Is het water 1 tot 2 meter diep? Dan is een dobber van 0,50 tot 0,75 prima te gebruiken. Dieper water, zoals een meer van 2 a 3 meter diep bevis je het beste met dobbers van 0,75 tot 1 gram zwaar en water tot en met 5 meter diep heeft een dobber van 1,50 gram tot 2,00 gram nodig.
Voor ondiep, stilstaand water zoals sloten en plasjes volstaat – als er weinig wind staat – een slank, drup- pelvormig dobbertje met maximaal één gram drijfvermogen. Vaak is het drijfvermogen zelfs nog minder, bijvoorbeeld 0.4 tot 0.7 gram. De dobber gaat pas staan als de loodjes op diepte zijn.
Op brasem is goed te vissen met een vaste hengel en een lijn van 12/00 tot 16/00 millimeter dik. In stilstaand water kan je een slanke dobber voor 1 à 1,5 gram lood gebruiken; in stromend water heb je een zwaardere pen nodig. Als haakjes zijn de nummers 10 tot 14 geschikt.
Op de meeste goede dobbers staat trouwens reeds een aanduiding van hoeveel lood hij draagt, Bv. 4xAA of 5x0.2gr, of het draagvermogen staat gewoon vermeld bv. 1gram. In veel gevallen zal je echter zelf willen beslissen welke en hoeveel loodhagels je op de lijn wil zetten.
Om dit te doen gebruik je het peillood met een kurken of foamen onderkant. Haal je haak door het oogje aan de bovenkant van het peillood en prik hem onder in het foam. Wanneer je het loodje nu laat zakken tot hij op de bodem komt zie je precies of je dobber zinkt of boven het water uit komt.
Door je lood gegroepeerd op de lijn te zetten, raakt die minder snel in de knoop. Bind voordat je de dobber gaat uitloden nooit eerst het haakje aan de lijn, maar doe dit altijd pas als laatste. Zit het haakje eenmaal aan de lijn, dan kun je een teveel aan lood op de lijn er niet meer makkelijk van af schuiven.
Tip 4: Ga s' nachts vissen
Je ziet op steeds meer wateren dat de beste tijd om grote brasems te vangen de nachtelijke uren zijn. Ik heb het al vaak meegemaakt, het wordt donker en plotseling beginnen de vissen te azen. Wanneer de eerste vogel begint te fluiten zijn de grote vissen weg.
De beste visstekken vind je bij beschutte plekken als een brug, steiger of vlonder. Werp wat lokvoer in het water om de vissen aan te trekken. Bevestig een dobber en vishaak aan het einde van je lijn, hang aas aan de haak en gooi je hengel uit. Geluid schrikt vissen af, dus wees stil tijdens het vissen.
Als hoofdlijn gebruik je minimaal 12/00 (dit is 0.12 millimeter) om op voorntjes te vissen. Wil je zwaardere vis vangen, bijvoorbeeld een brasem of winde vangen kies dan een lijn van 14/00. Wil je nog zwaardere vissen vangen, bijvoorbeeld een karper kies dan een lijn van 16/00 tot 18/00 als hoofdlijn.
Bij het penvissen op karper is het uitpeilen van je dobber erg belangrijk. De karper aast op de bodem, dus je haakaas moet ook op de bodem liggen. Je kunt je dobber op twee verschillende manieren uitloden. Met een staande haak, dan rust je haak net op de bodem, of met een sleepje.
De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen. Als het een warme zomerdag is, en je de voorns vaak ziet zwemmen, is het verstandig om wat hoger in het water te vissen.
Waggler is Engels voor dobber en pellets zijn geperste brokjes voer die langzaam oplossen onder water.
Er zijn speciale dobbers op de markt voor het vissen op forel op vijvers, maar een doodgewone witvisdobber met een drijfvermogen tussen de 2 en 5 gram is prima bruikbaar. Omdat de forel zoals gezegd een schuwe vis is, is het belangrijk de dobber goed uit te loden. Op deze manier voelt de vis zo min mogelijk weerstand.
Iedereen is het er over eens, de natuur is mooi! Tijdens het vissen zit je heerlijk langs de waterkant midden in de natuur. Geniet van de fluitende vogels om je heen, de insecten die heen en weer vliegen en de prachtige groene omgeving waar jij je hengeltje uitgooit.
Een plotselinge verandering in windrichting
Het is lastig hier goed op in te spelen en dus zullen de vissen slecht bijten. Ga liever vissen als de windrichting al een paar dagen hetzelfde is. TIP: Dagen met wat meer wind hebben vaak wel een positief effect op de vangsten.
Voor de meeste vissers is de blankvoorn een goede bekende. Dat geldt zeker voor de jeugdige hengelaars. Vrijwel iedere visser begint met het vissen op “witjes”, met als hoofdmoot de blankvoorn. Niet zo vreemd overigens: de blankvoorn is vrij gemakkelijk vangbaar.
Maïs. Bij maïs wordt vaak gedacht aan karpervissen, maar ook voor de witvis heeft maïs een grote aantrekkingskracht vooral bij de grotere brasems. Maïs kan je kant-en-klaar kopen in de plaatselijke supermarkt en voor speciale varianten kun je terecht bij de hengelsportzaak.
Het beste allround aas waarmee je alle vissoorten kunt vangen zijn grote witte maden. Hoe gretiger de vis, hoe meer maden je aan het kontje op de haak prikt.
De maximale lengte is 90 cm. Een Duitse recordvis uit 2000 was 85 cm lang en woog zeven kg. Het Nederlands record met de hengel gevangen brasem staat volgens de BNRZ (Beet Nederlandse Recordlijst Zoetwatervissen) op 77 cm. Deze vis woog 7280 gram.
In stilstaand water gebeurt het vaak dat de wind het water naar een bepaalde kant opstuwt. Jouw dobber drijft dan met de wind mee, maar tegen de bodem aan kan door onderstroming (dat is het terugkerend water) je lokaas de andere kant opgaan.
ik vis op een kanaal met veel beroepsvaart, gebruik meestal 43gram toplood en vanaf 130gram lood en dat werkt bij mij goed.. Je ziet de lijn trekken aan je swingers gezien die lichter zijn dan je lood maar de rest blijft goed liggen..
Tijdens het actief vissen of slepend vissen met een foreldobber, gooi je het aas meerdere malen achter elkaar in en haal je het daarna langzaam binnen. De beweging van het aas in het water lokt de forel uit tot aanbeet. Het is tijdens actief forelvissen wel belangrijk om in beweging te blijven.