Maak in je klas duidelijk dat fouten maken mag en dat niemand zijn leven foutloos doorbrengt. Bespreek in je groep hoe er met fouten van jezelf en anderen moet worden omgegaan. Praat over faalangst met je groep. Vertel als leerkracht eens iets wat je zelf fout hebt gedaan; hoe dat voelde en hoe je dat oploste.
Lichamelijke klachten
Ze kunnen onrustig zijn, veel zweten, snel blozen of last hebben van hartkloppingen, hyperventilatie en een droge mond. Je ziet ook wel pubers met faalangst die gaan stotteren, trillende handen hebben, oogcontact vermijden of vaak naar de wc moeten.
De symptomen van faalangst lijken in grote lijnen op die van reguliere angst. Je kunt bijvoorbeeld last hebben van lichamelijke symptomen zoals hartkloppingen, rood aanlopen, slapeloosheid, hoofdpijn en hyperventilatie.
Zeg niet tegen een persoon met faalangst dat hij niets heeft om zich zorgen om te maken en dat het onzin is dat hij of zij zich zorgen maakt. De ander voelt zich op zo'n moment dan eenvoudigweg niet gehoord. 'Ik zou het zus en zo doen'. Goedbedoelde tips geven is evenmin een goed idee.
De meeste mensen kennen faalangst. Maar sommigen hebben er zoveel last van dat ze eronder lijden. Het staat hun dagelijks leven in de weg. Dan is het vaak onderdeel van een angststoornis: een gegeneraliseerde angststoornis of sociale fobie.
In je brein is er een verbinding gemaakt tussen de gebeurtenis (die wiskunde toets) die je als totale mislukking hebt ervaren, en de emotie (faalangst).
Meestal zijn er bij faalangst lichamelijke signalen te herkennen vlak voordat je kind een stressvolle taak moet voltooien. Dit zijn onder andere zweten, een rood gezicht krijgen, hartkloppingen, hoofdpijn, buikpijn en diarree.
Er geen energie verspild wordt: alle onnodige verbindingen in jouw hersenen worden verbroken. Het mentale deel en het emotionele deel in jouw hersenen wordt uitgeschakeld. Het wordt dan moeilijk om na te denken of emoties als liefde te ervaren.
Faalangst betekent letterlijk 'de angst om te falen'. Soms wordt het ook wel prestatieangst genoemd. Je bent bang dat je niet kunt voldoen aan eisen die door jezelf zijn opgelegd. Voor iedereen zijn die eisen anders.
Faalangst kan veel oorzaken hebben. Hoewel faalangst waarschijnlijk ook erfelijk is, kunnen kinderen faalangst ontwikkelen door onzekerheid, een reeks vervelende gebeurtenissen op school of problemen thuis. Ook een stoornis als dyslexie kan een aanleiding zijn om faalangstig te worden.
Hulp bij faalangst
Kom je er zelf niet uit? Denk dan niet dat je gefaald hebt, maar blijf vooral aan jezelf sleutelen. Zoek bijvoorbeeld hulp bij een professionele loopbaancoach of een psycholoog. Ook zijn er veel cursussen waarmee je aan je zelfbeeld, assertiviteit en zelfvertrouwen werkt.
Bij een beetje onzekerheid is er geen reden om naar een psycholoog te gaan. Als je echt zó onzeker bent of te negatief bent over jezelf dat je sociale leven eronder lijdt, is het raadzaam hulp te zoeken. Door middel van cognitieve gedragstherapie kun je positiever leren denken en doen.
Als passief faalangstige spendeer je veel tijd aan andere activiteiten of aan de randvoorwaarden van het studeren, zonder echt te studeren.
De betekenis van faalangst en perfectionisme zijn niet hetzelfde maar gaan wel hand in hand: Bij faalangst heb je angst om te presteren en bij perfectionisme heb je de drang om te presteren. Bij faalangst en perfectionisme kan je niet goed tegen tegenslagen.
Maar als je nooit tevreden bent met het resultaat, kan dat problemen geven: Als je de lat heel hoog legt voor jezelf, voel je je altijd onder druk staan. Dan kun je last krijgen van onzekerheid en stress. Je kunt zelfs helemaal blokkeren (een 'black-out' krijgen).
Angst en onzekerheid zijn typische voorbeelden van emoties die mensen niet leuk vinden om te voelen. De meeste mensen denken dat deze emoties bij ze horen als persoon en dat ze er niks aan kunnen doen behalve ermee leren omgaan.
Waarom een sociale-angststoornis ontstaat, is nog niet precies bekend. Waarschijnlijk spelen zowel erfelijke als omgevingsfactoren een rol bij het ontstaan ervan. Voor een klein deel is het erfelijk bepaald of je kwetsbaar bent om een sociale-angststoornis te ontwikkelen.
Oorzaken sociale fobie
Er is weinig bekend over de oorzaak van sociale fobieën. Wel zijn er een aantal factoren bekend die invloed kunnen hebben op het ontstaan van deze fobie: Erfelijkheid: als een sociale fobie vaker voorkomt in jouw familie bestaat de kans dat je meer aanleg hebt om een sociale fobie te ontwikkelen.
Als u een sociale-angststoornis heeft, bent u heel erg bang voor wat anderen van u denken. U bent bijvoorbeeld bang dat anderen u raar vinden of vinden dat u zich slecht gedraagt. Die angst kan klachten geven, zoals hartkloppingen en benauwdheid.
Hoeveel mensen hebben last van faalangst? Onderzoek wijst steeds weer uit dat tussen de 10% en 13% van alle jongeren tussen 12 en 14 jaar last hebben van faalangst. Vlaams onderzoek noemt bij kinderen van 10/11 jaar een percentage van 8%.
Dan kan het zich niet goed meer concentreren, gaat het meer fouten maken of kan het zelfs niks meer. Deze angst komt volgens de website vooral voor op school. Volgens psycholoog Ellen Huijsmans ontstaat faalangst vaak al op jonge leeftijd, omdat je dan te nadrukkelijk leert dat je je moet aanpassen aan de ander.