Volgens de hedendaagse kennis is het zichtbare heelal opgebouwd uit grote groepen superclusters en clusters die, samen met slierten sterrenstelsels (filamenten), een draderig netwerk vormen waartussen zich enorme superholtes bevinden.
Er zijn ontelbaar veel sterren, planeten, sterrenstelsels en clusters in ons heelal. Het is heel aannemelijk dat er meerdere – misschien wel ontelbaar veel – heelallen bestaan. Deze heelallen maken dan weer deel uit van een groter geheel. Dit noemen onderzoekers het multiversum.
Het sterrenstelsel HD1 lijkt op zo'n 33,4 miljard lichtjaar afstand van de aarde te staan. Daarmee zou dit het verste object zijn dat ooit is gezien. De extreme helderheid ervan stelt astronomen voor een raadsel. Het sterrenstelsel HD1 is mogelijk het verste object dat astronomen ooit hebben ontdekt.
Wanneer zo'n Big Freeze voor komt, zal na een tijdje alle energie in het heelal verdwijnen. Dat betekent dat sterren uitdoven, zwarte gaten al hun Hawking-straling verliezen en dus ook verdwijnen, en het universum vervolgens leeg is met enkel wat overgebleven quarks en neutronen.
De ruimte wordt gewoonlijk gezien als helemaal leeg. Maar dat is niet waar. De grote ruimtes tussen de sterren en planeten zijn gevuld met enorme hoeveelheden dun uitgespreid gas en stof. Zelfs de leegste delen van de ruimte bevatten nog ten minste een paar honderd atomen of moleculen per kubieke meter.
De verste ster ooit is ontdekt in 2018. Deze ster staat op 9 miljard lichtjaar van de aarde! Een lichtjaar is gelijk aan 9,46 biljoen kilometer, dus deze ster staat 9 miljard keer 9,46 biljoen kilometer van onze aarde. De ster heeft de wetenschappelijke naam MACS J1149 LS1.
Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer! Licht heeft ongeveer 4,2 jaar nodig om de afstand naar de dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel te overbruggen, daarom zeggen sterrenkundigen dat Proxima Centauri 4,2 lichtjaren van ons is verwijderd.
De mate waarin het heelal uitdijt, noemt men de Hubble-constante, en die bedraagt volgens de nieuwe berekeningen 73,2 km per seconde per megaparsec (3,26 miljoen lichtjaar). Dat is sneller dan het aanvankelijk berekende tempo, afgeleid van metingen van het universum kort na de Oerknal.
Het Heelal heeft geen centrum, of middelpunt. De standaard analogie is die van een ballon. Het oppervlak van een ballon wordt groter als je 'm opblaast, maar dat gebeurd niet vanuit een centrum dat op het oppervlak zelf ligt.
De grens van het waarneembare heelal ligt dan dus op 50 miljard lichtjaar (een beetje meer, doordat het heelal intussen nog uitdijt). Die grens van 46 miljard lichtjaar om ons heen is dus de grens van het zichtbare heelal (niet de grens van het hele heelal).
Vrijwel tot aan de zogeheten waarnemingshorizon, op 13,8 miljard lichtjaar afstand. Langer antwoord: Hoe groter een telescoop is, hoe meer licht hij opvangt en hoe verder hij in het heelal kan kijken. Met het blote oog kun je niet verder kijken dan 2,5 miljoen lichtjaar - de afstand tot het Andromedastelsel.
Het heelal dijt uit, waardoor de fotonen in de kosmische achtergrondstraling 45 miljard lichtjaar reisden om er te komen. Hierdoor heeft het zichtbare universum een doorsnee van circa 90 miljard lichtjaar. Toch is het heelal minimaal 250 keer groter, zo blijkt uit een nieuwe wiskundige berekening.
Het heelal is zó groot, dat we nog maar van een heel klein stukje weten wat er allemaal in rond zweeft. In het heelal zijn heel veel sterrenstelsels met wel miljarden sterren. In ons sterrenstelsel, het melkwegstelsel, zijn ongeveer 200 miljard sterren oftewel 200.000 miljoen!
En ooit werd gedacht dat het Melkwegstelsel uniek is, maar nu weten we dat er zo'n honderd miljard sterrenstelsels in het waarneembare heelal voorkomen. Misschien moeten we voorzichtig zijn met het idee dat het heelal uniek is.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Een eeuw geleden is door de Amerikaanse astronoom Edwin Hubble ontdekt dat alles in het heelal nog steeds aan het uitzetten is, dus ook de ruimte om de sterren heen. Eind jaren '90 is zelfs ontdekt dat alles steeds sneller uitzet! Op deze manier wordt het heelal dus steeds groter.
Het begint 13,8 miljard jaar geleden met een enorme explosie. Na deze oerknal bestaat het universum volledig uit heet plasma . Het heelal zet uit en koelt daardoor af. Zo'n 380 duizend jaar na de oerknal is het heelal zo ver afgekoeld dat elektronen en protonen samen waterstof atomen kunnen vormen.
Volgens de hedendaagse kennis is het zichtbare heelal opgebouwd uit grote groepen superclusters en clusters die, samen met slierten sterrenstelsels (filamenten), een draderig netwerk vormen waartussen zich enorme superholtes bevinden.
De ster die (agezien van de zon) het dichtst bij de aarde staat, bevindt zich op een afstand van 4,2 lichtjaar.
Om in de ruimte te blijven moet je minimaal 28.000 kilometer per uur vliegen. Dat is 25 keer sneller dan een passagiersvliegtuig. Het geheim van een succesvolle ruimtereis is dus niet hoe hoog je vliegt. Het gaat erom hoe snel je vliegt.
Proxima Centauri is de ster die zich, zoals de benaming ook aangeeft, het dichtst bij het zonnestelsel bevindt: op 4,25 lichtjaar.
De lichtkracht van sterren neemt heel snel toe bij grotere massa. De kleinste rode dwergen hebben een lichtkracht van ongeveer 1/1.000.000 van die van de Zon (3,827 × 1026 W). Blauwe hyperreuzen hebben een lichtkracht miljoenen malen groter dan die van de Zon.
Als het gas binnenin de ster verbruikt is zal de ster langzaam uitdoven. Dit duurt echter miljoenen tot miljarden jaren, dus dat kunnen wij mensen nooit zien gebeuren. Wat we wel kunnen zien is dat sommige sterren aan het uiteinde van hun leven exploderen (we noemen dit een supernova).
'Kleine sterren kunnen wel honderd miljard jaar oud worden. Grote worden 'maar' één miljard jaar oud. ' Het proces van verbranding duurt dus zelfs bij heel grote sterren nog ontzettend lang.