Bij verstikking is de toegangsweg voor lucht afgesloten, waardoor zuurstoftekort ontstaat. Je kunt niet hoesten en praten of alleen heel zacht. Verstikking of dreigende verstikking is een ernstige toestand, die zonder ingrijpen tot de dood leidt.
Probeer rustig te blijven en waarschuw bij een dreigende verstikking altijd een arts of bel 112. Laat de cliënt niet alleen. Benoem wat je gaat doen. Wanneer een cliënt schrikt van een handeling of aanraking zal hij reflexmatig inademen waardoor de voedselbrok nog verder de keel in kan schieten.
Wanneer door voedsel of iets anders de luchtpijp helemaal of gedeeltelijk afgesloten wordt, kan er niet voldoende lucht worden ingeademd. Hierdoor kan iemand stikken. Er is dan sprake van een gevaarlijke, levensbedreigende situatie waarin snel actie moet worden ondernomen.
Het voedsel komt dan in de luchtpijp terecht en in de meeste gevallen leidt dit tot een hoestbui, door het hoesten schiet het stukje voedsel los. Iedereen maakt dit wel eens mee. In enkele gevallen gaat het niet goed, men krijgt het benauwd, kan niet meer praten of hoesten en kan geen lucht meer krijgen.
Slaapgerelateerde ademdisfuncties zijn korte episodes van geheel of gedeeltelijke obstructie van de luchtwegen tijdens de slaap. De belangrijkste symptomen zijn snurken, benauwdheid, gevoel van stikken, en naar lucht happen.
Bij ernstige verslikking geeft het slachtoffer aan benauwd te zijn. Hij grijpt mogelijk naar de keel, is in paniek, kan niet praten of hoorbaar hoesten en probeert wanhopig adem te halen, wat soms een gierend geluid geeft.
Bij een verslikking blijft het kind volledig bij bewustzijn, het praat of huilt en hoest flink. Bij een verstikking vermindert het bewustzijn, kan het kind niet praten of goed hoesten en ziet deze steeds blauwer.
U kunt zich verslikken in uw eigen speeksel. Het is dan ook erg belangrijk dat uw mond zo schoon mogelijk is en blijft. Volgt u bij het tandenpoetsen de adviezen van de verpleegkundige goed op. U kunt zich bijvoorbeeld ook verslikken in tandpasta.
Dat doen we als volgt: laat het slachtoffer lichtjes naar voor buigen. Met de niet-dominante hand ondersteun je de borstkas, met de andere hand dien je korte krachtige slagen toe, tussen de schouderbladen. Na elke slag controleer je of het voorwerp is losgekomen.
Spontane hoest, concluderen de onderzoekers, wordt tijdens de slaap onderdrukt. Hoest maakt mensen zelden wakker. Datzelfde geldt voor niezen: zelfs als er wel veel prikkels in onze omgeving zijn die ons zouden laten niezen, worden die tijdens de slaap genegeerd. Althans, tot op zekere hoogte, zegt Van der Werf.
“Slikken vraagt veel van het reactievermogen. Bij ouderen kan dit, bijvoorbeeld door vermoeidheid, soms wat minder zijn. En soms spelen er ook andere kwalen of zelfs ziektes een rol. Bij de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson of na een beroerte krijgen mensen bijvoorbeeld slikproblemen.”
Maar als je je verslikt, sluit het strottenklepje de luchtpijp niet goed af en kan een deel van het voedsel in je luchtpijp en longen komen. Vorig jaar meldden tussen de 700 tot 1.800 mensen zich op de Spoedeisende Hulp vanwege ernstige verslikkingen en verstikkingen door voedsel en drank.
Doordat de hoestkracht vaak ook minder is, lukt het niet het slijm goed op te hoesten en weg te slikken. Stikken als gevolg van slijm gebeurt echter heel zelden.
Aspiratie. Wanneer voeding of speeksel in de longen komt en u onvoldoende kracht heeft om het voedsel uit de longen te hoesten, is er sprake van aspiratie. Dat kan gevaarlijk zijn. Wanneer er voeding of speeksel in de longen komt heeft u namelijk een grotere kans op het ontwikkelen van een longontsteking.
Het is mogelijk dat er toch voedsel in de longen terechtkomt. Dit kan gebeuren als u: niet voelt dat er eten en drinken 'het verkeerde keelgat' in gaat; moeite heeft met hoesten of als u niet meer kunt hoesten.
Zo herken je een ernstige verslikking:
Soms: zacht of stil hoesten. Verminderd bewustzijn krijgen of bewusteloos raken. De huidskleur verandert: iemand wordt bijvoorbeeld blauw. De lippen verkleuren, ook deze worden vaak blauw.
Een slachtoffer dat nog kan spreken, hoesten en ademen, heeft een milde luchtwegbelemmering. Een slachtoffer dat niet kan spreken, een verzwakkende hoest heeft, naar adem snakt of niet kan ademen, heeft een ernstige luchtwegbelemmering.
Kort gezegd moet je, als je dus het gevoel hebt dat je stikt, een houding aannemen alsof je een push-up gaat doen. Dan laat je je armen voorover vallen zodat je met je borstkas een smak op de grond maakt. Dit zou ervoor moeten zorgen dat hetgeen wat je luchtpijp verstopt, eruit schiet.
Tijdens het in slaap vallen hebben veel mensen regelmatig vreemde ervaringen. Ze zien, horen, voelen, ruiken dingen die er niet zijn. Veel voorkomend zijn het gevoel plotseling in een diepte te vallen en dan waker te schrikken of het gevoel te stikken. Dit noemen we hypnagoge ervaringen.
Door zo'n afsluiting kan de snurker niet stikken! De hersenen geven namelijk een alarmsignaal af, waar- door de snurker minder diep gaat slapen of zelfs (soms benauwd) wakker wordt. De spieren in het zachte gehemelte en de tong worden dan meer aangespannen.
Dit vallende gevoel wordt een hypnagoge schok of slaapstuip genoemd. Het is de fase tussen het wakker zijn en het slapen en kan zich ook uiten in de vorm van een schok die door uw armen of benen gaat. Het is (nog) niet precies duidelijk waardoor een hypnagoge schok wordt veroorzaakt, maar er zijn wel enkele theorieën.
Voorbereidende fase: afhappen, kauwen en verzamelen van voedsel op de tong. Mondfase: vervoer van het voedsel naar de keel door een golvende beweging van de tong door de tongspieren. Het zachte gehemelte sluit de neusweg af en de slikreactie volgt. Keelfase: het voedsel vervolgt zijn weg door de keel.
Slikken en verslikken
Slikken doen we zeer vaak; zo'n 3000 keer per dag. Naast het doorslikken van eten en drinken, slikken we ons speeksel weg. Overdag doen we dit zo'n twee keer per minuut, 's nachts een keer per minuut.