Hoe ziet de hoofdschakelaar in de meterkast eruit? De hoofdschakelaar, welke we ook wel lastschakelaar noemen, is relatief eenvoudig te herkennen. In de meeste meterkasten vindt u een grote zwarte knop, die u niet direct kan omdraaien.
Waar zit de hoofdschakelaar? In een woonhuis bevindt de hoofdschakelaar zich in de groepenkast die in de meterkast is gemonteerd. Vaak is de hoofdschakelaar vlakbij de elektriciteitsmeter gemonteerd.
Hoofdschakelaar verplicht of niet? Heeft je woning een bouwvergunning van na 2005 of zijn er na 2005 ingrijpende aanpassingen verricht aan de elektrische installatie of de groepenkast? Dan is een hoofdschakelaar verplicht. Met de schakelaar is het mogelijk om je gehele installatie in één keer uit te schakelen.
Aardlekschakelaar als hoofdschakelaar
Als hoofdschakelaar werd vaak een of meer aardlekschakelaars gebruikt. Sinds 2005 mag dit dus niet meer en moet je altijd een hoofdschakelaar in je groepenkast plaatsen.
Een hoofdschakelaar is sinds 1 september 2005 verplicht in elke groepenkast voor woningen waarvan de bouwvergunning na deze datum is afgegeven. Ook indien er ingrijpende aanpassingen worden aan oudere installaties is een hoofdschakelaar verplicht.
Schakel de hoofdschakelaar niet uit terwijl de aan/uit-indicator brandt of knippert. Als u dit doet, dan kunnen de harde schijf en het geheugen beschadigd worden en kunnen er storingen optreden. Schakel de schakelaar uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter. Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast.
Dit doe je als volgt: Schakel alle zekeringen uit en schakel de uitgevallen differentieel terug in. Schakel daarna één voor één op een rustig tempo de zekeringen terug in. Vanaf het moment dat je een zekering inschakelt en de differentieelschakelaar opnieuw springt, dan weet je dat de fout achter deze zekering zit.
Een aardlekschakelaar is voorzien van een test-knop, dit is een knop op de aardlekschakelaar met de letter “T”. Wanneer u uw aardlekschakelaar gaat testen, dient u er eerst voor te zorgen dat de aangesloten installaties uitgeschakeld zijn.
Verschillende soorten hoofdschakelaars
Een hoofdschakelaar van 40 Ampere in een groepenkast is ruim voldoende als deze achter een 1-fase hoofdaansluiting met een capaciteit van 1x 25 of 1x 35 Ampere of bij een 3-fase hoofdaansluiting van 3x 25 Ampere van de netbeerder zijn aangesloten.
Echter bij het plaatsen van de slimme meter is ook de hoofdschakelaar verwijderd. Hierdoor is het niet meer mogelijk om ineens alle stroom in je huis te onderbreken, bijvoorbeeld bij waterschade of brand.
De aardlekschakelaar voor een PV installatie is niet verplicht, mits er aan de NEN1010 voor bijvoorbeeld de uitschakeltijden van de installatie wordt voldaan.
Hoofdzekering vervangen
Zoals gezegd is de hoofdzekering het domein van uw energie leverancier. Deze stoppen mag u niet zelf vervangen, dit dient te gebeuren door een erkend installateur of uw netbeheerder welke ook de kast waarin de hoofdzekering zich bevinden verzegeld.
Een hoofd-/werkschakelaar mag ROOD met GEEL gekleurd zijn als deze een noodstopfunctie heeft. Overigens, een normale hoofd-/werkschakelaar heeft bij voorkeur een ZWART of GRIJS gekleurde schakelaar.
Specialist Elektra
Bij klauwklemmen mag je 2 draden van gelijke diameter zonder hulpmiddelen plaatsen. Bij soepele bedrading kan je een dubbele adereindhuls gebruiken om 2 geleiders samen te nemen tot 1 geleider.
In de meeste meterkasten vindt u een grote zwarte knop, die u niet direct kan omdraaien. Rechts van de hoofdschakelaar zit bijvoorbeeld een klein plastic kapje, die iets omhoog moet worden gewipt om de hoofdschakelaar om te kunnen zetten.
Als een groepenkast is voorzien van een aardlekschakelaar dan zal deze bij kortsluiting, overbelasting of hoge lekstroom het complete elektriciteitsnet in huis uitschakelen. Dat is natuurlijk heel veilig. Er kan daardoor geen verdere schade aan het netwerk en aan elektrische apparatuur ontstaan.
Het belangrijkste voordeel van een aardlekautomaat is dat deze bij een te hoge lekstroom alleen de groep uitschakelt waar de storing zich bevindt. De overige groepen worden niet uitgeschakeld. Een aardlekschakelaar schakelt bij een storing alle groepen uit waarop de aardlekschakelaar is aangesloten.
Een stroomstoring kan ontstaan door kortsluiting als gevolg van een defect in de bedrading of een kapot apparaat. Daardoor gaat er een te hoge stroom door de elektrotechnische installatie lopen. Bij een goed werkende groepen- of stoppenkast springt automatisch een zekering of schakelt de automaat zichzelf uit.
Zelf de kortsluiting opsporen kan door alle stekkers op één groep los te halen, de groepsschakelaar weer aan te zetten en één voor één de stekkers weer in het contact te steken. Wanneer de stop doorslaat weet u door welk apparaat de kortsluiting veroorzaakt wordt.
De aansluitwaarde bepaalt hoe groot het vermogen van stroom mag zijn. Als de aansluitwaarde te hoog is, dan springt de hoofdzekering uit de meterkast. Ook de verschillende groepen in huis beschikken over zo'n aansluitwaarde. De aansluitwaarde van groepen is altijd lager dan die van de hoofdzekering.
Je herkent een 1-fase groepenkast ook doordat er twee draden uit de onderkant van de groepenkast komen. Komen er vier draden uit, dan heb je een 3 fase groepenkast.
Een 1- of 2-pits kookplaat heeft een aansluitwaarde onder de 3,6 kW en kunt u dus gewoon op een normaal stopcontact gebruiken. Bij een 3- of 4-pits kookplaat heeft u over het algemeen te maken met een 2-fasen aansluiting. Vanaf een 5-pits en hoger geldt over het algemeen een 3-fasen aansluiting.
Uw aansluiting herkennen in de meterkast
Uw eigen zekeringen die achter de hoofdzekering in de meter zitten, moeten altijd minimaal een stap kleiner zijn dan de hoofdzekering. Zit daar als zwaarste 16A, dan weet u dat de hoofdzekering minimaal 25A is.