Een voorbeeld hiervan is de Vietnamoorlog (1955-1975), de eerste oorlog die overal in het Westen via de televisie te volgen was. Dit leidde tot grote protesten. Op deze pagina kun je alles lezen over de Vietnamoorlog.
De oorlog volgde op de Eerste Indochinese Oorlog (in Vietnam 'Franse Oorlog' genoemd) en duurde van 1 november 1955 tot 30 april 1975. De Vietnamoorlog wordt veelal gezien als een proxyoorlog, met Vietnam als het toneel waarop de grootmachten van de Koude Oorlog hun strijd uitvochten.
Tegen het einde van de oorlog verliezen meer dan 58.000 Amerikanen het leven. Vietnam zou later schattingen bekendmaken dat 1,1 miljoen Noord-Vietnamese en Vietcong-strijders werden gedood, tot 250.000 Zuid-Vietnamese soldaten stierven en aan beide kanten van de oorlog meer dan 2 miljoen burgers werden gedood.
In 1973 kwam er officieel een einde aan de Vietnam oorlog doordat president Nixon op 27 januari een wapenstilstandsovereenkomst tekende. De Amerikaanse troepen konden nu uit Vietnam gehaald worden en op 29 maart gebeurde dat ook.
Het totaalaantal doden van de complete Vietnamoorlog – burgers inclusief militairen – wordt geschat op 3,5 tot 4 miljoen. De Amerikanen verloren tussen de 47.000 en 58.000 soldaten, de Noord- en Zuid-Vietnamezen hadden een geschatte 380.000 tot 900.000 doden te betreuren.
Na de Eerste Indochinese Oorlog wordt het opgedeeld in het communistische Noord-Vietnam en anticommunistische Zuid-Vietnam. Met als doel oprukkend communisme tegen te gaan, neemt de betrokkenheid van de Amerikanen in Vietnam toe. Dit luidt de Vietnamoorlog in.
Vietnamoorlogslachtoffers en statistieken. Het dodental van de Vietnamoorlog wordt geschat op in totaal ongeveer 3,8 miljoen slachtoffers. Niet al deze slachtoffers waren militairen; bijna de helft van de doden van de Vietnamoorlog waren burgerslachtoffers die in de strijd terechtkwamen.
Het Nederlandse verzet tegen de Amerikaanse betrokkenheid bij de oorlog in Vietnam begon rond 1965 met kleine en ongecoördineerde acties.
De Vietnamoorlog
Vanaf 1965 startte president Johnson met grootscheepse bombardementen op Noord-Vietnam. De aanvallen stonden bekend als Operatie Rolling Thunder en waren bedoeld om Noord-Vietnam te bewegen de strijd in Zuid-Vietnam te staken. De bombardementen zouden voortduren tot 1968.
Vlag van het Nationaal Bevrijdingsfront De Vietcong (letterlijk: Vietnamese communisten, ook wel afgekort als VC) is de naam van het Vietnamese bevrijdingsleger dat het onder meer tegen Amerikaanse troepen opnam tijdens de Vietnamoorlog.
Nadat ze hun strijdkrachten hadden herbouwd en hun logistieke systeem hadden verbeterd, startten de Noord-Vietnamese strijdkrachten in maart 1975 een groot offensief in de Centrale Hooglanden . Op 30 april 1975 rolden NVA-tanks door de poort van het presidentiële paleis in Saigon, waarmee de oorlog feitelijk ten einde kwam.
Napalm wordt voor het eerst gebruikt met vlammenwerpers bij Papoea-Nieuw-Guinea op 15 december 1943. Ook wordt het in 1944 gebruikt bij de Slag om Overloon. Ook na de Tweede Wereldoorlog werd het regelmatig ingezet in conflicten, zoals in Vietnam. Sinds 1980 is de inzet van het middel tegen personen een oorlogsmisdaad.
Het antwoord is dat de VS een grote angst had dat door Noord-Vietnam binnen te vallen en de oorlog naar dat land te verplaatsen, China zou worden uitgenodigd om de oorlog in te gaan . Het zou niet langer een proxy-oorlog zijn, maar zou zich kunnen ontwikkelen tot een grote, zo niet een wereldoorlog.
Vietnam is een socialistische republiek met een eenpartijstelsel onder leiding van de Communistische Partij. De CPV omarmt het marxisme-leninisme en het Hồ Chí Minh-gedachtegoed, de ideologieën van Hồ Chí Minh. De twee ideologieën dienen als leidraad voor de activiteiten van de partij en de staat.
Na 5 jaar bezetting door nazi-Duitsland was Nederland in mei 1945 eindelijk vrij. In een ander deel van het Koninkrijk, toenmalig Nederlands-Indië, eindigde de oorlog enkele maanden later.
De Nixon-doctrine, ook bekend als de Guam doctrine, houdt in dat de Verenigde Staten steun verlenen aan enkele regionale mogendheden, die namens de Verenigde Staten invloed zouden uitoefenen.
De interventie in Vietnam heeft louter rampzalige effecten gehad. Er kwamen ten minste anderhalf miljoen Vietnamezen om het leven en er sneuvelden 58 000 Amerikanen. De kosten van de oorlog bedroegen zevenhonderd miljard dollar – in huidige dollars – en de interventie werd inflatoir gefinancierd.
In 1964 leefde ruwweg de helft van de bevolking onder Viet Cong-bestuur. Een van grote problemen waar de Amerikanen mee kampten – en nog lang zouden blijven kampen – was het autocratische karakter van de regering in Saigon en de corruptie en ineffectiviteit van het Zuid-Vietnamese leger.
Vietnam telt bijna 100 miljoen inwoners en was jarenlang verdeeld in een communistisch Noord-Vietnam en een kapitalistisch Zuid-Vietnam. Na de Vietnamoorlog werd het land in 1976 herenigd.Sindsdien is heel Vietnam een communistische eenpartijstaat.
De VS stuurde in 1965 de eerste troepen naar Vietnam en trok de laatste in 1973 terug na een smadelijke nederlaag. Het aantal Amerikaanse troepen in Vietnam was op zijn hoogtepunt in 1969: een half miljoen.
1930 – Ho Chi Minh richt de Indochinese Communistische Partij (ICP) op. 1941 – ICP organiseert een guerrillaleger, de Viet Minh, als reactie op de invasie door Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog. 1945 – De Viet Minh grijpt de macht. Ho Chi Minh maakt de onafhankelijkheid van Vietnam bekend.
De kloof tussen het noorden en het zuiden
In het zuiden zijn de mensen veel progressiever en meer liberaal, terwijl ze in het noorden veel conservatiever zijn. Voor een toerist voelt het daarom vaak authentieker en een sterkere cultuur in het noorden en in Zuid-Vietnam voelt het meer zoals het “Westen”.
Slechts 20 tot 25% van de Amerikaanse troepen in Vietnam ontvangt gevechtsgeld . Abonnees van de New York Times* hebben volledige toegang tot TimesMachine: bekijk meer dan 150 jaar aan journalistiek van de New York Times, zoals het oorspronkelijk verscheen.
Ongeveer 5.000 overlevende veteranen uit de Tweede Wereldoorlog dienden ook in de Koreaanse Oorlog en/of de Vietnamoorlog.
Sinds het einde van de Onafhankelijkheidsoorlog zijn 646.596 Amerikaanse troepen gestorven in de strijd en meer dan 539.000 stierven door andere, niet-gevechtsgerelateerde oorzaken. In de loop der jaren hebben veel veteranen de redenen beschreven waarom ze zich vrijwillig aanmeldden om te dienen.