Kruislings vermenigvuldigen Wat dit inhoudt is dat de twee getallen die diagonaal van elkaar met elkaar vermenigvuldigd allebei hetzelfde antwoord opleveren. Bijvoorbeeld (aan de hand van bovenstaande tabel): 3 300 = 900, en 5 180 = 900. Die antwoorden moeten in een verhoudingstabel altijd hetzelfde zijn.
In een verhoudingstabel kunnen we kruisproducten maken. Daarbij vermenigvuldigen we de waarde linksboven met de waarde rechtsonder.En we vermenigvuldigen de waarde rechtsboven met de waarde linksonder. De uitkomsten zijn gelijk aan elkaar.
Je neemt (vandaar de naam) altijd het kruisproduct van de twee componenten. Dit betekent: Eerste component van de eerste vector maal tweede component van de tweede vector.Vervolgens berekent u de eerste component van de tweede vector maal de tweede component van de eerste vector.
In een verhoudingstabel geldt de regel: wat je onder doe, doe je boven ook (en andersom). De leerling verzint zelf een (liefst zo snel mogelijke manier) om naar 4480 te komen. Bijvoorbeeld: 32 x 100 = 3200 en dan blijft er nog 1280 over. 32 x 4 = 128, dus 32 x 40 = 1280.
Leg uit dat de verhouding 1 op 5 is. Dat wil zeggen dat het verbruik van de auto 1 liter benzine is per 5 kilometer. Laat de tabel zien en leg uit dat je het totaal aantal kilometers deelt door de kilometers per liter (60 : 5= 12).
De mengverhouding 1:4 staat tot 25%, een kwart. Dit houdt dat je aan 4 liter verf, 1 liter verharder of verdunner toevoegt. Hoeveel de 1:4 mengverhouding is hangt dus af van hoeveel verf je gaat gebruiken. Heb je 500ml verf, dan voeg je hier 1,25 verharder of verdunning aan toe.
In een verhoudingstabel reken je getallen om naar de gevraagde hoeveelheid. Je vermenigvuldigt of deelt de getallen, die in dezelfde kolom staan, met hetzelfde getal. De verhouding tussen de getallen boven en onder blijft steeds gelijk. Je werkt stap voor stap naar de onbekende ofwel naar de gevraagde hoeveelheid toe.
Het product van twee of meerdere getallen krijg je door deze getallen met elkaar te vermenigvuldigen.
De regel geldt in iedere algebraïsche structuur waarin het quotiënt is gedefinieerd. Dit is in de praktijk meestal een lichaam (Ned) of veld (Be), waar ieder element anders dan nul een voor de vermenigvuldiging inverse heeft. Anderzijds kan kruislings vermenigvuldigen dienen om breuken mee uit te leggen.
De regel van drie of drieën
Dit wil zeggen als de ene grootheid groter wordt, vermeerdert de andere in dezelfde mate. En als de ene grootheid kleiner wordt, vermindert de andere grootheid eveneens steeds in dezelfde mate. Als 500 gram kaas € 4 kost hoeveel kost 200 gram dan? (OF Hoeveel kaas kun je kopenvoor € 7,= ?
Voor het vermenigvuldigen van breuken is het niet vereist dat de breuken gelijke noemers hebben. Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten de tellers met elkaar worden vermenigvuldigd en de noemers met elkaar worden vermenigvuldigd. Ook bij het delen van breuken hoeven de noemers niet hetzelfde te zijn.
Vectoren in de fysica geven info over het aangrijpingspunt, de grootte, zin en richting.
Zo zijn er nog meer mogelijke combinaties die je kunt kiezen. Om alle mogelijke combinaties te berekenen kun je de vermenigvuldigingsregel toepassen. Hiervoor moet je het aantal losse mogelijkheden voor iedere keuze met elkaar vermenigvuldigen, je komt dan uit op het totaal aantal mogelijkheden.
Een verhoudingstabel is een tabel die je precies vertelt welke stappen je zet om tot de juiste antwoorden te komen. Wanneer je rekent met verhoudingen, vergelijk je dingen met elkaar. In ons voorbeeld vergelijken we de hoeveelheid eieren voor verschillende aantallen taarten (1 of 2).
Verhoudingstabel maken
Normaal gesproken weet je bij een verhoudingstabel altijd drie getallen. En om het vierde getal uit te rekenen moet je altijd de diagonale getallen keer elkaar doen en daarna delen door het getal dat over is. Hieronder zie je een klein voorbeeldje van zo'n verhoudingstabel en een rekenvoorbeeld.
De snelheid van Teun verhoudt zich tot de snelheid van Peter als 1 : 2. Dit spreek je uit als: één staat tot twee. Als Teun 17 kilometer per uur fietst, dan fietst Peter twee keer zo snel, dus 2 x 17 = 34 kilometer per uur.
1 : 50 = 1 deel olie + 50 delen benzine. Voor een mengverhouding 1: 50 heb je vijf liter benzine en 0,10 liter (100 ml) motorolie nodig, liefst STIHL tweetaktmotorolie.
De schaal wordt vaak geschreven als breuk met ":" als delingssymbool. Als het model 10 maal zo klein is als het origineel, is de vergrotingsfactor 0,1, of anders geschreven 1 : 10 (uitgesproken als: een op tien). Dit geeft dus aan dat 1 cm van het model 10 cm van het origineel betreft.
Laat de som met Aya zien. Kijk met hoeveel 1 liter benzine is vermenigvuldigd om 20 liter benzine te gebruiken (1 × 20 = 20).
3 : 5 betekent: bij elke 3 eenheden van A horen 5 eenheden van B, en omgekeerd.
In de wiskunde is de verhouding (ratio) tussen twee grootheden het quotiënt ervan. Soms wordt een speciale schrijfwijze gebruikt met behulp van een dubbele punt. Als het quotiënt bijvoorbeeld 3 is wordt dit genoteerd als 3:1 en uitgesproken als 3 staat tot 1 of 3 op 1.
Om een 1:10-oplossing te verkrijgen, moet u de oorspronkelijke concentratie (1 deel medicatie op 5 delen vloeistof) halveren. Dit betekent dat u 10 ml vloeistof moet toevoegen om het oorspronkelijke volume te verdubbelen en een 1:10-oplossing te verkrijgen.