Hoi. Olá! Hoi, hoe gaat het? Olá, tudo bem?
Sorry. É um erro de digitação. Desculpe.
Hallo, hoe gaat het met u? Oi, senhor, como você está?
We gebruiken de informele begroeting. Como estas? Het antwoord op deze vraag is; bien gracias / goed bedankt.
NL: hallo! DE: Guten Tag!
Zo wordt dank u in het Portugees 'obrigado' als het een man is die dank u zegt en 'obrigada' als het een vrouw is.
Als u iemand wilt groeten in het Portugees, zegt u Olá of Adeus.
Het woord 'bedankt is in het Japans arigato en in het Portugees obrigado. Beide woorden betekenen 'verplicht zijn' namelijk tot dankzeggen. Een vrouw zegt obrigada, een man obrigado. Uitbundig bedanken doet men met muito obrigado/a of obrigadíssimo/a.
En jij, hoe heet je? E você, como se chama?
helpful {bn.} helpfulness {znw.} help {ww.} helped {bn.}
Hier zijn 11 gerechten die je zeker moet proberen als je echt de typische keuken van Portugal wilt leren kennen, en de beste regionale restaurants om ze te proberen: Papas de Sarrabulho - Minho. Feijoada à transmontana - Trás-os-montes. Francesinha - Porto.
Als u iemand wilt begroeten, zegt u eenvoudigweg Oi!, dat “hallo” betekent. Ook kunt u Boa-tarde zeggen, dat “goedendag” betekent. Is het nog in de ochtend? Dan begroet u iemand met Bom-dia, dat “goedemorgen” inhoudt. 's Avonds en 's nachts wenst u iemand een goedenavond en welterusten met Boa-noite.
Vrouwen geven twee kussen op de wang startend met de rechterwang. Tip: Wees je bewust van je eigen lichaamshouding. De Portugezen zijn terughoudend in het gebruik van handgebaren en lichaamstaal.
hoe gaat het (phraseologicalUnit): como está , como estás , como vai , como você vai? , tudo bem?
obrigado dankbaar ♦ obrigado! dank u!
Het Poolse woord voor 'hoi' is cześć.
Dit is eigenlijk een wens voor het eten, namelijk eet smakelijk. Mocht u in een onderneming mensen tussen de middag tegen komen of in een kantine stappen, waar mensen aan het eten zijn, dan is Mahlzeit zeker gebruikelijk als groet.
Ciao of Tschau
wordt in Duitsland met name onder jongere volwassenen gebruikt.
dat; die; waarom; als; dan.