Het client-servermodel is een model in de informatica en computertechniek voor de samenwerking tussen twee of meer programma's, die zich op verschillende computers kunnen bevinden. Kenmerkend voor de asymmetrie in het model is: de server is permanent beschikbaar en is reactief.
Als je in je browser een webpagina gaat bezoeken, stuurt je browser (client) een verzoek naar de server om deze pagina te tonen. Dit verzoek van de client heet een request. De server geeft hierop een antwoord: dat is de response. Deze communicatie wordt op de server bijgehouden in een server-log of in de logfiles.
Een client is een applicatie of een computersysteem met toegang tot een ander systeem, de server, via een netwerk. Men spreekt hierbij van een client-servermodel.
Het client-servermodel is een model in de informatica en computertechniek voor de samenwerking tussen twee of meer programma's, die zich op verschillende computers kunnen bevinden. Kenmerkend voor de asymmetrie in het model is: de server is permanent beschikbaar en is reactief.
De woorden cliënt en client bestaan allebei. Ze betekenen niet hetzelfde en worden ook verschillend uitgesproken. Je schrijft cliënt met een trema als het gaat om de betekenis 'klant', 'persoon die gebruikmaakt van iemands diensten', 'iemand die hulp krijgt, vooral op medisch, geestelijk of sociaal gebied'.
Netwerken kan via verschillende wegen. Zo heb je persoonlijke netwerken (vrienden, familie kennissen), digitale netwerken (op internet, o.a. discussiefora, digitale jobboards, social networks als facebook, hyves, twitter, linkedin) en zakelijke netwerken (collega's, relaties, studiegenoten, etc).
Een computer dat met een kabel op het netwerk is aangesloten, is altijd verbonden met een netwerkverdeler, oftewel een “netwerkswitch”. Tussen de computer en de netwerkswitch wordt gecommuniceerd. Deze communicatie verloopt volgens een protocol. Een afspraak over hoe gegevens worden uitgewisseld.
Een computernetwerk is een systeem voor communicatie tussen twee of meer computers. De communicatie verloopt via netwerkkabels of via een draadloos netwerk. In de netwerktopologie worden fysieke en logische topologieën onderscheiden.
Een switch fungeert als een controller waarmee apparaten in een netwerk op een efficiënte manier met elkaar kunnen communiceren. Met behulp van switches kan informatie worden gedeeld en kunnen resources worden toegewezen.
WAN staat voor Wide Area Network, het internet. Op de WAN poort van je ADSL modem sluit je een kabel aan die naar de splitter gaat. Het modem heeft nu verbinding met internet. Op de (meestal) 4 ethernet poorten kun je computers en andere apparaten aansluiten.
Hardware zijn de 'zichtbare' onderdelen van uw computer, zoals uw scherm, de computerkast, de laptop en de harde schijf in de computer. Software, dat zijn de 'onzichtbare' onderdelen, zoals de programma's en apps die u installeert.
Er zijn verschillende soorten chips, zoals processorchips en geheugenchips. Chips verwerken gegevens aan de hand van instructies. Ze zitten in computers, laptops, smartphones, tablets en tv's maar in toenemende mate ook in andersoortige apparaten zoals wasmachines.
Standaard wordt de Access Point vaak in de meterkast geplaatst. Voor het beste resultaat kunt u echter de Access Point het beste in het midden van uw huis of uw kantoorruimte plaatsen, tenzij u alleen in één ruimte een goed WiFi signaal wilt hebben. Dan plaatst u hem uiteraard in die ruimte.
UTP staat voor 'Unshielded Twisted Pair'. Het is een netwerkkabel die bestaat uit 8 aders, opgedeeld in duo's (met de kleuren blauw, groen, oranje en bruin). Er zijn nog andere kabels om data te transfereren, zoals een Coax- of glasvezelkabel, maar UTP wordt doorgaans gebruikt voor internetverbindingen.
Een access point is geen vervanging voor een router, maar een aanvulling erop. Access points zorgen namelijk alleen voor het wifi signaal in je netwerk. In tegenstelling tot routers, zetten ze geen netwerk op tussen verschillende apparaten. Je hebt dus altijd een router nodig waarop je de access points aansluit.
Klanten doen aankopen bij winkeliers, ambachtslieden en fabrikanten. Iemand die gebruikmaakt van de diensten van een advocaat, notaris, therapeut of een andere dienstverlener, noemen we een cliënt.
als synoniem van een ander trefwoord: klant (zn) : afnemer, bezoeker, cliënt, consument, gast, koper.
Bijzonderheid. De woorden klant en cliënt kunnen zowel voor mannen als vrouwen gebruikt worden.
Netwerken = vertrouwen
Netwerken is het leggen en onderhouden van de juiste contacten. Het idee achter netwerken is het opbouwen en onderhouden van functionele contacten. Met het achterliggende idee om kennis, informatie en contacten met elkaar te delen. Of iemand om een meer directe gunst te vragen.
Hoe breid ik mijn netwerk uit? Het uitbreiden van je netwerk gaat vaak vanzelf: in je werk en privéleven ontmoet je nieuwe mensen en daarmee breid je je netwerk uit (als er een klik is). Daarnaast kun je je netwerk ook online uitbreiden, denk hierbij aan een profiel aanmaken op LinkedIn en Facebook.