Bij een variabele hypotheekrente, ook wel korte rente of flexibele hypotheekrente genoemd, is de rente die je voor de hypotheek betaalt, gekoppeld aan de rente in de markt. De rente wijzigt tijdens de looptijd iedere maand, kwartaal of half jaar.
Variabele rente heeft ook een paar nadelen: Als de rente stijgt heb je de maand erop direct hogere maandlasten. Je hebt minder zekerheid over je maandlasten in de toekomst. Je kunt minder lenen dan wanneer je de rente minimaal 10 jaar vastzet.
Kies je voor een variabele rente dan volgt de rente de actuele marktrente. Stijgt de hypotheekrente dan ga je meer betalen. Daalt de rente, dan betaal je minder. Je weet vooraf dus niet hoeveel rente je moet betalen.
Bij een variabele rente kan je rente per maand of kwartaal veranderen. Je profiteert dus snel van een renteverlaging, maar je moet ook rekening houden met hogere lasten door een rentestijging.
Bij een variabele hypotheekrente en bij een rente voor 5 jaar vast schommelt dit momenteel rond de 0%. De kosten die banken (door)rekenen op de variabele rente zijn echter hoger dan bij een vaste rente (van bijvoorbeeld 5, 10 of 20 jaar). Dat is dus de rede dat de variabele hypotheekrente momenteel hoger ligt.
Veel tarieven zijn zelfs meer dan verdubbeld, bijvoorbeeld de laagste rente 10 jaar vast. Deze was op 1 januari nog 0,88% en nu maar liefst 2,83%. Een uitzondering hierop is de variabele hypotheekrente. Het laagste tarief is in 6 maanden slechts 0,05% gestegen, van 1,22% naar 1,27%.
Hieruit blijkt dat voor ongeveer 25% van de nieuw afgesloten hypotheken een variabele rente geldt. Een relatief kleine minderheid kiest ervoor om de hypotheekrente langer dan tien jaar vast te zetten en het overgrote deel van de hypotheken wordt afgesloten op basis van een rentevaste periode tussen één en tien jaar.
Je kunt niet meer lenen, ondanks dat de variabele rente lager is dan de langere rentevaste periodes. Dit komt omdat geldverstrekkers bij rentes korter dan 10 jaar rekenen met de fictieve toetsrente van 5 procent. Dit om te voorkomen dat klanten eventueel hogere maandlasten niet kunnen betalen.
De rente van het ene deel zet je lang vast, de rente van het andere deel korter. Bijvoorbeeld een deel 2 of 5 jaar en een deel 20 jaar. Je betaalt geen extra kosten als je kiest voor 2 leningdelen.
Bij 20 jaar vast betaal je een lagere rente, kun je meer lenen en kun je na 20 jaar zonder boete je hypotheek oversluiten of wijzigen. Wanneer de hypotheekrente na die 20 jaar echter gestegen is, krijg je te maken met hogere hypotheekrentes en hogere maandlasten.
Stijgt de rente dan zullen de lasten van een nieuwe hypotheek omhooggaan. Dit kan dus inhouden dat bij een stijgende rente en eenzelfde inkomen er minder geleend kan worden. Door herstel van het consumentenvertrouwen en de lage rente zijn er veel mensen die een woning willen kopen.
Volgens onze prognoses zal de 10-jaars staatsrente zodra de inflatie afzwakt, weer dalen richting 1,5% eind volgend jaar. Als dit inderdaad gebeurt, zal de 10-jaars hypotheekrente eerst oplopen en daarna omlaag gaan.
Met de huidige lage rentestanden is een variabele hypotheekrente nauwelijks lager dan bij een rentevaste periode. Je kunt daarom beter je rente vastzetten. Over het algemeen geldt: hoe langer de rentevaste periode, hoe hoger het rentepercentage. Kies je voor een korte rentevaste periode, dan betaal je dus minder rente.
Als je voor een variabele rentevoet kiest, bepaalt de wet bovendien dat de originele rente nooit meer mag stijgen dan ze kan dalen. Dat betekent dat de rentevoet maximaal kan verdubbelen.
Een aanknopingspunt hiervoor biedt de economische prognose voor de komende jaren die economen van De Nederlandsche Bank afgelopen week naar buiten brachten. De economen van DNB maken hierbij de schatting dat de 10-jaarsrente in 2022 stijgt naar een niveau van 0,2 procent en in 2023 verder oploopt naar 0,4 procent.
De hoogste hypotheekrente ooit in Nederland was 13,4 procent. Het was in het jaar 1981.
Voor zover je boetevrij kunt aflossen, is het verstandig om eerst het hypotheekdeel af te lossen waar je de hoogste hypotheekrente over betaalt. Daarnaast is het van belang dat je let op de duur van de resterende rentevaste periode.
Het voordeel van een annuïteitenhypotheek ten opzichte van de 'oude' aflossingsvormen is dat u de kosten bespaart die met de spaar- of beleggingshypotheken gepaard gaan. Daar komt bij dat u zich niet aan allerlei fiscale spelregels hoeft te houden.
Van Bruggen Adviesgroep acht het meest waarschijnlijke scenario dat de hypotheekrente in 2022 licht gaat stijgen met 0,2 à 0,4%.
De variabele hypotheekrente hangt samen met de marktrente en deze rente kan dus variëren. Wanneer deze marktrente daalt, dan daalt jouw hypotheekrente mee. Hier gebeurt hetzelfde als de marktrente stijgt. Heel simpel zou je denken, maar ook onzeker.
Hypotheekrente in 2022 al fors gestegen
Deze marktrente is een belangrijke graadmeter is voor de lange hypotheekrente, bijvoorbeeld 20 jaar vast. Banken kunnen moeilijker aan geld komen om uit te lenen. Dit zorgt ervoor dat de hypotheekrente dit jaar al flink is gestegen.
De prognose hypotheekrente 2025 zegt dat de rente gaat stijgen. Ga jij de historisch lage rente vastzetten voor 20 of 30 jaar? Het is mogelijk dat de hypotheekrente over 30 jaar weer boven de 10 procent zit. Dan zou jij dus nog steeds kunnen profiteren van een hypotheekrente van nog geen 2 procent.
Zolang de Europese Centrale Bank de rente laag houdt is te verwachten dat de hypotheekrente voor 2022 niet sterk zal stijgen. Echter wanneer de inflatie stijgt zoals de verwachting is, dan zal er waarschijnlijk wel een lichte stijging gaan plaatsvinden.
Hierdoor wordt uw maandbedrag lager of wordt de looptijd van de hypotheek korter. Let bij tussentijds aflossen wel op een mogelijke boeterente; dit is afhankelijk van de voorwaarden van uw hypotheek. Bij onze Annuïteiten Hypotheek kunt kiezen uit een vaste of variabele rente.