Tijdens strenge winters werden er dikke stukken ijs uit nabije slo ten of vijvers gehakt. Deze brokstukken werden met karrenvrachten tegelijk naar de ijskelder vervoerd en daar op een dikke laag grond of stro gelegd.
Kastelen en landhuizen werden voorzien van ijskelders, waar in de winter grote ijsblokken werden opgeslagen. Het ijs werd uit bevroren vijvers gehakt of gemaakt door sneeuw aan te stampen. Door de grote hoeveelheid bleef het onder de grond lang bevroren en kon men er tot de zomer mee doen.
In de ijskelder zelf zakt de koude lucht in de put waar vroeger het ijs werd bewaard. Door de vermenging met de aanwezige lucht en ook door opwarming van uit de grond, warmt de lucht langzaam op en stijgt omhoog.
De eerste elektrische koelkasten voor huishoudelijk gebruik kwamen in 1911 op de markt. Deze koelkasten werden geproduceerd door General Electric en werden verkocht voor een prijs van $1,000-. Dit bedrag is ongeveer twee keer zoveel als dat een auto in die tijd kostte.
Het begon met kasten waar ijs in zat, waar je goederen in kon bewaren. Dat was een luxueus fenomeen, alleen de elite beschikte erover en noemde het een ijskast. Later werd het een kast met een machine erin die koelde. De industrie noemde het een koelkast, de elite bleef het woord ijskast gebruiken.
In de meeste steden waren er koelhuizen om vlees, fruit en groenten te bewaren. Er werden ook ijshuizen gebouwd, vaak ondergronds maar ook als geïsoleerde gebouwen. Die werden gebruikt voor de opslag van sneeuw en ijs dat tijdens de winter werd verzameld om het voedsel tijdens de warmere maanden koel te houden.
In het Standaardnederlands zijn toilet en wc beide correct. Het maakt dus weinig verschil welk woord je gebruikt. Het berust namelijk niet op taalkundige, maar sociale normen. De ongeschreven regel luidt dus: zolang je je dus prettig voelt bij het woord dat je gebruikt, kan het niet fout zijn.
1922 De eerste stille koelkast wordt uitgevonden door de Zweedse studenten Carl Munters en Baltzar von Platen. De machine produceert koude op basis van een vernieuwd absorptieproces. Het apparaat kan aangedreven worden door elektriciteit, gas of kerosine.
Staat op het etiket van een product 'Koel bewaren', dan kun je het product het beste koel, donker en droog bewaren. Bijvoorbeeld in de kelder of een koele voorraadkast. De temperatuur moet dan liggen tussen de 15 en 20 °C. Het hoeft dus niet in de koelkast.
De diepvriezer deed in de tweede helft van de 20ste eeuw zijn intrede. Met de ontwikkeling van moderne koeltechnieken en de verspreiding van elektriciteit, konden diepvriezers hun eigen koelsysteem krijgen en op het lichtnet worden aangesloten.
In 1292 was het Marco Polo die van zijn verre reizen een recept van ijs mee bracht naar Venetië. Dit was het eerste ijs wat door kunstmatige bevriezing gemaakt werd. Deze techniek had Marco Polo afgekeken van de Chinezen die hiervoor een mengsel van water en salpeter gebruikten.
Chinezen waren de eersten die ijs maakten. Marco Polo bracht het recept mee naar Italië. Echter in Italië was ijs al eerder bekend geworden, want voordat Marco Polo China bezocht, stuurde keizer Caesar zijn slaven de bergen in om ijs te halen waarmee ze vruchtensappen konden koelen en bevriezen.
Een ijskelder is een gemetselde, met aarde bedekte en meestal door bomen beschaduwde kelder, die in de winter gedeeltelijk met ijs wordt gevuld en waarin in de zomer voedsel koel gehouden kan worden.
Methodes zijn koelen, invriezen, drogen, toevoegen van zout, suiker of zuur, fermentatie, roken, wecken, verhitten en het toevoegen van conserveermiddelen. Er bestaan ook nieuwe houdbaarheidstechnieken, zoals hogedrukpasteurisatie waarbij micro-organismen dood gaan onder hoge druk.
De eerste ijslolly, de 'Epsicle', later 'popsicle' genoemd, werd bedacht door de Amerikaan Frank Epperson uit San Francisco. In 1905 had hij als kind ontdekt dat een restje limonade dat in een vergeten glas na een nachtje vrieskou in de tuin vastgevroren was rond het roerstokje best nog lekker smaakte.
Maar diepvriesvoedsel is een verrassend recente uitvinding, namelijk uit de jaren twintig van de vorige eeuw, en staat op naam van de Amerikaan Clarence Birdseye. Hij liet zich inspireren door de originele bevolking van Noord-Canada, waar hij tussen 1912 en 1917 biologisch veldwerk deed.
De ingrediënten werden eerst goed gedroogd; in de zon of boven een vuurtje bijvoorbeeld. Daarna werden de voedingsmiddelen in aardewerk potten wer-den gedaan. Soms werden ze afgedekt met vet van geslachte dieren, want men had ontdekt dat dat ervoor zorgde dat de pot luchtdicht werd afgesloten.
Desondanks geloofde men tot aan de ontdekking van Pasteur in 1860, dat bacteriën vanzelf ontstonden. Het onderzoek van Pasteur toonde aan, dat leven niet kan ontstaan uit "niet-leven", maar dat alleen levende wezens leven kunnen voortbrengen.
Invriezen stopt de vermenigvuldiging van bacteriën in je eten. Hierdoor is je voedsel veel langer houdbaar, wat invriezen zo ideaal maakt. Maar belangrijk om te weten, is dat bacteriën niet doodgaan. De van nature aanwezige bacteriën kunnen de 'vriesbewaring' grotendeels overleven.
Koelkast vervoeren
Zet de koelkast thuis rechtop. Na het vervoeren moet je even wachten met aanzetten: laat hem ongeveer 4 uur staan voor je hem aanzet. Dit heeft te maken met de koelvloeistof.
Tegenwoordig wordt daarom gebruikgemaakt van andere koudemiddelen: HFK's (fluorkoolwaterstoffen) zoals Suva R-134a en alkanen zoals propaan. De nu nog alom gebruikte term "freon" voor koudemiddelen is sinds de invoering van de HFK's niet meer correct. Tegenwoordig wordt vooral R600a gebruikt, ook wel isobutaan genoemd.
Een keukenapparaat waarin men levensmiddelen en dranken koel kan bewaren, heet in de standaardtaal een koelkast of een ijskast. Koelkast is het gebruikelijkst.
In de hoogste kringen, zoals bij de adel, is voor een deel een eigen dialect ontstaan, waarmee men zich onderscheidt van de 'gewone burger'. Kenmerkend voor dit dialect zijn het gebruik van veel Franse uitdrukkingen (douceurtje voor fooitje) en het afkeuren van bepaalde woorden.
Een koelkast koelt etenswaren; er zit geen ijs in. In de voorloper van de koelkast, de ijskast, was dat wel het geval: dat was een goed afgesloten kast of ruimte die koel gehouden werd met ijsbroden – grote stukken ijs. De benaming ijskast is overgegaan op de met elektriciteit gekoelde koelkast.
Vandaar dat taalgebruikers op stand soms ijskast zeggen. Niet alleen de woorden ijskast en koelkast verschillen in stand. In het onderstaande rijtje werd het eerste woord vooral gebruikt door de lagere klasse en het tweede woord vooral door de hogere klasse: biertje / pilsje.