AFBEELDING KOPPELEN AAN CEL Het is mogelijk om een afbeelding te koppelen aan een cel. Je selecteert de afbeelding of vorm door er één keer op te klikken en toets dan het = teken in, vervolgens selecteer je de cel waaraan je wilt koppelen.
Een afbeelding uit een cel als zwevende afbeelding boven de cellen plaatsen: klik met de rechtermuisknop op de afbeelding en klik op Zwevende afbeelding weergeven. Een zwevende afbeelding in een cel plaatsen: Klik op de cel waarin je de afbeelding wilt plaatsen. Klik op de afbeelding.
Met de functie AFBEELDING worden afbeeldingen in cellen ingevoegd vanaf een bronlocatie, samen met alternatieve tekst. U kunt vervolgens cellen verplaatsen en het formaat ervan wijzigen, sorteren en filteren en werken met afbeeldingen in een Excel-tabel.
Het invoegen van een onveilige afbeelding met Bing zoeken wordt niet ondersteund op webversie van Excel. Afbeeldingen kunnen om een van de volgende redenen als onveilig worden beschouwd: De website die de afbeelding host, gebruikt geen HTTPS. Dit kan worden beschouwd als een potentieel beveiligingsprobleem.
U kunt instellen of het object rechtstreeks moet worden weergegeven in een werkblad of een pictogram toevoegen waarmee het bestand wordt geopend. Klik in de cel van het werkblad waar u het object wilt invoegen.Klik op het tabblad Invoegen in de groep Tekst op Object.
Selecteer de cel waarin u de gecombineerde gegevens wilt hebben. Typ = en selecteer de eerste cel die u wilt combineren. Typ & en gebruik aanhalingstekens met een spatie ertussen. Selecteer de volgende cel die u wilt combineren en druk op Enter.
Klik op de afbeelding die u wilt verwijderen en druk op DELETE. Als u meerdere afbeeldingen wilt verwijderen, houdt u CTRL ingedrukt terwijl u op de afbeeldingen klikt die u wilt verwijderen en drukt u op DELETE.
Hoe verwijder je een achtergrond van een afbeelding?
Selecteer uw foto.Selecteer Hulpmiddelen voor afbeeldingen > Opmaak en selecteer Achtergrond verwijderen. Bij de hulpmiddelen Achtergrond verwijderen: Selecteer Gebieden markeren om te behouden en teken de gebieden die u wilt houden.
Klik in het dialoogvenster Symbool op het tabblad Speciale tekens, klik op de rij Vaste spatie om deze te markeren en klik vervolgens op Invoegen. Klik op Sluiten. Tip: U kunt ook de sneltoets gebruiken. Klik op de plaats waar u een vaste spatie wilt invoegen en druk op Ctrl+Shift+spatiebalk.
Klik op de Microsoft Office-knop en vervolgens op Word-opties. Klik op Geavanceerd. Klik onder Documentinhoud weergeven om het selectievakje Tekeningen en tekstvakken op scherm weergeven in te schakelen. Klik op OK.
Object kan niet worden invoegen. Het programma dat wordt gebruikt om dit object te maken, is Forms. Dat programma is niet geïnstalleerd op uw computer of reageert niet. Als u dit object wilt bewerken, installeert u Formulieren of zorgt u ervoor dat alle dialoogvensters in Formulieren zijn gesloten.
Klik op het tabblad Start op Tekstterugloop. De tekst in de geselecteerde cel loopt terug naar de kolombreedte. Als u de breedte van de kolom wijzigt, wordt de terugloop automatisch aangepast.