Bij kamertemperatuur is zuiver mosterdgas een kleurloze, geurloze, olieachtige vloeistof. Door verontreinigingen in het mengsel krijgt het echter een gele kleur en ruikt het naar mosterd en knoflook.
Bij contact met de ogen kan mosterdgas tot tijdelijke of definitieve blindheid leiden. In hoge dosissen kan het de huid wegbranden tot op het bot. Bij inademing vreet het gif de slijmvliezen van de ademhalingswegen weg en staat het slachtoffer een pijnlijke dood te wachten.
Bij kamertemperatuur is mosterdgas een kleurloze, olieachtige vloeistof met een geur van mosterd of knoflook, maar deze geur is niet krachtig. Het was vooral gevreesd omdat het relatief gemakkelijk door de beschermende kleding van die dagen heendrong.
Werking van Mosterdgas
Het is een stof die op de huid, in de ogen, of ingeademd, een sterk prikkelende en blaartrekkende werking krijgt. Er ontstaan blaren in de longen zodat verstikking mogelijk is. De wonden worden eerst rood en na enige tijd worden de wonden blaren.
Mosterdgas is een chemische stof die tijdens de Eerste Wereldoorlog als strijdmiddel werd gebruikt. In vloeibare vorm bevat deze stof 1,1-thiobis (2-chloorethaan). In gasvormige toestand is het een dikke plakkerige en gele gaswolk die in uniformen blijft plakken en brandwonden verroorzaakt.
Wie gebruikt mosterdgas? De Duitsers zijn ermee begonnen, in juli 1917. Later in de Eerste Wereldoorlog gebruikten beide kampen mosterdgas.
Nederland bezit geen chemische wapens, maar wel worden in het Prins Mauritslaboratorium in Rijswijk op kleine schaal conform het verdrag stoffen, die op Lijst 1 staan, voor onderzoeksdoeleinden gemaakt.
Op de Wannsee-conferentie in 1942 besluiten de nazi's definitief om de Joden in vernietigingskampen als Auschwitz om het leven te brengen met het gas Zyklon B. De eerste gaskamer is een maand voor de Wannsee-conferentie al in gebruik genomen in Polen. In totaal worden er zes miljoen Joden vermoord door het naziregime.
Mosterdgas werd tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1917 voor het eerst door de Duitsers gebruikt bij de strijd om Ieper. Daaraan 'dankt' het gas haar andere naam Yperiet, afgeleid van de Franse naam van Ieper, Ypres. De naam mosterdgas is afgeleid van de geur: een mengeling tussen mosterd en knoflook.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde Fritz Haber chemische strijdgassen. Hij slaagde daarin door chloorgas en mosterdgas te produceren.
Nu is gifgas een verzamelnaam. Wat het Duitse leger op de Russen afschoot waren artilleriegranaten gevuld met xylyl bromide. Klinkt giftig, is het ook, maar het is in wezen slechts traangas.
Chemische wapens zijn niet-explosieve chemische stoffen die worden gebruikt om mensen buiten gevecht te stellen, te verwonden of te doden. Naast nucleaire wapens en radiologische wapens behoren chemische wapens ook tot de categorie massavernietigingswapens.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden er steeds nieuwe technieken ingezet om de vijand te verslaan. Prikkeldraad, tanks, vliegtuigen... het ene wapen is nog verschrikkelijker dan het andere! Maar het ergste nieuwe wapen is gifgas.
Bij inademing of door opname door de huid, kan het gas het zenuwstelsel verlammen. Bij inademing van grote hoeveelheden verlamt sarin de spieren rondom de longen, waardoor slachtoffers verdrinken in hun eigen slijm. Zelfs een kleine hoeveelheid van het reukloze, kleurloze en smakeloze sarin kan al dodelijk zijn.
Het doel van een loopgraaf is niet alleen om de soldaten te beschermen tegen vijandelijke kogels, maar zeer zeker ook tegen het krombaangeschut van de artillerie.
Zenuwgassen zijn stoffen die in het menselijk lichaam de overbrenging van signalen via zenuwen verstoren, en die daarvoor speciaal zijn geproduceerd. Deze stoffen veroorzaken bij een slachtoffer een verlamming die uiteindelijk tot de dood leidt. Zenuwgassen zijn ontwikkeld voor chemische oorlogsvoering.
Voor de eerste keer gebruikt op 12 juli nabij de Potijze : mosterdgas. Heel anders dan het in 1915 gebruikte chloorgas, een stikgas gelost uit cilinders. Mosterdgas werd met kanonnen afgevuurd.
Uitputtingsoorlogsvoering, of attritie, (in het Engels: attrition warfare) treedt op als er in een oorlog geen mogelijkheid meer is om de vijand snel te verslaan of te vernietigen. Het enige alternatief is dan een uitputtingsslag.
Psychologische effecten van gifgas
De soldaten waren niet bevreesd voor gas omdat het doodde. Dat deden zoveel andere dingen ook, al waren de soldaten ervan overtuigd dat gas veel dodelijker was dan later min of meer objectief is vastgesteld.
Het duurde nog steeds vrij lang (ca. 20 minuten), en de bestuurder kon de gevangenen horen roepen en bonzen wanneer ze zich realiseerden dat ze vergast werden.
Auschwitz-Birkenau
De ergste en meest bekende verzameling van concentratie- en vernietigingskampen is Auschwitz-Birkenau. Auschwitz I begon als een kamp voor krijgsgevangen.
Het aantal overlevenden van Auschwitz wordt geschat op 200 000. Hierbij zijn gevangenen die vanuit Auschwitz naar andere kampen gedeporteerd werden wel meegerekend, ook als die in of op weg naar die kampen om het leven kwamen.
Rusland beschikte over 40.000 ton chemische wapens. Het gaat bijvoorbeeld om gassen die de longen beschadigen en ernstige blaren veroorzaken, zoals mosterdgas, en zenuwgassen als sarin en VX.
Indicaties voor een aanval met chemische wapens zijn het verschijnen van poeder, rook, vloeistof of een vreemde geur. Als je vermoedt dat er sprake is van een CBRN/E-aanslag, kun je het volgende doen: Ga zo snel mogelijk weg van de locatie met de gevaarlijke stof .
Als bescherming werd het eerste `gasmasker' ontwikkeld: een katoenen doek geïmpregneerd met natrium thiosulfaat, glycerine en natrium carbonaat, die voor neus en mond werd gebonden. Nadat iedere militair met deze doek was uitgerust, was chloorgas als chemisch strijdmiddel niet langer effectief.