Het bestuur was verdeeld over vijf kamers, namelijk Amsterdam, Zeeland, Maze, Het Noorderkwartier en Stad en Lande (Groningen en Friesland). Het hoogste bestuurscollege waren de Heren Negentien. Zij werden gekozen uit de grootste aandeelhouders en kwamen twee of drie keer per jaar bijeen.
De slavenhandel van de WIC was een zogenaamde driehoekshandel. De schepen voeren met handelswaar naar Afrika, kochten daar slaven en voeren vanuit Zuid-Amerika en het Caribische gebied met goederen, meestal suiker, weer naar Nederland. De slavenhandel bracht grote financiële risico's met zich mee.
De WIC werd georganiseerd naar het model van de VOC en bestond uit vijf kamers: Amsterdam, Zeeland, Maze, Stad en Lande en Noorderkwartier. Het bestuur bestond uit de Heren XIX. Anders dan de VOC had de WIC echter niet het recht om militairen in te zetten. Daarvoor was toestemming van de Republiek nodig.
De WIC verdiende geld met: Goederenhandel (onder meer textiel, geweren, buskruit, alcohol, ijzeren staven, goud, ivoor, suiker, koffie en cacao) Kaapvaart (wettelijk toegestane piraterij) Slavenhandel (mensen kopen in Afrika en verkopen in West-Indië)
De West-Indische Compagnie (WIC) en de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) reisden vanuit Zeeland naar West-Afrika om mensen te kopen en tot slaaf te maken. Ook particulieren namen aan deze handel deel. De slaafgemaakten werden naar Zuid-Amerika gebracht om op plantages te werken.
Rond het jaar 800 werden de eerste Afrikaanse slaven uit Oost-Afrika via de karavaanroutes naar buiten Afrika gebracht. De Arabieren waren zodoende de eerste georganiseerde slavenhandelaren die massaal Afrikanen naar buiten Afrika brachten.
West-Indische Compagnie
Ondanks dat de WIC nooit erg winstgevend was, wisten ze het toch voor elkaar te krijgen om 6 Antilliaanse eilanden en Suriname te veroveren. Ook werd Nieuw-Amsterdam gesticht, het latere New York. Dit werd echter al snel ingekocht door de Engelsen.
Oranjes verdienden een half miljard aan kolonies, blijkt uit eerste grote onderzoek. De voorouders van de huidige koninklijke familie hebben minstens een half miljard euro verdiend aan de Nederlandse kolonies, waar slavernij wijdverbreid was.
In 1602 richt Johan van Oldenbarnevelt voor de handel met Azië de Vereenigde Oostindische Compagnie op. De Britten, Fransen en andere Europese landen hebben in die tijd soortgelijke ondernemingen, maar de VOC wordt veruit de grootste.
Peter Stuyvesant (1592-1672)
Hij dreef als bestuurder van Nieuw-Amsterdam, het huidige New York, slavenhandel via Curaçao. Hij bezat zelf tientallen slaven en had de naam een harde en onverdraagzame bestuurder te zijn.
De WIC voert handel in de gebieden rondom de Atlantische Oceaan. Vanuit West-Afrika kopen ze tot slaaf gemaakten, die ze verhandelen met plantagehouders in de Nederlandse koloniën in Amerika. In 1621 wordt de West-Indische Compagnie, de WIC, opgericht.
Het doel was winstgevende handel in het Atlantische gebied en de Spanjaarden beroven van hun voornaamste inkomensbron. De West-Indische Compagnie had het recht een krijgsmacht te hebben, bondgenootschappen te sluiten en koloniën te stichten.
De VOC handelde in Azië en had daar het handelsmonopolie, dat wil zeggen dat het het enige bedrijf (in de Republiek) was dat in Azië mocht handelen. De VOC deed vooral aan handel in specerijen. De WIC is de West-Indische Compagnie. De WIC had het handelsmonopolie in Amerika en deed aan slavenhandel en driehoekshandel.
Nederlanders hadden een grote rol in de slavernij. Vanaf de 17e eeuw gingen Nederlanders met schepen naar landen in Afrika, waar ze mensen tot slaaf maakten. Ze namen ze gedwongen mee, bijvoorbeeld naar Suriname, waar ze hard moesten werken op plantages en mishandeld werden.
Op een aparte pagina staat een organisatieschema van de VOC. De VOC was verdeeld in verschillende 'Kamers', te weten de Kamer van Amsterdam, Zeeland (Middelburg), Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen. Deze Kamers hadden eigen bewindhebbers, werven en pakhuizen. Zij hadden eigen personeel en rustten eigen schepen uit.
De VOC was in 1637 op de beurs 78 miljoen gulden waard.Als je dat omrekent naar nu, dan zou dat 7,9 biljoen dollar zijn, zo'n 6,7 biljoen euro. Daarbij is gerekend met een inflatie van iets meer dan 3 procent per jaar. De VOC was verreweg het grootste beursgenoteerde bedrijf dat ooit heeft bestaan.
Failliet en doorstart
In 1674 gaat de WIC failliet, onder meer door de enorme schulden aan oorlogsmiddelen. De WIC wordt daarna opnieuw opgericht en zal uiteindelijk in 1791 definitief verdwijnen.
De VOC en de WIC waren grote bedrijven die in de zeventiende en achttiende eeuw met enorme schepen de hele wereld over gingen om veel geld te verdienen en oorlog te voeren. Ze kochten en verkochten luxe producten zoals specerijen, koffie en zijde.
In het Atlantisch gebied was de WIC minder succesvol dan de VOC rond de Indische Oceaan. Dat kwam door de afstand: omdat het Atlantisch gebied dichter bij Europa lag, waren de Europese machtsverhoudingen er sneller zichtbaar dan in Zuid- en Zuidoost-Azië.
De afschaffing van de slavernij werd in 1833 een feit in Engeland, in 1848 in Frankrijk, in 1863 in Nederland (alhoewel de slaafgemaakten nog tien jaar lang moesten doorwerken tot in 1873) en in 1865 in de Verenigde Staten.
Woensdag verscheen het onderzoeksrapport Staat en Slavernij. Het biedt een eerste blik op de winsten die de Oranjes hebben overgehouden aan kolonialisme en slavenhandel: tussen 1675 en 1770 heeft de familie, omgerekend naar huidige valuta, zeker 545 miljoen euro verdiend.
Portugezen stichten in de vijftiende eeuw de eerste Europese kolonies gebaseerd op slavernij: in suikerplantages langs de Afrikaanse kust en later ook op grote schaal in Brazilië. Andere Europese landen nemen dit voorbeeld over.
Brazilianen, Fon en Yoruba, slavenhalers en -handelaars: zij vormden vaak met slavinnen een familie en mengden zo generatieslang hun bloed. Zelfs vrije en teruggekeerde slaven probeerden op hun beurt aan slavenhandel te verdienen.
De slavenhandel begon toen de Afrikaanse vorsten gijzelaars uitleverden aan de Europese handelaren. De Europeanen zagen echter al snel brood in de mensenhandel en vooral de Portugezen zetten een grootschalige slavenhandel op touw.
De bekendste slavenhandel is de trans-Atlantische slavenhandel naar Amerika. De West-Europeanen voerden toen (in de periode 1550-1800) duizenden Afrikanen in slavernij naar Noord en Zuid-Amerika waar ze moesten werken op plantages. De slaven werden gekocht van Afrikaanse stamhoofden.