Voor een vrijwillige uithuisplaatsing moet de gemeente een zogeheten verleningsbeschikking afgeven. Bij een gedwongen uithuisplaatsing beslist de kinderrechter dat het beter is dat het kind, tijdelijk, ergens anders woont. Het kind wordt onder toezicht gesteld en de rechter spreekt een machtiging uithuisplaatsing uit.
Een uithuisplaatsing via de kinderrechter is geen vrijwillige uithuisplaatsing, maar een zogenoemde gedwongen uithuisplaatsing. U moet eraan meewerken als de kinderrechter toestemming aan de jeugdbeschermingsorganisatie (gecertificeerde instelling) geeft om uw kind uit huis te plaatsen.
Uithuisplaatsing mag maximaal 12 maanden duren en is meestal gekoppeld aan de duur van de ondertoezichtstelling. Verlenging is mogelijk.
Wordt een kind uit huis geplaatst, dan gaat uw hulpverlener met u na welke andere hulp u en uw kind verder nog nodig hebben. De hulp is er zo veel mogelijk op gericht om de relatie tussen ouders en kind te herstellen en andere problemen te verhelpen of verminderen, zodat een kind uiteindelijk weer thuis kan wonen.
Professionals die werken bij Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming of bij een gecertificeerde instelling kunnen bij de kinderrechter een verzoek indienen tot een machtiging uithuisplaatsing.
Soms wordt de moeilijke keuze gemaakt dat een kind - tijdelijk - beter ergens anders kan wonen. Dit heet een uithuisplaatsing. Een uithuisplaatsing kan vrijwillig of gedwongen zijn. Een jeugdrechter beslist over gedwongen uithuisplaatsing.
De crisishulpverlening duurt maximaal vier weken. Daarna moet opnieuw gekeken worden of er nog meer of andere hulp nodig is. Het is belangrijk dat u aangeeft wat u van de hulp verwacht.
Ook kinderen jonger dan 18 jaar mag je uit huis zetten. De wet zegt dat je – als gezaghebbende ouder – onderdak moet geven aan je minderjarige kind (of kinderen), maar niet dat dit per se in je eigen huis hoeft te gebeuren. Op grond daarvan kun je een minderjarig kind de deur wijzen.
Jullie gezinsvoogd of de Raad voor de Kinderbescherming kan een uithuisplaatsing aanvragen bij de rechter. Dat doen ze als ze vinden dat het bij jullie thuis niet veilig of stabiel genoeg is voor je kind. De rechter neemt het besluit. Alleen hij kan bepalen of jouw kind uit huis wordt geplaatst.
Als je 18 jaar bent en dus meerderjarig dan mag je zelf beslissen waar je woont. Wanneer je als meerderjarige niet meer welkom bent thuis en je in een crisissituatie bevindt dan kan je terecht bij het CAW en/of bij het JAC (tot 25 jaar). Je kan langsgaan bij een onthaal in je buurt of telefonisch contact opnemen.
Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan.
Wat doet Veilig Thuis met een melding? Na een melding doet Veilig Thuis het volgende: een hulpverlener die uw gezin al hulp geeft op de hoogte brengen (zoals de huisarts) of het sociale wijkteam. Die helpen uw gezin dan verder.
Werkt een gezagdragend ouder onvoldoende mee, dan kan een gezinsvoogd een schriftelijke aanwijzing geven. Wordt een aanwijzing niet nageleefd door de ouders, dan moet de GI weer naar de rechter voor een dwangmiddel. Dit kan een dwangsom zijn. De gezinsvoogd mag niet eenzijdig bijvoorbeeld een omgangsregeling inperken.
De directbetrokkenen hebben het recht te vragen om vernietiging van hun dossier. In het geval dat Veilig Thuis tot de conclusie komt dat er geen sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling, zal ze de directbetrokkenen actief wijzen op dit recht. Een verzoek tot vernietiging wordt in dat geval ingewilligd.
Van de eerder gepubliceerde 420 kinderen van gedupeerden met een uithuisplaatsing op 30 december 2020 is gekeken wat hun situatie was op 30 december 2021. Van deze 420 kinderen, waren op 30 december 2021 280 kinderen nog uithuisgeplaatst.
Kinderen jonger dan 18 jaar mag je uit huis zetten, maar hieraan zijn strenge voorwaarden verbonden. De wet bepaalt dat je als gezaghebbende ouder voor je minderjarig kind onderdak moet verschaffen, maar niet dat dit in je eigen huis moet zijn. Op grond daarvan kun je je minderjarig kind de deur wijzen.
Kan ik een gesprek weigeren? Wij kunnen niemand dwingen om met ons in gespek te gaan, maar we hebben wel de wettelijke taak om te onderzoeken of het veilig is in jouw gezin is. Dat kunnen we niet doen zonder jou. Jouw mening hebben we nodig om een zo goed mogelijk beeld van de situatie te vormen.
Iedereen kan een melding doen bij Veilig Thuis. Bijvoorbeeld als iemand zich zorgen maakt over jouw thuissituatie. De meeste meldingen worden gedaan door de politie. Maar ook leraren, hulp- en zorgverleners, verpleegkundigen, (huis-)artsen, familieleden, buren of vrienden kunnen een melding doen.
Denk bijvoorbeeld aan kinderen die getuige zijn van geweld in huis, kinderen die zelf slachtoffer zijn van mishandeling/verwaarlozing of kinderen die afhankelijk zijn van volwassenen, die echter door alcohol- of drugsgebruik, een psychische ziekte of agressie in de huiselijke sfeer niet in staat zijn om voor het kind ...
Vanaf 18 jaar kan je alleen gaan wonen. Dan ben je meerderjarig. Je kan zelf beslissen of je ergens anders gaat wonen. Je hebt geen toestemming meer nodig van je ouders of van een jeugdrechter.
Voogdij na einde gezag
Uw kind wordt opgevoed in een pleeggezin of tehuis. U heeft als ouder officieel niets meer over uw kind te zeggen. De voogd betrekt u wel voor zover mogelijk en informeert u over uw kind.
Echtgenoten en geregistreerde partners moeten elkaar onderhouden. Ook na de scheiding. Ouders hebben die plicht voor hun kinderen tot 21 jaar.
Je bent echter wel verplicht om hieraan mee te werken. Als je dit niet doet, kan de gezinsvoogd van Jeugdzorg een brief sturen met een aanwijzing die jou verplicht om mee te werken. Indien de zorgen zeer ernstig zijn, kan een kind door de rechter uit huis geplaatst worden.
Wie betaalt de crisisopvang? De crisisopvang wordt betaald vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Wet langdurige zorg (Wlz). Wie verantwoordelijk is, hangt af van de situatie van je naaste.
Hoe ziet de crisisopvang in de jeugdzorg eruit? De crisisopvang probeert zoveel mogelijk een normaal gezinsleven na te bootsen. Zo heeft het kind een eigen kamer, waar hij of zij tot rust kan komen. Ook zijn er gezamenlijke ruimtes zoals een keuken en een huiskamer.