Geluidsvolume wijzigen Windows 11: klik rechtsonder in de Taakbalk op het blokje met pictogrammen van het wifiteken, de luidspreker en de batterij. Versleep het schuifje achter het luidsprekerpictogram naar links om het geluid zachter te zetten. Versleep het schuifje naar rechts om het geluid harder te zetten.
Klik in Windows 10 met de rechtermuisknop op het pictogram van het luidsprekertje in het Systeemvak > Geluiden. Klik in Windows 11 met de rechtermuisknop op het pictogram met de luidspreker > Geluidsinstellingen > Meer geluidsinstellingen.
fn f12 voor geluid harder en fn f11 voor geluid zachter.
U kunt de probleemoplosser ook openen vanuit Geluidsinstellingen: Selecteer Start > Instellingen > Systeem > Geluid > Veelvoorkomende geluidsproblemen oplossen en selecteer Uitvoerapparaten of Invoerapparaten.
F11 FN + F11 Schakelt het geluid in of uit. F12 FN + F12 Hiermee schakelt u actieve draadloze apparaten in of uit.
Als jij gebruik maakt van een Android device, dan kan je de mute instelling over het algemeen vinden in de instellingen van jouw telefoon.Onder de knop geluidstand vind je de opties geluid, trillen en dempen.
Geluiden van 120 decibel kunnen je gehoor direct beschadigen. Hoe schadelijk geluiden tussen 80 en 120 decibel zijn hangt af van hoe vaak en hoe lang je er naar luistert. Een voorbeeld: geluid van 80 decibel kun je 8 uur per dag (of 40 uur per week) 'veilig' horen.
Je kunt je telefoon dempen met 'Niet storen'. Deze modus kan geluid dempen, trillen stoppen en visuele onderbrekingen blokkeren. Je kunt zelf kiezen wat je blokkeert of toestaat.
Het geluidsniveau van de koptelefoon controleren terwijl je luistert. Tik in Instellingen op 'Bedieningspaneel' en voeg 'Horen' toe. Sluit je koptelefoon aan en speel geluid af. Het geluidsniveau (in decibel) van de koptelefoon wordt weergegeven door de meter 'Koptelefoonniveau'.
Open het menu Windows en voer de zoekterm apparaatbeheer in. Open Apparaatbeheer via de lijst met zoekresultaten. U kunt ook apparaatbeheer typen op de zoekbalk van Cortana. Klik op Besturing voor geluid, video en spelletjes, klik met de rechtermuisknop op uw geluidskaart en klik op Eigenschappen.
Een manier om je laptop stiller te krijgen is het gebruiken van een laptopstandaard met actieve koeling. Deze standaarden hebben ingebouwde ventilatoren die stiller zijn dan de ventilatoren in je laptop. Ze zorgen ervoor dat je laptop minder moeite moet doen om af te koelen, waardoor het geluid afneemt.
Windows 11: klik rechtsonder in de Taakbalk op het blokje met pictogrammen van het wifiteken, de luidspreker en de batterij. Versleep het schuifje achter het luidsprekerpictogram naar links om het geluid zachter te zetten. Versleep het schuifje naar rechts om het geluid harder te zetten.
Normaal gesproken bevindt de microfoon zich aan weerszijden van de camera.
Geïntegreerde microfoons zijn vaak te vinden aan de bovenkant van het scherm, vooral als er direct naast de microfoon een ingebouwde webcam zit. Kijk naar de randen van de behuizing van de laptop.
Mogelijke oorzaken zijn: Je krijgt geen beltoon of geluid bij een notificatie, omdat het geluid van de telefoon op stil staat. Het geluid van de telefoon staat op stil, omdat de functie 'niet storen' aan staat. Het geluid van de telefoon staat op zacht, waardoor je niets kunt horen.
Controleer altijd eerst of het volume niet uit staat.Daarnaast kun je de geluidsinstellingen checken via 'Instellingen' en dan 'Geluiden'. Soms kan het opnieuw opstarten van je toestel helpen. Eventueel kan een software update het probleem verhelpen.
F12. Gebruik de F12-toets om een geopend bestand op te slaan in Word, Excel, PowerPoint en Outlook. 'Opslaan als' opent dan.
Op sommige Latitude systemen wordt de F4-toets gebruikt om de geïntegreerde microfoon te dempen (afbeelding 1). Maar als de microfoon is uitgeschakeld in het BIOS blijft de LED branden nadat het systeem is opgestart met het Windows-besturingssysteem.
Dat kan gaan om een specifieke actie in een toepassing, zoals een webpagina verversen (doorgaans F5) of een hulppagina oproepen (doorgaans F1). Het kan ook een functie van het besturingssysteem oproepen, of een bepaalde actie uitvoeren tijdens het opstarten van de computer.