De trapeze is gemaakt om de trekkracht van het zeil over te brengen op je bekken, om zo je armen te ontlasten en je rug en je lendenwervels te ondersteunen. Als je vaak surft moet je een comfortabele trapeze kiezen die veel steun biedt.
Trapeze lijnen worden aangegeven in inches, dus je moet je maat delen door 2,54 cm. Over het algemeen is 24 tot 28 inch een goede gemiddelde lengte voor je trapeze lijnen. Als je lijnen te lang zijn heeft je trapeze niet zoveel nut meer omdat je dan meer op je armen surft dan op je trapeze.
Heuptrapeze. Een heuptrapeze is over het algemeen de meest gekozen trapeze. De trapeze zit zoals je al hoort om je heupen hierdoor zit de haak bij een heuptrapeze wat hoger dan bij een zittrapeze. Dit maakt het in en uit haken tijdens het windsurfen een stuk makkelijker.
Gijpen is een zeil- en windsurftechniek waarbij op een zeilschip de zeilen overgebracht worden naar het andere boord, terwijl een voor-de-windse koers (wind recht van achteren) wordt gevaren. Dit in tegenstelling tot het overstag gaan, een manoeuvre waarbij de neus van de boot door de wind wordt gedraaid.
Je kunt windsurfen op meren, diepe waterplassen en op zee. Met een giek kun je het zeil besturen. Als je op een surfplank staat zoek je evenwicht op de plank, en balans tussen je lichaamsgewicht en het zeil waar de wind in gevangen wordt. Voor een deel van de tijd hang je als het ware met je gewicht aan het zeil.
Het is niet erg zwaar, maar wel een uitstekende training voor je rug, schouders en armen. Daarnaast is het ook goed voor je buikspieren en benen. Eigenlijk voor je hele lichaam dus. Windsurfen is ook zeer goed voor je uithoudingsvermogen.
Hoe lang het duurt voordat je kan surfen
Sommige beginners zullen al op hun eerste surfles staan op hun board en anderen hebben 2 tot 3 weken nodig.
Overstag gaan is met de punt door de wind gaan. Je gaat dus van “aan de wind” over de ene boeg naar “aan de wind” over de andere boeg. Gijpen is met de kont door de wind draaien. Je vaart dan van “voor de wind” over de ene boeg naar “voor de wind” over de andere boeg.
Spreekwoorden: (1914) Overstag (- staag) gaan. Eene zeemansuitdrukking die wil zeggen: het over (d.i. in de richting van) een anderen boeg wenden van het schip; door den wind gaan; omgaan; overdrachtelijk: van meening veranderen; zijn draai nemen.
Bij het overstag gaan draait de voorkant van je board naar de wind toe en loop je zelf om de mast heen, eveneens aan de voorkant van je board. Wat belangrijk is is dat je zo min mogelijk stappen maakt tijdens het overstag gaan om zodoende je stabiliteit te houden.
Ben je een beginnende kitesurfer, dan kun je het best kiezen voor een zit trapeze. Wil je juist meer bewegingsvrijheid en ben je freestyle georiënteerd bent, kies dan voor een heup trapeze.
Zet de starthoogte van de giek iets hoger bij grote zeilen en brede boards. De beste hoogte ligt ergens tussen borst en ooghoogte. Ook voor specifieke disciplines als wave- of speedsurfing gelden een hoop 'ideale' combinaties afhankelijk van persoonlijke voorkeur en de omstandigheden.
Bij het overstag gaan zwaait de giek dwars over het dek, hetgeen voor de schepelingen gevaarlijk kan zijn. De roerganger zal vooraf het klassieke commando "Klaar om te wenden!" als waarschuwing roepen, waarna op "Ree!" met als...
Bij de gijp draait de kont van het schip door de wind, waardoor het zeil vanaf de andere kant wind vangt. Een gijp komt voor wanneer je van ruime wind met het zeil over stuurboord naar ruime wind met het zeil over bakboord gaat (je valt af van ruime wind tot voor de wind, gijpt, en loeft op naar ruime wind).
Overstag gaan
Er zijn verschillende redenen te noemen waarom je niet meer verder kunt of wilt zeilen over een bepaald boeg en dus overstag gaat. Meestal kom je te dicht bij de kant, is er een probleem met de ondiepte van het water of ligt er een andere boot vreselijk in de weg.
Laveren is een term uit de scheepvaart die betekent: het zigzag tegen de wind in varen met een zeilboot. Hierbij wordt de boot steeds over een andere boeg gevaren. Het is niet mogelijk om in een rechte lijn tegen de wind in te zeilen.
Om te zeilen in de richting waar de wind vandaan komt, moet de boot zigzaggen, of een aantal keren overstag gaan. Hoe hoger een boot op de wind vaart, hoe langzamer hij vooruit komt. De zeiler kan de snelheid opvoeren door bredere zigzagbewegingen in een grotere hoek tot de wind te maken.
Als je naar de hoogste snelheden die je kunt vinden kijkt op deze sites (de hoogste gemiddelde snelheid over 2 seconden) (kiten, windsurfen) dan zie je dat kiten harder gaat.
De leercurve voor beide extreme sporten is niet hetzelfde. Windsurfen is veel gemakkelijker te leren en vergt slechts enkele stevige instructies en ongeveer twee tot drie uur met vlak water en ongeveer vier tot vijf uur in de golven. Dit is meer dan genoeg voor iedereen om zelfstandig heen en weer te gaan zeilen.
Check op het droge welke voet jouw 'voorste voet' moet zijn op de plank, door iemand je een zacht duwtje in de rug te laten geven. Het been waar je mee uitstapt om een val tegen te gaan is het been dat je voor op je plank neerzet wanneer je die wave gaat 'pakken'.
Is Wingsurfen gevaarlijk? Wingsurfen is relatief veilig. Veiliger dan windsurfen en veel veiliger dan kitesurfen.
Het wereldrecord windsurfen ligt nog altijd onder de 50 knopen. Dit is ongeveer een snelheid van 91 km/h.
Wat is een RDM mast
RDM staat voor Reduced Diameter Mast. Het verschil tussen RDM en SDM zit hem voornamelijk in de diameter. Een RDM mast heeft een dunnere diameter dan een. Daarnaast is de wanddikte van een RDM mast dikker.
Bij veel moderne boten is de gaffel recht en bij veel platbodems is de gaffel krom. Torenzeil: Een torenzeil is een driehoekig zeil. Het steekt ook minder ver uit dan een gaffelzeil.