Amsterdammer (znw m -s) Inwoner van Amsterdam. Man uit Amsterdam, anders Amsterdamse. Amsterdammer (znw m) Beurtschip dat voer over de binnenwateren tussen Amsterdam en een andere stad, volgens een vaste dienstregeling. De beurtschipper die op Amsterdam voer, werd zelf overigens ook Amsterdammer genoemd.
De jeugdvriendin uit je geboortedorp die haar zelfvertrouwen haalt uit het feit dat ze nu in Amsterdam woont of de geboren en getogen Amsterdammer die denkt dat alles buiten de Randstad de Achterhoek heet: het zijn voorbeelden van Amsterdammers in hun bubbel.
De meest bekende bijnaam van die van Amsterdam is wel 'Mokumers'.
De correcte term is Amsterdammers in zowel het Nederlands als het Engels, maar mensen uit de stad worden soms ook wel Mokumers genoemd.
Een echte Amsterdammer is een Mokumer. Een Mokumer is een ingezetene van Amsterdam van wie een der grootouders, ouders en hij/zij zelf zijn geboren, getogen en woonachtig binnen de stadsmuren van 1650.
Tegenwoordig heeft Amsterdam nog steeds de bijnaam Mokum , een typisch Amsterdams woord, maar dan met Hebreeuwse roots. Mokum (Makom in het Hebreeuws) betekent “plaats”. Ajax-fans noemen hun club ook wel “de Trots van Mokum.”
Creativiteit, burgerschap, ondernemerschap en vrijdenken - het zijn vier karaktereigenschappen die volgens het Amsterdam Museum wel eens aan de basis zouden kunnen liggen voor de stad Amsterdam en haar inwoners.
Amsterdam – Mokum. De naam stamt uit het Hebreeuwse מָקוֹם (Maqom). wat 'plaats' of 'stad' betekent.
Vroeger werd Amsterdam ook wel “Amstelredamme” genoemd, wat verwijst naar de dam over de Amstel. De oorspronkelijke nederzetting werd gesticht rond het jaar 1275 en kreeg zijn naam door de combinatie van “Amstel” (de rivier waarbij de stad ontstond) en “dam” (de constructie die gebouwd werd om de Amstel te reguleren).
Een relatief groot deel woont alleen (49%). Gemiddeld in de MRA ligt dit aandeel op 39%. Er wonen wat minder stellen met kinderen (18%) vergeleken met de MRA (25%). In Amsterdam wonen relatief veel jonge huishoudens (18-34 jaar) in vergelijking met gemiddeld in de MRA (28% versus 20%).
Plat Amsterdams en Mokums, de volkstaal die wordt gesproken door Amsterdammers die er geboren en getogen zijn. De volkstaal kent veel invloeden uit het Jiddisch, de gemeenschappelijke taal van de Europese Joden.
Mokum, zonder Aleph , wordt in Nederland nog steeds veel gebruikt als bijnaam voor de stad Amsterdam. De bijnaam werd eerst gezien als bargoens, een vorm van Nederlands straattaal, maar in de 20e eeuw verloor het zijn negatieve klank en wordt het nu door Amsterdammers gebruikt als bijnaam voor hun stad in een sentimentele context.
De schimpnaam “stoepeschijters” gaat niet alleen op voor Rotterdam, maar volgens Van der Heide in Groot schimpnamenboek van Nederland is het een veel voorkomende schimpnaam voor stedelingen en inwoners van grotere plaatsen.
Ze variëren van 125 euro tot ruim 1000 euro voor een custom Amsterdammertje, ingekort tot straathoogte, met stalen voetplaat, met tekstplaat én prachtig bewerkt door een bekende Amsterdamse graffiti artiest met een door jou gekozen thema.
Die typisch Amsterdamse mentaliteit met die typisch Amsterdamse gein, die tegendraadsheid, die tolerantie, dat nonconformisme, zijn juist het resultaat van het feit dat Amsterdam altijd al een stad was vol immigranten die steeds weer nieuwe kennis, ideeën en stijlen inbrachten.
Mokumer voor 'Amsterdammer' is al in 1906 opgetekend, in een Bargoens woordenboekje van de Amsterdamse politiecommissaris W.L.H. Köster Henke. Mokums voor 'Amsterdams' is in 1929 voor het eerst aangetroffen, in het dagblad Het Vaderland.
Amsterdammer (znw m -s) Inwoner van Amsterdam. Man uit Amsterdam, anders Amsterdamse. Amsterdammer (znw m) Beurtschip dat voer over de binnenwateren tussen Amsterdam en een andere stad, volgens een vaste dienstregeling.
Kom je hier op latere leeftijd je heil zoeken in wat voor vorm dan ook, dan word je een inwoner van Amsterdam, of anders gezegd een import-Amsterdammer.
Dutch komt van de oude benaming Duitsch of Dietsch voor het Nederlands. Het Engels heeft het woord Dutch ontleend aan het Nederlands, in een tijd dat wij onze taal zelf nog met Duitsch of Dietsch aanduidden – waarschijnlijk in de late Middeleeuwen.
Een ander kenmerk van de Amsterdammer is, zijn afkeer van alles buiten Amsterdam, door hem vaak aangeduid als Boerica, hetgeen merkwaardig genoeg gepaard gaat aan een welhaast ongezonde hang naar buiten. Weg wil hij van zijn bovenhuis en van de daarbij behorende benauwde luchten.
Rijkste Amsterdammer
Het is Rob Defares met een vermogen van 3,3 miljard euro.
In de periode tussen 2018 en 2021 was de levensverwachting van Amsterdammers bij geboorte gemiddeld 81,0 jaar. Dat gemiddelde ligt in Nederland op 81,6 jaar volgens het CBS. Net zoals bij de Nederlandse bevolking ligt de levensverwachting voor Amsterdamse vrouwen hoger dan voor mannen.