Grootmoeders: De top-5 aanspreektitels is: Grammy, Granny/Gran, Nana, Mimi en Bubbe. Voor de glamoureuze oma's is er 'glam ma', naar het voorbeeld van Goldie Hawn die zich nog te jong voelde voor iets anders.
In het Vlaams bestaan onder andere: bomma, meme, metje, metjen of metj'n, mit, moemoe en moeke. In het Fries wordt beppe gebruikt en in het Gronings opoe.
Ootema 'grootmoeder' [1781; WNT grootmama], Grootmama [1785; WNT grootmama], grootma [1842; WNT zindelijk], Oma [1901; WNT stom III]. Een woord uit de kindertaal, wrsch. een vervorming van grootma(ma), zie → groot- en → mama. Daarnaast bestond ook nnl.
De peter en meter zijn degenen die het kind voor God voorstellen, zij vergezellen hem of haar om gedoopt te worden. Dit begrip van begeleiding, van getuigenis, is niet louter religieus; het kan ook in een seculiere context worden toegepast. Vroeger was de peetvader de verantwoordelijke voor de opvoeding van het kind.
Oma, bompa, meme, vake …
Bij het doopsel leggen de meter en peter de belangrijkste belofte af: als een of beide ouders vroeg zouden sterven, nemen zij de zorg voor het kind op zich. Daarom werd vaak voor dichte familieleden gekozen als meter of peter, denk maar aan een zus, een broer of een van de ouders van de mama of papa.
oma (zn): تِيتَة (en) grandmother (informal)., جِدَّة
NL: oma. ES: ¡Abuela!
Behalve het traditionele 'opoe', heten ze 'opapa' en 'omama', 'grootoma' en 'grootopa'. Of: 'oma-oma', 'kleine omaatje', 'mevrouw oma', 'bon-mama', 'superoma', 'granny' of zelfs 'oma granny': allemaal overgrootmoeders, maar zij leven nu eenmaal langer dan de overgrootvaders.
de mammie zelfst. naamw. (v.) Verbuigingen: mammies , moeder Voorbeeld: `Ga maar naar je mammie` Bron: WikiWoordenboek.
Is het 'de bomma' of 'het bomma'?
Het is 'de bomma', want bomma is vrouwelijk.
[familie] het kind van iemands kleinkind.
De gemeenschappelijke voorouder zelf kan als eerste generatie beschouwd worden, zijn kinderen zijn generatie twee, zijn kleinkinderen generatie drie, zijn achterkleinkinderen generatie vier, enzovoorts. Bij de meeste mensen is tijdens de geboorte wel een of meerdere grootouders in leven.
oma (zn): お婆さん
Ook 'vake' en 'moeke' worden vaak gebruikt als namen voor grootouders. Zowat een op de tien laat zich zo noemen. Andere klassiekers zijn bomma en bompa, en vava en moemoe. Sommige van die namen zijn duidelijk regiogebonden: in Oost- en West-Vlaanderen vind je bijvoorbeeld nauwelijks vava's of bomma's.
NL: oma. FR: Grand-mère !
Een meter en peter: dat waren vroeger steevast de twee getuigen bij het doopsel van een pasgeboren baby in de kerk. Het woord 'peter' is een Latijnse afleiding van Pater (vader), en 'meter' van Mater (moeder).
Bij een katholieke doop worden doorgaans twee getuigen gevraagd: een (mannelijke) peter of peetoom en een (vrouwelijke) meter of peettante. Deze peetouders zijn samen de doopborgen.
Suikerbonen worden soms betaald door de peetouders en komen in sommige streken na de doop uit een (tweede) luier. De bonen staan voor het nieuwe leven en voor vruchtbaarheid.