Lijkvlekken zijn in de regel blauwrode tot paarsrode markeringen op het lichaam. Ze vormen een van de verschijnselen die vlak na de dood ontstaan. Vaak worden circulatievlekken vóór het overlijden voor lijkvlekken aangezien.
Livor mortis (lijkvlekken)
Na het overlijden zakt het bloed door de zwaartekracht (hypostase) en doordat de bloedcirculatie is gestopt naar de laagst gelegen delen van het lichaam: deze kleuren daardoor paarsblauw (lijkvlekken), waar de hoger gelegen gedeelten bleek worden.
De urine is donker gekleurd en de persoon is vaak incontinent. Snelle, zwakke polsslag. Koud aanvoelende, soms blauw verkleurde handen en voeten, lijkvlekken aan de achterkant van de benen en op de rug. Spitse neus (de huid over neus en jukbeenderen verstrakt).
Verkleuring van de huid na de dood. De verkleuring wordt veroorzaakt doordat de bloedcirculatie tot stilstand komt en het bloed zakt naar de laagst gelegen delen van het lichaam. Lag de overledene op zijn rug, dan zullen er meestal lijkvlekken te zien zijn op de rug, schouderbladen en oorlellen.
Livor mortis (ook wel lijkvlek of hypostase genoemd) betreft bij overledenen de donkerpaarse verkleuring op de laagst gelegen plekken van het lichaam. De verkleuring treedt ongeveer een tot twee uur na het overlijden op en is na acht tot tien uur compleet.
Overleden dierbaren die overgegaan zijn naar het Licht, kunnen en komen op bezoek. Veelal zoeken ze contact. Je ervaart dan warmte, liefde en niet meer de onverwerkte emoties en trauma's van die persoon. Vaak kiezen zij ervoor om als tijdelijke gids bij je te blijven en je te ondersteunen.
Een van deze symptomen worden in de volksmond lijkvlekken genoemd. Dit zijn witte of blauwe verkleuringen van de huid. Dat kun je bijvoorbeeld waarnemen bij de handen, vingers en nagels van mensen. Ook bij de voeten en tenen kan dit waarneembaar zijn (vaak de uiterste gedeelten van het lichaam).
Als er wordt gesproken over het schoonmaken na een overlijden of onopgemerkte dood, ligt de nadruk vaak op het risico van bloed overdraagbare ziekteverwekkers. Dit zijn ziektekiemen die in bloed leven en zeer veel ellende kunnen veroorzaken. Sommige van deze ziektekiemen worden bacteriën genoemd en anderen virussen.
De wetgever gaat er van uit dat na een begraving van 10 jaar een lichaam helemaal geskeletteerd is. Dat houdt in dat alleen de belangrijkste grote botten over zijn. Bij sommige mensen zal dit al na 5 of 7 jaar het geval zijn, afhankelijk van de omstandigheden.
De huid. Als eerste zal het bloed wegtrekken uit de huid. Het directe gevolg is dat het slachtoffer een grauwe gele kleur krijgt. Deze kleur wordt alleen maar intenser naarmate de shock in een verder stadium komt.
Na de verzorging kan men bij een intacte huid van zowel de overledene, als nabestaande of verzorger, iemand zonder problemen aanraken. Voor het sluiten van de ogen, is het vaak al voldoende ogen direct na het overlijden met de vingers dicht te strijken.
Hoe lang rouwverwerking duurt is door de verschillende factoren moeilijk te zeggen. Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat mensen na drie maanden na het overlijden van hun partner, pas de ergste fase van rouw doormaken. Na gemiddeld ruim een jaar beginnen partners zich vaak weer beter te voelen.
Lijkvocht ontstaat door het vloeibaar worden van een lichaam door ontbinding. Het lichaamsvocht vermengt zich met bloed en bacteriën en is onderhevig aan allerlei chemische processen die in het lichaam plaatsvinden. Dat maakt het dat lijkvocht ook wel eens als giftig wordt beschouwd.
Hier bestaan geen regels voor. Om een overledene wel of niet thuis op te baren is een vrije keuze. Ook om hem 's nachts alleen te laten. De meeste mensen laten een overledene niet alleen in huis en zorgen voor een wake; dat is een kwestie van gevoel.
Wetenschappers voeren daar baanbrekend forensisch onderzoek uit. Wilson en collega's probeerden in het lab een gebruikelijk systeem voor het vaststellen van het tijdstip van overlijden te verbeteren. Ze gebruikte daarvoor timelapse camera's en ontdekten dat menselijke lichamen na de dood significant bewegen.
Natuurlijk mag iemand de overledene op de mond kussen maar men moet wel rekening houden dat daar veel bacteriën aanwezig zijn. Het is wellicht een vervelend praatje maar direct na het overlijden begint het lichaam met het ontbindingsproces. Die lichaamssappen moeten weg en dat gaat vaak via de mondhoeken.
Een crematie is goedkoper dan een begrafenis. Cremeren is beter voor het milieu. Er is geen graf dat onderhouden moet worden en dat op een later moment weer extra kosten met zich meebrengt.
Natuurlijk versterven
De patiënt raakt 'op'. Het kaarsje gaat langzaam uit. In deze gevallen is het raadzaam om voorzichtig te zijn met een vocht-infuus of met een voedingssonde. Want de kunstmatige toediening van vocht en voeding kan er toe bijdragen dat de patiënt meer last krijgt van benauwdheid, pijn en angst.
De mond kan je na overlijden dichtdoen en met een handdoek-rolletje onder de kin dichthouden. Maar de mond is de sterkste spier van je lichaam en als de spierstijfheid afneemt, gaat de mond weer open staan. Overigens moet je als iemand een kunstgebit heeft, dit weer indoen voor het sluiten.
Cremeren is het proces waarbij een overleden lichaam wordt verbrand. Het verbranden van het lichaam doet voor diegene geen pijn, je voelt er dan niks meer van want alleen je lijf is er nog.
In de 40 dagen periode neemt de ziel afscheid van de aarde en verlaat uiteindelijk deze wereld, in sommige geloofstradities wordt dit ook wel de hemelvaart genoemd. Gedurende deze periode moeten de ontslapenen of overledenen gaan beseffen dat ze moeten doorstromen naar hun nieuwe bestaan en herenigd worden met God.
Weefsel van organen wordt vernietigd, lichaamscellen worden in hoog tempo afgebroken, de huid verkleurt en raakt los. Vet neemt de langste tijd om te verteren, dus billen en dijen zitten er als laatste aan. Na zo'n tien jaar is alleen het skelet nog over.
Wanneer mensen aan het sterven zijn is een stokkende ademhaling een teken dat de dood dichterbij komt. De ademhaling kan stil vallen en daarna weer met een diepe zucht op gang komen. De tijd tussen de ademteugen wordt langer en langer, dit kan soms oplopen tot wel 30 seconden.