Zo kookt en poetst ze, maalt het graan, brouwt het bier en helpt ook bij de graanoogst. Maar ze werkt ook op het land, ze ploegt, zaait en oogst, vaak in slechte weersomstandigheden. De vrouwen uit lagere standen, zowel in de stad als op het land, hebben hetzelfde slechte leven als hun man.
In het begin van de Middeleeuwen waren dat vooral horigen, onvrije boeren. Ze woonden in kleine boerderijen die ze zelf bouwden van hout, takken en leem. Beesten en mensen leefden vaak in één ruimte. Horigen moesten de landheren gehoorzamen en mochten het land niet verlaten.
Het is een van de grootste ontdekkingen in de evolutionaire geschiedenis van seksuele reproductie. Interne fertilisatie en copulatie werd uitgevonden door oude gepantserde vissen – zogenaamde placodermen.
Net als in eerder onderzoek bleek ook uit Fishers experiment dat mannen vaker aan seks denken: gemiddeld 34 keer per dag, terwijl de teller bij vrouwen op negentien keer bleef steken. Maar, ontdekte Fisher, mannen denken niet alleen vaker aan seks, maar ook aan eten en slapen.
Tuimelaar
Een van de weinige diersoorten die net als de mens sex heeft voor zijn plezier (naast reproductie). De sex duurt overigens niet zo lang, een minuutje, maar er zijn wel altijd meerdere sessies.
Toch dronken vroeger niet veel mensen alcohol, het was gewoon te duur en niet altijd te krijgen. Tot in de Middeleeuwen bleef dat zo. In die tijd maakten mensen wijn uit vruchten en bier uit gerst en honing. Het alcoholgehalte van die dranken was laag.
Hoe moet een ridder eigenlijk poepen? Als hij zijn harnas draagt? Er zit maar één ding op: alles moet uit.
Kleine vrije boeren zochten in de turbulente tijden van de vroege middeleeuwen bescherming bij een lokale potentaat. Afhankelijk van zijn macht werd de verhouding tussen de boer en de heer vastgelegd. Deze konden dus door tijd en plaats verschillen. Deze boeren werden uiteindelijk de horigen.
Vrouwen werden veelal jeugdig en rond weergegeven, met een slanke taille, hoge konische borsten en gewelfde heupen. Dit laatste was vooral om uiting te geven aan hun destijds voornaamste missie in de maatschappij: het moederschap. De Romeinen kenden weinig eigen kunst.
In de huisnijverheid waren vrouwen onder meer werkzaam in kantwerk, het pellen van garnalen, het verlezen van erwten en bonen en het doen van de was voor anderen. Dienstbodes runden eeuwenlang het huishouden van welgestelden en vooral vrouwen deden het oogsten en lichtere werk op de boerderij.
Het was er geen pretje. Je had geen rechten, werd uitgehuwelijkt aan een man die je nauwelijks kende, baarde kinderen die om de haverklap stierven aan de pest of dysenterie, en met een beetje pech eindigde je op de brandstapel. De clichés over vrouwen in de middeleeuwen schetsen geen vrolijk beeld.
De derde en laagste stand waren de boeren. De derde stand was opgedeeld in twee delen: vrije boeren (vb. de kerels) en horigen. De horigen waren dan opnieuw ingedeeld in lijfeigenen en laten. Het verschil tussen een lijfeigene en een laat is dat een lijfeigene wordt gezien als eigendom van de heer voor wie hij werkt.
Het geloof. In de middeleeuwen was in Europa vrijwel iedereen christelijk. Nadat tijdens het Oosters Schisma (1054) de Christelijke Kerk in tweeën was gesplitst in de Rooms-Katholieke Kerk en in de Oosters-orthodoxe Kerk werden de meeste mensen in West-Europa katholiek en in Oost-Europa orthodox.
In ruil voor deze bescherming gingen de boeren allerlei verplichtingen aan. Zo ontstond de horigheid. Vrije boeren werden horigen. Ze hadden, anders dan slaven, nog wel enige rechten, maar moesten zich wel aan de regels houden en mochten hun land niet zonder toestemming van de heer verlaten.
Als een Eskimo moet poepen, doet hij dat buiten. Onder het ijs is water van de zee. Daar zou hij best in kunnen poepen.
Tussen de andere spelen die in de Middeleeuwen geliefd waren, zoals klootschieten, bikkelen, beugelen, koten en zelfs het geblinddoekt stukslaan van aardewerk, ontwikkelde het kaatsen zich samen met het spel metten colve tot de meest beoefende sport in de lage landen in de dertiende eeuw.
Ze vochten voor een heer of graaf. Omdat de ridders hoog op een paard zaten, liepen ze een stuk minder gevaar en konden ze soldaten te voet gemakkelijk verslaan. Later waren ridders belangrijk in de kruistochten. Ze vochten tegen de mohammedanen, vooral in het gebied waar nu Israël ligt.
Rijke en in de stad levende mensen hadden in de Middeleeuwen een grotere kans op loodvergiftiging. Tegenwoordig heeft rijkdom doorgaans een goede invloed op de gezondheid. Dankzij een goedgevulde portemonnee kun je sporten, gezond voedsel kopen en gaan wonen in een buurt met veel groen en weinig verkeer.
De arme mensen aten uit een oud stuk brood. Maar de rijke mensen van adel af rijke handelaren aten uit borden van zilver en goud. De mensen in de middeleeuwen hielden van vlees, maar dat mochten ze niet alle dagen eten dat kwam door de kerk.
De middeleeuwen
Mensen vielen daarom terug op bijvoorbeeld water uit waterputten, water uit rivieren en zelfs water uit grachten werd gedronken. Met name het water uit grachten was erg ongezond, omdat dezelfde grachten als riool werden gebruikt. Ook werd er afvalwater van bijvoorbeeld textielververijen in gedumpt.
"Maar we weten ook dat mannen meer doen alleen maar penetreren. Mannen én vrouwen hebben seks met honden en hengsten, hierbij gaat het zowel om orale seks als om penetraties. We kunnen ons moeilijk inbeelden dat een hond fysiek schade lijdt als het dier een vrouw oraal bevredigt."
Eerder werd orale seks gedocumenteerd bij onder meer hyena's, apen en vleermuizen.
Onder de geestelijkheid rekenen we de mensen die in de kerk werkten, zoals monniken, priesters, bisschoppen en nonnen. Er was een constante strijd tussen de geestelijkheid en de adel om de macht. Geestelijken gaven de bevolking hoop en troost in zware tijd, ook beloofden ze voor mensen te bidden.
De middeleeuwse standenmaatschappij zou bestaan uit: de eerste stand, de geestelijkheid; de tweede stand, de adel; de derde stand, op het platteland de boeren, en in de steden de burgers.