Afstervingsproces Als er nauwelijks doorbloeding is, is de kans op wondjes en infecties groot. Wanneer deze infectie zich uitbreidt kan het weefsel afsterven, wat zich uit in donkerblauwe of zwarte verkleuringen. Dit wordt necrose (bij een droge wond) of gangreen ('koudvuur', bij een natte wond) genoemd.
De huid verkleurt paarsachtig rood. Het onderliggende weefsel sterft af, waardoor het donker kleurt. Bij gasgangreen ten slotte sterven de weefsels in en rond de wonde snel af, in een tijdspanne van enkele uren. Hierdoor wordt de wondzone zwart.
Dit is vergelijkbaar met een ingedroogde blaar. Ook kan zich onder de harde necrotische korst een weke massa aangetast weefsel bevinden; de omgeving van de wond is dan meestal rood en warm en de patiënt geeft pijn aan (ontstekingsverschijnselen). In dat geval moet de necrose beslist verwijderd worden.
Zwarte wond
Zwart betekent dat zich in de wond dood (necrotisch) weefsel bevindt. Het hoeft niet altijd zwart te zijn maar kan ook een bruine, grijze of gele kleur hebben. Dit dode weefsel houdt de wondgenezing tegen. Het is daarom goed om dit uit de wond te halen.
Necrose is het plaatselijk afsterven van weefsel. Het is standaard de laatste fase van oncose en kan in sommige gevallen ook bij apoptose optreden. Necrose is vaak schadelijk voor het organisme aangezien de celinhoud niet meteen verwijderd wordt, en zo omliggende cellen kan aantasten.
De huid rondom de wond is gezwollen. Er ontstaat pusvorming of wondlekkage. De huid rondom de wond voelt warm aan. Je hebt last van een verhoging of zelfs koorts.
Het aangedane weefsel verandert van kleur van rood, blauw en groen tot zwart en wordt gekenmerkt door een zeer sterke onaangename geur van rottend weefsel. De bacteriën kunnen gas produceren, waardoor onderhuidse luchtbelletjes ontstaan die je van buitenaf kunt voelen. Je spreekt in dat geval van gasgangreen.
In de gele laag zitten celresten en samengeklonterde eiwitten. Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten. Het doel van de behandeling is het reinigen van het wondbed en absorptie van overmatig exsudaat. Ook gele wonden bevinden zich in de reactiefase.
Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel. Als je een gele wond hebt of een wond die niet goed geneest, neem dan contact op met je huisarts.
Er bevindt zich necrotisch weefsel in vervloeide vorm in de wond. De wondranden zijn rood en binnen in de wond is het weefsel geel en zwart van kleur. Veelal verspreidt de wond een sterke, onaangename geur.
De grondgedachte achter het RGZ-model is dat in het genezingsproces zwarte wonden (met necrose) overgaan in gele wonden (met infectieverschijnselen of fibrinebeslag) en ten slotte in rode wonden (met granulerend weefsel).
Zwarte, droge necrose kan niet worden behandeld met maden. Chirurgisch debridement gebeurt in de praktijk meestal met een scherpe lepel (curette) of mes. Het schoonschrapen van een wondbodem met een scherpe lepel wordt gedaan bij oppervlakkige natte necrose en om stolsel te verwijderen.
Bij debridement wordt necrotisch (dood) weefsel weggehaald, zodat dit de genezing van de wond niet in de weg staat. Een schone wond is nodig om de vorming van weefsel te bevorderen. Om een goed debridement uit te voeren kan de arts verschillende technieken gebruiken.
In de ontstekingsfase worden de bacteriën als het ware opgeruimd. Dit gaat gepaard met ontstekingsverschijnselen als warmte, zwelling, roodheid en pijn. Als de wond is verschoond en bacterie-vrij is, dan start het proces waarbij de beschadigde laag van het huidweefsel wordt vervangen door nieuw weefsel.
Symptomen van een bacteriële infectie
Bij een bacteriële infectie treden er al snel symptomen op zoals: Misselijkheid. Braken. Bloed, pus of slijm in de ontlasting.
Vaak zijn er algemene klachten als koorts, slap voelen en misselijkheid. Een infectie met bacteriën is echter niet altijd gemakkelijk te onderscheiden van infecties door virussen.
Wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel nog rood, dik en stug is. Het granulatieweefsel dat de lederhuid vervangt, moet nog verder uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsel.
Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven (necrotisch) weefsel. De wond kan niet genezen zolang dit weefsel aanwezig is en dit weefsel is een voedingsbodem voor micro-organismen.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Neem contact op met uw huisarts bij één of meer tekenen van een infectie: als er troebel witgeel vocht (pus) uit de wond komt; als de wondranden roder, dikker en warm worden of meer pijn doen; als u zich ziek voelt of koorts krijgt.
Fibrine is een eiwit dat zorgt voor een korstje. Bij chronische wonden moet het korstje worden verwij- derd om de genezing van de wond te bevorderen. is en dit weefsel is een voedingsbodem voor micro-organismen. Een arts of wondverpleegkundige moet dit weefsel daarom verwijderen.
Op basis van de beschikbare kennis kunnen we stellen dat uitspoelen van een wond wenselijk is wanneer sprake is van lichaamsvreemd materiaal, indien een wond pust of wanneer sprake is van fistelvorming. We kunnen geen uitspraak doen over de frequentie van het spoelen.
Behandeling van gangreen
Bij geïnfecteerd gangreen zal antibiotica toegediend moeten worden, veelal via een infuus in het ziekenhuis. Tevens wordt in sommige behandelcentra gebruik gemaakt van zogenaamde hyperbare zuurstoftherapie bij de behandeling van nat gangreen.
Na een eindje wandelen, kan dan pijn ontstaan in één of beide benen. Na een korte tijd rusten, verdwijnt de pijn en kan men weer een eindje verder lopen. Rustpijn Het is ook mogelijk dat er zo weinig bloed naar de benen stroomt dat er zelfs in rust, of 's nachts in bed, pijn ontstaat.
Granulatie of de granulatiefase is de tweede fase (zie wondfases) in de wondgenezing. Als de exsudatiefase is beeindigd vult de wond zich met nieuw, tijdelijk weefsel. Dit weefsel noemt men granulatieweefsel. Granulatieweefsel is goed doorbloed en ziet er daardoor vrij rood uit.