Zogenoemde 'compensatiepunten' kunnen er namelijk voor zorgen dat je gemiddelde toch minstens een 6,0 is, waarmee je voldoet aan de slagingseisen. Elke extra voldoende punt die je hebt is er één, die compenseert dus een onvoldoende punt:Eén 5 compenseer je dus met minimaal één 7.
Je slaagt voor het eindexamen havo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor een van de kernvakken.
Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde eindcijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij liggende gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5.
1x een 7 geldt als één compensatiepunt; • 1x een 8 geldt als twee compensatiepunten; • 1x een 9 geldt als drie compensatiepunten; • 1x een 10 geldt als vier compensatiepunten; • De cijfers van de vakken in cluster 3 gelden niet als compensatiecijfer.
Je bent niet geslaagd wanneer je een 4,4 hebt voor Nederlands, een 8,2 voor Engels en een 9,0 voor Wiskunde. Je mag namelijk nooit lager dan een 4,5 (afgerond een 5) halen voor de kernvakken.
Compensatiepunten zijn punten die je kunt verdienen om een onvoldoende cijfer te compenseren met een voldoende cijfer. In Havo 5 worden de vakken CKV, BSM en Maatschappijleer beoordeeld met een voldoende/onvoldoende beoordeling. Als je voor deze vakken een voldoende haalt, dan krijg je hiervoor compensatiepunten.
Per kandidaat is er een lijst van CE-cijfers. Van die lijst wordt het rekenkundig gemiddelde bepaald. Dat rekenkundig gemiddelde moet voldoende zijn; 5,5 of hoger. Je bent geslaagd bij een gemiddelde van 5,50 of hoger, maar niet met een gemiddelde van 5,49.
Een compensatiepunt haal je door een halve punt hoger dan een zes te scoren. Een afgeronde 7 levert je één compensatiepunt op, een afgeronde 8 twee compensatiepunten, et cetera. Om twee 5'en te compenseren, moet je dus één 8, of twee 7's (en verder allemaal 6'en) scoren.
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. Je mag één 4 hebben, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn.
Het combinatiecijfer voor havo en vwo is het gemiddelde van de eindcijfers voor de verschillende vakken. Alle cijfers tellen daarbij even zwaar mee. Het gemiddelde wordt afgerond naar een geheel cijfer, dat is je combinatiecijfer.
Zo bereken je het gemiddelde centraal examencijfer
Tel al je centraal examencijfers op (niet afronden!)en deel dit getal door het aantal vakken. Met een gemiddelde van 5,50 ben je geslaagd, met een gemiddelde van 5,49 of lager ben je gezakt.
De ondergrens voor een 7 is dus 6,45.
CKV is verplicht voor alle leerlingen in de tweede fase havo/vwo behalve voor gymnasiasten, die het vakonderdeel Klassieke Culturele Vorming (KCV) volgen.
als je een 'voldoende' of 'goed' hebt voor lichamelijke opvoeding. Het combinatiecijfer is het gemiddelde cijfer van vakken waarvoor je geen centraal examen doet.
Er mogen niet meer dan drie vijven (555) of één vijf en één vier (54) of één drie (3) voorkomen. Bij dit aantal onvoldoendes met compensatie wordt een leerling altijd besproken. Voor de vakken onder 2.) moet de procesgang voldoende zijn.
Als je gezakt bent voor het eindexamen havo, kun je herkansen.Je doet dan in 1 vak opnieuw centraal examen (in tijdvak 2). Als je ook na je herkansing niet geslaagd bent, kun je het examenjaar overdoen. Soms kun je naar het volwassenenonderwijs of vakken afsluiten via het staatsexamen.
Zogenoemde 'compensatiepunten' kunnen er namelijk voor zorgen dat je gemiddelde toch minstens een 6,0 is, waarmee je voldoet aan de slagingseisen. Elke extra voldoende punt die je hebt is er één, die compenseert dus een onvoldoende punt: Eén 5 compenseer je dus met minimaal één 7.
Havo 3. Een leerling is bevorderd naar havo 4 als wordt voldaan aan alle voorwaarden: De leerling staat een 6,0 of hoger gemiddeld voor alle vakken.De leerling staat een 6,0 of hoger gemiddeld voor de gekozen profielvakken.
De J maakt 15 met elk van de vijven, dat is 8 ; de 4 vijven maken ook 15 op vier verschillende manieren, dat is 16; dubbel paar royal (four of a kind) voegt 12 toe, wat 28 maakt; de boer van nobs maakt 29.
Overgangsnormen havo 4 / vwo 4 en 5
er zijn maximaal 3 tekortpunten toegestaan. maximaal eenmaal het cijfer 5 in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. alle tekortpunten dienen te worden gecompenseerd.
Wat is de 5.5 regel? Gemiddeld moeten alle resultaten van je centraal examen minimaal een 5,5 (voldoende) zijn. Dit wordt de 5,5–regel genoemd. Zijn al je eindcijfers dus hoger dan een 6, dan ben je sowieso geslaagd.
Een leerling wordt bevorderd naar havo 2 indien aan elk van de volgende criteria is voldaan: Maximaal 1 x 4 en 1 x 5 in vakkengroep I en 1 x 5 in vakkengroep II op rapport 4.
Als je een getal moet afronden, let dan alleen op het eerstvolgende cijfer dat je weglaat. Als dat cijfer lager is dan 5, rond je omlaag af.Is dat cijfer 5 of hoger, rond je omhoog af.
Als bij de aftoetsing een 5,5 of hoger wordt behaald, dan heeft men een voldoende behaald en dus zijn 3 punten binnen. 5,4 of lager betekent een onvoldoende en dan zal het vak hertoetst moeten worden. Alle jaren bestaan uit 60 studiepunten per jaar.
Cijfers worden definitief als de inzage is geweest en de termijn om beroep in te stellen voor studenten is verstreken. In de OER van je opleiding is geregeld wanneer de resultaten uiterlijk in SIS gepubliceerd moeten worden. Je tijd om na te kijken is dus beperkt en varieert in de UvA meestal tussen 15 en 20 werkdagen.