De visus wordt gemeten door de oogarts of door een optometrist / opticien.Hiervoor gebruikt hij / zij de letterkaart. Iedere letterkaart is gestandaardiseerd voor een bepaalde afstand: 3, 5, of 6 meter. De persoon wordt gevraagd welke letters hij kan lezen van boven naar beneden.
Om de visus te bepalen kan gebruik worden gemaakt van de snellenkaart. Deze kaart is ontwikkeld door de Nederlandse oogarts Herman Snellen. Met deze kaart kan bepaald worden of de visus afwijkt t.o.v. de gemiddelde gezichtsscherpte.
De gezichtsscherpte is de mate waarin wij twee dicht bijeen liggende punten van elkaar kunnen onderscheiden. De bepaling van de visus is het belangrijkste oogonderzoek. Het bepaalt namelijk in welke mate iemand kan zien: zijn zichtsvermogen! Deze visus wordt uitgedrukt in procenten of in een breuk.
Wanneer u met beide ogen kijkt, dan is een gezichtsscherpte van 0,5 vereist. Als één oog niet meer of verminderd werkt, dan dient de visus in het andere oog minstens 0,5 (50%) te zijn. Het gezichtsveld is horizontaal 120 graden en verticaal 40 graden. In het centrale deel van het gezichtsveld mogen geen defecten zijn.
Low vision is een term die verwijst naar een visus van 20/70 of nog slechter, wat niet volledig kan worden gecorrigeerd door een bril of contactlenzen.
Bij een score van 30% (0,3) of minder is iemand officieel slechtziend. Bij een score van minder dan 5% spreken we van blindheid. Wereldwijd vormt glaucoom (waarbij er een verhoogde oogdruk is) een van de belangrijkste oorzaken van slechtziendheid.
Percentage: De gezichtsscherpte kan ook worden uitgedrukt in percentages of decimalen, bijvoorbeeld 80% (0,8), 100% (1,0) of 120% (1,2). In dit systeem betekent 100% of 1,0 het gemiddelde zicht. 200% of 2,0 is de hoogst mogelijke waarde en wijst op een zeer scherp zicht, ver boven het gemiddelde.
Gezichtsscherpte. Sommige ogen zien meer dan normaal, bijvoorbeeld 1.2 (120%) of 1.6 (160%). Een oog dat minder ziet dan normaal ziet bijvoorbeeld 0.8 (80%), 0.6 (60%), 0.5 (50%), 0.4 (40%), 0.3 (30%), 0.2 (20%), 0.1 (10%) of 0,05 (5%). De grootste letter op de letterkaart wordt nog gezien als iemand 0.05 kan zien.
Uw patiënt moet een minimale visus van 0,5 met één of twee ogen hebben om te mogen rijden. Dit mag ook met bril of lenzen zijn. Verder mogen er geen ernstige afwijkingen zijn in het centrale deel van iemands gezichtsveld. Het gezichtsveld van uw patiënt moet horizontaal 120 graden zijn en verticaal 40 graden.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen.
In Europa wordt het gezichtsvermogen in procenten 'visus' uitgedrukt. Iemand met een visie van 1.00 (100%), heeft een normaal gezichtsvermogen.
Oorzaken/Risicofactoren
De belangrijkste zijn: -Aandoeningen van het oog (hoge refractieafwijkingen, strabismus, amblyopie, aangeboren of vroegtijdig cataract, keratoconus, glaucoom, opticusatrofie). -CVI: stoornis in de cerebrale verwerking van de visuele signalen.
Correctie van verziendheid met brillenglazen
Een patiënt met glazen van +6 ziet dus op het netvlies een beeld dat ongeveer 12% groter is dan het beeld van een persoon die niet brildragend is. Bij hoge sterktes kan door de glazen vervorming van het beeld optreden.
Een score van 20/20 voor je oogtest is niet alleen een quotering. Het is een combinatie van cijfers die de gezichtsscherpte aangeven op een afstand van 20 voet ( of 6 meter). 20/20 komt overeen met een normaal zicht. Kortom betekent dit dat men een normaal zicht test vanop een afstand van 20 voet.
Brilsterkte uitleg in + of -
De sterkte van het brillenglas wordt uitgedrukt in een getal met een plus- of een minteken ervoor. Staat er een plusteken, dan ben je verziend. Je hebt je bril nodig voor beter zicht van dichtbij. Staat er een minteken, dan ben je bijziend.
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
De oogarts bepaalt voorafgaand aan de operatie welke sterkte de kunstlens zal moeten hebben. Vaak is de wens om op een sterkte van ongeveer 0 uit te komen (d.w.z. dat er geen bril voor veraf nodig is na de operatie).
Voldoende zink zorgt voor een goede conditie van het oog, helpt het oog scherp te blijven zien en is van belang voor het functioneren van het oog. Zink kan je vinden in rood vlees, schaaldieren, eieren, soja, gevogelte, vis etc. Vitamine B2 speelt een grote rol in de zuurstofvoorziening van het oog.
Slechtziendheid betekent dat iemand minder dan 30 procent ziet of een gezichtsveld heeft dat kleiner is dan 30 graden. Een normaal gezichtsveld is 140 graden. De visuele beperking kan niet worden gecorrigeerd door het dragen van een bril of contactlenzen.
We noemen iemand blind als zijn gezichtsscherpte kleiner dan of gelijk aan 1/20 (één twintigste) is, zelfs met een bril of lenzen. Dit betekent dat als iemand met twee goede ogen een stoel al op twintig meter afstand ziet, iemand met heel slechte ogen dezelfde stoel pas op één meter afstand of minder kan zien.
De ogen blijven zich zelfs zodanig ontwikkelen dat bijna alle mensen op oudere leeftijd een leesbril dragen. Je ogen kunnen dus je hele leven lang achteruit gaan, maar tussen 21 en 40 jaar blijft het zicht vaak stabiel.
De operatie doet geen pijn. Artsen kunnen de staaroperatie ook met een laser doen. Onderzoek heeft laten zien dat dit meestal niet beter is dan een gewone operatie. Na de operatie krijgt u meestal een plastic doorzichtig oogkapje op uw oog.
Adviezen om beter te zien. Een zicht van 10/10 betekent: even goed zien op 10m, als een normale Belg à 40j op 10m ziet. Een zicht van 9/10 (= 0.9), betekent dat iemand op 9 meter ziet, wat die normale Belg op 10 m ziet.
UV-licht kan zeer belastend zijn voor uw ogen – niet alleen op zonnige dagen, ook wanneer het buiten bewolkt is. UV-straling is niet te vermijden. Daarom bevatten zonnebrandmiddelen en veel moisturizers UV-bescherming.