kunnen voelen maar niet kunnen zien. Of je paard te dik is kun je bijvoorbeeld ook zien aan vetophopingen bij staart, schouder, (hartjes)billen. De melkproductie kan veel van je merrie vragen, zorg er daarom voor dat je merrie tijdens de dracht goed op gewicht is of iets reserves heeft.
Kort gezien ziet je herstel (over het algemeen) er dus zo uit: De eerste 6 weken na je bevalling houd je vooral rust. De 6 weken daarna doe je 6 weken lang specifieke klasjes, zoals ons programma om te sporten na je zwangerschap. Dan kun je 12 weken na je bevalling weer voor het eerst paardrijden.
De merrie is geslachtsrijp vanaf 1 ½ jaar. De hengst is gemiddeld genomen vanaf een leeftijd van 2 jaar geslachtsrijp. De hengst is het gehele jaar door vruchtbaar, maar heeft een hogere geslachtsdrift tijdens het dekseizoen.
Op tweejarige leeftijd heeft het paard ca. 96% van het volwassen gewicht bereikt. Hierna groeien paarden veel langzamer tot ca.vijfjarige leeftijd en in sommige gevallen tot zeven jaar.
Een drachtige merrie draagt één veulen; de zeldzame tweelingdrachten verlopen vrijwel altijd problematisch.Om te bepalen of de dekking of inseminatie is gelukt en de merrie drachtig is, is het meestal voldoende om op te letten of de merrie opnieuw hengstig wordt.
Als alles goed gaat en je merrie netjes drachtig is geworden, begint het lange wachten op het veulen pas. Grote paarden dragen gemiddeld 330 dagen (11 maanden).Minipaarden staan erom bekend dat hun draagtijd korter is.Sommige minipaarden bevallen al rond de 300 dagen van een gezond veulen.
Melk kan uit de spenen druppelen een week tot één dag voor het veulenen, ook weer erg afhankelijk van de merrie. Het kegelen: aan het uiteinde van de spenen vormt zich een wasachtige substantie vier dagen tot één dag voor de geboorte.
De geboorte gaat bij een paard erg snel: de gehele geboorte duurt als het goed is maximaal 30 minuten en het veulen probeert binnen een half uur nadat hij geboren is al om te gaan staan.
Draagtijd van een olifant
De draagtijd van een Afrikaanse olifant is maar liefst 22 maanden. Dat is bijna twee jaar! Deze draagtijd is dan ook wel een van de langste uit het dierenrijk. Door deze lange draagtijd kan het kalfje zich goed ontwikkelen in de buik van zijn moeder.
De populaire hengsten hebben het druk in deze tijd van het jaar: ze krijgen vijf en meer, soms tot tien merries per dag te dekken. En dat gaat een paar maanden door, elke dag. Het kan rond koffietijd dus misschien al het derde werkadres zijn voor een dekhengst.
Op 18 dagen na inseminatie wordt de merrie met de scanner gecontroleerd op drachtigheid. Indien de merrie drachtig is wordt geadviseerd de controle op 6 weken na inseminatie te herhalen. Op 18 dagen ook aandacht voor tweelingdracht om in zo vroeg mogelijk stadium in te kunnen grijpen.
Holsteiners hebben een zeer geprononceerde achterhand en zijn daarom bijzonder geschikt voor de springsport. De vacht van deze paarden is tamelijk kort en meestal bruin. Holsteiners komen echter, met uitzondering van het bont, ook in alle andere kleurvarianten voor.
De prijs van een paard varieert van enkele duizenden euro's tot enkele miljoenen. Het duurste paard ter wereld heet Fusaichi Pegasus. Het renpaard werd in 2000 verkocht voor het recordbedrag van 70 miljoen dollar. Hij won zo'n 2 miljoen dollar aan prijzengeld.
Verzorging. Hoeveel uur beweging moet een paard per dag hebben? Een paard dient minimaal 2 keer per dag buiten de stal te komen.