Een voorbeeld van een digital object identifier is 10.1006/jmbi. 1998.2354 . Hier staat "10.1006" voor de uitgever, en de letters en cijfers na de schuine streep (/) staan voor de naam van het tijdschrift of het boek, eventueel met de jaargang- en het artikelnummer of het hoofdstuk.
Je kunt de DOI vinden op de eerste pagina van het artikel of op de copyright-pagina van een boek.
Voeg de DOI toe op het eind van de APA-bronvermelding in de literatuurlijst. Als je de 6de editie van de APA-richtlijnen gebruikt, dan wordt de daadwerkelijke DOI voorafgegaan door het label “doi:”. In de 7de editie wordt de DOI voorafgegaan door “https://doi.org/”.
Als je verwijst met een DOI, is geen aanvullende informatie over elektronische beschikbaarheid meer nodig. Als er geen DOI is, verwijs dan bij gebruik van een elektronische versie naar de URL (Uniform Resource Locator) van het tijdschrift of de uitgever van het boek of rapport.
De DOI (digital object identifier) bij elk artikel geeft altijd de thuisbasis aan van een artikel op het internet. Als een artikel met Open Access vrij toegankelijk is, kun je het dan gelijk lezen.
4.4.3.
Elke DOI is uniek en blijvend. De DOI blijft gedurende de gehele levensduur van een document daaraan verbonden en als een document van internet wordt verwijderd, wordt de DOI niet opnieuw gebruikt. Het DOI-nummer wordt in principe op dezelfde plaats aangebracht als het ISBN of ISSN.
De Digital Object Identifier, DOI, wordt gebruikt voor objecten, zoals publicaties en data. Het gebruik van een DOI maakt duurzaam citeren en refereren gemakkelijk.. Bronnen op het internet hebben over het algemeen een webadres of een URL. Deze URL kan worden gebruikt om naar deze bron te verwijzen.
Een Digital Object Identifier (DOI) is een zogenaamde 'persistent identifier' (PID), een duurzame verwijzing naar een digitaal object. Terwijl een URL kan verlopen ('link rot') en de inhoud van webpagina's kan veranderen ('content drift'), worden PID's gedurende lange tijd beheerd en up-to-date gehouden.
APA-verwijzingen in de tekst bestaan uit de achternaam van de auteur en het jaar van publicatie. Wanneer je een specifiek deel van een bron aanhaalt, moet je ook het paginanummer of het bereik opnemen in je verwijzing. Voorbeelden zijn: (Benders, 2020, p. 70) of (Ayuk, 2021, pp. 39-41).
Verwijzen naar een boek
Een verwijzing in de tekst voor een boek bevat de achternaam van de auteur, het jaartal en (indien relevant) een paginanummer. In de literatuurlijst begin je met de achternaam van de auteur, gevolgd door een komma en de initialen. Hierna komt het jaartal tussen haakjes te staan.
Om te verwijzen naar een website of webpagina vermeld je eerst de naam van de website of de titel van de webpagina, gevolgd door het webadres van de site. Je neemt de bron alleen op in een voetnoot, dus je voegt geen bronvermelding toe aan de literatuurlijst.
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
Om te verwijzen naar een artikel uit een gedrukt tijdschrift, noem je de naam van de auteur, de publicatiedatum, de titel van het artikel, de titel van het tijdschrift, het volume- en uitgavenummer (indien beschikbaar), en het paginabereik van het artikel in je APA-bronvermelding.
Het is een unieke identificatie waarmee een uitgave vindbaar is voor (online) boekhandels en bibliotheken. Via dit nummer kun je ook de uitgever achterhalen, omdat een deel van het ISBN bestaat uit het 'uitgeversprefix'.
De jaargang is het aantal jaren dat het tijdschrift wordt uitgegeven, het afleveringsnummer geeft aan hoeveel tijdschriften er dat jaar al geweest zijn. Als een tijdschrift dus voor het derde jaar wordt uitgegeven en je verwijst naar het vierde nummer van dat jaar schrijf je jaargang(nummer) op als 3(4).
In de verwijzing plaats je dus achter de naam van het tijdschrift, de jaargang en het nummer van het tijdschrift. De jaargang wordt ook wel het volumenummer genoemd en staat schuingedrukt. Het tijdschriftnummer (issue) volgt daarop tussen haakje, niet cursief. Daarachter staat een komma.
Wil je een gehele website als bron gebruiken, dan geef je de bronverwijzing in de tekst anders weer dan bij andere bronnen. In plaats van dat je de auteur en het publicatiejaar vermeldt, geef je als bronverwijzing van een website alleen de naam van de website weer, gevolgd door een spatie en de URL tussen haakjes.
APA gebruiken in Microsoft Word
Voor een verwijzing in de tekst: ga naar verwijzingen – citaat invoegen. Vanuit deze citaties kun je automatisch je literatuurlijst genereren. Dit doe je via verwijzingen – bibliografie. Zo zet Word al jouw citaten automatisch in een lijst, in APA-stijl.
APA verwijzing in de tekst
We beginnen een tekstverwijzing na een citaat of parafrase met de achternaam van de auteur. De bronnenlijst wordt namelijk op alfabetische volgorde per auteursnaam opgesteld. Een lezer kan bij een correcte bronvermelding in een oogopslag zien welke bron je geraadpleegd hebt.
Het ISSN (“International Standard Serial Number”) identificeert titels van seriële publicaties. In tegenstelling tot het ISBN codeert het geen bijzondere gegevens.
Als je een webpagina of online artikel citeert in APA-stijl, bestaat de verwijzing in de tekst uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar. Een voorbeeld is: (Merkus & Streefkerk, 2020). Hierbij kan de auteur ook een organisatie zijn, bijvoorbeeld: (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018).
In de tekst verwijs je dan met auteursna(a)m(en) van het artikel en jaar van het boek. In de referentielijst wordt dan duidelijk in welk boek het artikel staat.
Oude literatuur kan achterhaald zijn, daarom mag je geen bronnen ouder dan vijf jaar gebruiken.
Een citaat gebruik je om een punt te verduidelijken, of als je de oorspronkelijke formulering van een ander wilt analyseren. Je mag een citaat niet gebruiken als vervanging van je eigen tekst. Je verslag mag dus nooit bestaan uit aan elkaar geplakte citaten. Dat is plagiaat, ook als je wél naar de bron verwijst.
Plaats een citaat altijd tussen aanhalingstekens. Laat deze volgen door een verwijzing tussen haakjes (achternaam auteur(s), jaartal, paginanummers(s), of door de auteur(s) in de tekst te noemen.