Uitwerpselen. Uitwerpselen van de das zijn zwart, donkergroen, vast en worstvormig tot bruin, geel en dikvloeibaar en vormloos. Dit is afhankelijk van het gegeten voedsel. De das graaft kleine, 10 tot 15 cm diepe, putjes om zijn uitwerpselen in te deponeren.
De das ziet geen kleuren, alleen maar in zwart-wit en grijstinten, en kan alleen binnen een relatief korte afstand scherp zien. Contrasten ziet hij des te beter. Hij ziet een silhouet al op 50 meter afstand. De das kan goed horen, de lage tonen ongeveer net zo goed als een mens, maar de hoge tonen vele malen beter.
Dassen zijn onderdeel van de familie marterachtigen (Mustelidae) en hierdoor verwant aan onder andere wezels, nertsen, marters, bunzingen, otters. Deze diersoorten hebben lange lijven, korte poten en sterke geurklieren, voor communicatie en ter verdediging. Hun bouw is heel geschikt om deels onder de grond te leven.
De das heeft een grote, brede kop en een zwaargebouwd gedrongen lichaam. Hij heeft korte poten en een korte, brede, bossige staart. De rug en de flanken hebben een zwart-witte vacht en de onderzijde is geelwit. De kop is wit met twee brede zwarte strepen.
Dassen zijn beschermde dieren. Verjagen, verstoren, doden of iets dergelijks is verboden. Voorkomen dat ze in je tuin komen is het enigste wat je kunt proberen. Dassen zijn echter sterke dieren en kunnen uitstekend graven.
In 2015 bestond de dassenpopulatie uit circa 6000 dieren. Dassen kunnen nuttig zijn, omdat ze insecten(larven) en muizen op hun dieet hebben staan. Ze kunnen echter ook schade veroorzaken aan gewassen, zoals granen en grasland.
Tijdens het zoeken naar voedsel lopen ze onverstoorbaar tussen het vee regenwormen te zoeken, en keren ze koeienvlaaien om op zoek naar mestkevers. Dassen hebben wel een enorme hekel aan vee dat over de dassenburcht loopt.
Dassen maken een aantal verschillende geluiden. Van een 'tjirp' (een zacht vogelachtig geluid), een spinnend 'purr' (van een moeder naar haar kleintjes) tot de herhalende kreet die we via de beelden van Molenaar hoorden.
Hun burcht bouwen ze graag hoog en droog, met op korte afstand vochtige voedselrijke plaatsen waar ze makkelijk kunnen graven. Zo'n leefomgeving bestaat meestal uit kleinschalige akkers, weilanden, bosjes, beekdalen, houtwallen, boomgaarden, heggen en beek- en rivierdalen.
Dassen kun je voornamelijk vinden in beboste of stevig begroeide gebieden. De Veluwe is, net zoals bij veel ander wild in Nederland, een goede plek om het dier te spotten, maar zeker niet de enige.
Dassen zijn 's nachts actief en vertoeven voor het grootste gedeelte van de dag in hun ondergrondse burchten. Hun leefgebied moet dus ook geschikt zijn om burchten te graven of al bestaande, verlaten burchten bevatten. Een dassenburcht gaat vaak generaties mee en wordt meerdere malen uitgebreid.
De das heeft in Nederland geen natuurlijke vijanden meer. Van oorsprong is de wolf een vijand van de das. De hond is een ver familielid van de wolf, daarom is het niet wenselijk dat honden de burcht betreden.
minder dassen op een burcht zitten kunnen ze onmogelijk alle holen openhouden. Deze raken na verloop van tijd zo vol met blad, takken en zand dat ze niet meer als hol te herkennen zijn. Er rest vaak slechts een enorme stortberg, een bult in het landschap, als teken van betere tijden.
Elke das heeft zijn eigen luchtje, dat ruikt naar 'musk'. Dassen die familie zijn wrijven zich vaak tegen elkaar aan. Ze gaan dan allemaal een beetje naar elkaar ruiken.
In de zomer, als de zon laat ondergaat, komen dassen in rustige gebieden soms al voor zonsondergang tevoorschijn. Als je over de burcht loopt horen de dassen onder de grond de trilling, en de geur blijft lang hangen. Als ze al naar buiten komen, zijn ze zo weer weg en zie je ze de hele avond niet meer.
Dassen zijn alleseters. Ze zijn slechte jagers en eten wat ze tegenkomen. Ze eten voornamelijk regenwormen die ze 's nachts in weilanden en open gebieden opsporen. Verder eten ze bosvruchten, gevallen fruit, noten, eikels, knollen, maïs, koren, paddenstoelen, knaagdieren, slakken, kevers en andere geleedpotigen.
Algemeen. De poten van de das zijn even lang, en als hij loopt blijft zijn lichaam ongeveer op eenzelfde hoogte. Hij loopt bijna altijd in een rustig tempo, maar als hij geschrokken is, of in gevaar is, zet hij het op een lopen. Hij kan dan een snelheid bereiken van 25 - 30 km per uur.
De das heeft een zeer verborgen levenswijze. Hij kan al jarenlang een gebied bewonen, zonder dat het iemand opgevallen was. Zelfs in gebieden waar de das sinds mensenheugenis algemeen voorkomt moet men zoeken naar sporen van de das. Dassen kunnen echter, ondanks hun goedaardig karakter, wel degelijk schade aanrichten.
Spoorzoeken. De das maakt niet zoveel geluid, maar het laat vaak wel veel sporen achter. Door overdag al op zoek te gaan naar deze sporen, weet je waar het dier 's avonds regelmatig komt. Wanneer je op zoek gaat naar sporen van de das, let je op vraatsporen, graafsporen, loopsporen en uitwerpselen.
De das is een zeldzaam dier in ons land en behoort daardoor tot de beschermde diersoorten. In Europa bestaat nog maar één dassensoort. Ook in de omgeving van de Wildhoeve komt dit bijzondere dier voor. De das is een schuw nachtdier en slaapt dus overdag.
De meest waarschijnlijke plek waar een dassenburcht kan worden aangetroffen is in een bosrand, houtwal of brede heg waar water, akkers en graslanden binnen een straal van 1 kilometer afstand te vinden zijn. Ook worden burchten vaak gevonden bij hoogteverschillen in het terrein (hellingen, graften, greppels, etc.).
Wij zijn DAS
Bij DAS helpen we onze klanten om problemen te voorkomen of op te lossen. Met juridische bijstand of financiële oplossingen. Verzekerd of niet verzekerd. Voor consumenten én ondernemers.
De meeste gaten in het gazon worden door dieren veroorzaakt
Vaak hebben muizen, mieren, vogels of mollen zich in je tuin gevestigd en verraden ze hun aanwezigheid met verschillende gaten in het gazon. Ook grotere dieren zoals dassen, konijnen, egels of ratten kunnen verantwoordelijk zijn voor deze gaten.