Het herhalingsteken is een dubbele maatstreep met een dubbele punt. Wanneer je deze maatstreep tegenkomt herhaal je de muziek vanaf het begin.Het maakt niet uit hoever in het stuk dit herhalingsteken staat, je herhaalt altijd vanaf maat 1 in de muziek.
In bijna alle nummers kom je wel een paar herhalingstekens tegen. Het eenvoudigste herhalingsteken is de dubbele punt. Meestal zie je dubbele punten aan het begin én aan het eind van een stukje; dat stukje moet je dan herhalen.
MusiCAD speelt een slotfrase nadat in de herhaling Fine staat genoteerd. Wanneer geen Fine teken staat genoteerd dan wordt alles na het D.S.-teken als slot gespeeld. De complete constructie luidt dan formeel D.S.al Fine e pui al Coda ofwel 'vanaf het teken tot fine en daarna het coda'.
Herstellingsteken = Een herstellingsteken, een ♮, wordt in muzieknotatie gebruikt om eerdere verhoging of verlaging van een noot met een kruis of mol te herstellen tot de stamtoon.
Dal segno is een muziekterm afkomstig uit het Italiaans en betekent 'vanaf het teken'. Het 'teken' in kwestie (segno) is dan meestal een S met puntjes in de bochten. Ook wordt er wel een paragraaf-teken voor gebruikt en een enkele keer een coda-teken.
Meestal staat het DC-teken ergens helemaal achteraan het muziekstuk om aan te geven dat alles 'nog een keer' gespeeld moet worden. Als er eerder opgehouden moet worden wordt op die plaats fine genoteerd.
Een uitbreiding is vaak: "da capo al fine": speel alles vanaf het begin tot aan het woord "fine". Meestal wordt impliciet bedoeld dat eventuele herhalingen achterwege moeten blijven.
Herstellingsteken (♮)
Net als toevallige voortekens, geldt een herstellingsteken ook nog voor de rest van de maat (tenzij anders aangegeven).
Het ezelsbruggetje voor de mollen
De toonladder van F heeft 1 mol en die van Ab heeft er 4.
We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik je de witte toetsen, en die noemen we de stamtonen. In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst.
Fine is het Italiaanse woord voor "einde" . De term wordt gebruikt in de muziek, om een slot dat midden in de compositie staat aan te geven. Aan het einde van de genoteerde partituur staat dan iets als Da Capo of dal Segno.
Een fermate is een teken dat in muziekschrift boven een noot of rust gezet wordt om aan te geven dat die langer aangehouden moet worden. Het is een boogje met een punt eronder. Het Italiaanse fermate betekent letterlijk 'pauzeert'.
Voor het noteren van muziek worden niet één lijntje maar meerdere lijntjes vlak boven elkaar gebruikt. Deze 5 horizontale lijntjes worden de notenbalk genoemd. Op deze balk worden alle noten genoteerd die gezongen of gespeeld moeten worden.
Coda – letterlijke betekenis : staart. Hiermee wordt het slotgedeelte van een muziekstuk aangegeven. Er staat dan ergens in het muziekstuk een klein Coda teken. Vanaf dat kleine Coda teken ga je direct naar het grote Coda teken aan het einde van het stuk.
Een coda (de Italiaanse afgeleide van het Latijnse 'cauda': staart) is een passage waarmee een compositie of een deel ervan wordt besloten. Soms is de coda opgebouwd uit eerder gebruikte thema's, maar het naspel of 'aanhangsel' kan ook uit geheel nieuw materiaal bestaan.
Een mol (♭) voor een noot geeft aan dat deze met een halve toon verlaagd moet worden, net als elke volgende noot met dezelfde toonhoogte (ook octaven hoger of lager) in die maat. Een mol aan het begin van de notenbalk, na de sleutel, geeft aan dat alle noten met deze toonwaarde een halve toon verlaagd moeten worden.
Een dubbel verlaagde a heet in het Nederlands ases of la dubbelmol. Als een dubbel verlaagde toon hersteld wordt met een herstellingsteken, zijn beide mollen hersteld. Als een dubbel verlaagde noot/toon hersteld wordt tot een enkel verlaagde noot/toon moet er een herstellingsteken en een mol geplaatst worden.
Een C met kruis wordt dan Cis (spreek uit als "sies"), een D met kruis wordt Dis ("dies"), enzovoort. Zo ook bij een E met kruis (Eis, spreek uit als "ee-ies") of A met kruis (Ais, spreek uit "aa-ies"). Bij een noot met mol komt er achter de letter van de noot "-es" bij.
Iemand die al over een beetje kennis van de piano en muzikaliteit beschikt, kan in vier maanden piano leren spelen. Een beginner kan hetzelfde in zes maanden doen. In deze vier of zes maanden ontdekt de beginnend muzikant alleen de basis van het instrument.
Noten leren lezen kan je vergelijken met het leren van een nieuwe taal. Sommige mensen leren het snel, anderen hebben er iets meer moeite mee. Het notenschrift is een vrij eenvoudig en logisch systeem. Iedereen kan dit leren begrijpen.
Een halve noot duurt in een 4/4 maat 2 tellen (volgens het onderste cijfer). Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij.
Largo, Allegro, Presto
Largo, Allegro en Presto zijn alledrie woorden die de snelheid van een muziekstuk op een bepaald moment aangeven. Largo betekent 'zeer langzaam', Allegro betekent 'snel' en Presto betekent 'zeer snel'.
Een fermate wordt genoteerd als een boogje of 'dakje' met daarin een punt boven het aan te houden maatdeel (zie figuur). Een fermate kan zowel boven een genoteerde toon als op een genoteerde rust worden geschreven.
'Orgelpunt' is een term uit de muziek. Het betekent: grondtoon die vastgehouden wordt bij verschillende, elkaar opvolgende harmonieën. De figuurlijke betekenis van het Franse 'point d'orgue' is in het Nederlands: een daverende finale.