Een kat is van nature gewend om buiten te struinen en te jagen. Buiten vindt ze voldoende prikkels door achter prooien aan te zitten en te bewegen. Ook markeert ze haar territorium met haar luchtjes. Je kunt een kat prima binnenhouden als je de buitenomgeving zo veel mogelijk nabootst.
Zijn binnenkatten zielig? We geven je gelijk antwoord: nee, je kat is niet zielig. Wel zijn er een aantal zaken waarop je wilt letten: Laat je kat als kitten al wennen aan het binnenleven als dit mogelijk is.
U kunt uw kat leren met u in de buurt te gaan wandelen, maar u kunt de looplijn (er zijn diverse looplijn lengtes beschikbaar) ook bevestigen aan een vast punt in de tuin of met een beweegbaar oog of lus aan een (was)lijn die over de lengte of breedte van de tuin is gespannen.
Er is geen minimale leeftijd voor het naar buiten laten van uw kitten, maar houdt er rekening mee dat een jonge kitten nog veel moet leren en ontdekken. Een goede leeftijd om aan te houden is zes maanden, omdat uw kitten op deze leeftijd vaccinaties heeft gehad en gecastreerd is.
Op onbekende plaatsen kan een kat net zo goed verdwalen als mensen. Dichtbij huis onthouden katten waar ze lopen. Net als bij mensen zien ze waar ze zijn, en weten dus zo de weg naar huis. Ook maken ze gebruik van geuren.
Een groep Zweedse onderzoekers (Erikson 2017) heeft het gedrag van katten in reactie op afwezigheid van de eigenaar wél in een thuissituatie bestudeerd. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat katten wel degelijk blij zijn hun eigenaar weer te zien (en misschien zelfs te missen) na een periode van afwezigheid.
Een kat zoekt naar een warmtebron, en als ze die niet in de zon vinden, vinden ze het wel bij jou. Een kat slaapt simpelweg bij jou omdat die je leuk en gezellig vindt, ze voelen zich comfortabel en vallen daardoor gemakkelijk in slaap. Een kat markeert zijn territorium, zodat deze plek vertrouwd aanvoelt.
Katten willen rennen, jagen en vangen. Of dit nu buiten of binnen gebeurt, maakt niet zo veel uit. De 'prooi' kan ook een pluche speeltje zijn.
Een kat kan gerust buiten blijven, maar het is wel gewenst dat hij 's avonds ergens comfortabel weg kan kruipen. Om je kat een beschutte plek te geven kun je overwegen om de garage- of schuurdeur te voorzien van een kattenluik. Zo hoef je de kat niet in huis te nemen, maar kan hij wel naar binnen.
De katten brachten gemiddeld 79 procent van hun tijd buitenshuis door op een afstand van minder dan 50 meter van het huis van hun eigenaar. De gemiddelde maximum afstand voor alle katten was 352 meter.
Voordelen van het binnenhouden van uw kat zijn er ook: Minder gezondheidsrisico's. Een binnenkat heeft een uitstekende kans op een lang leven en een goede lichamelijke gezondheid, zonder de ziekten en gevaren van de buitenwereld. Minder kans op parasieten.
Om te voorkomen dat de kat wegloopt of terugloopt naar de oude woning, is het verstandig om de kat 2 tot 6 weken binnen te houden. Let hierbij wel op het gedrag van de kat tijdens deze weken. Gedraagt de kat zich als vanouds, dan kan de kat eerder naar buiten om te ontdekken.
Antwoord: Bij een kat die goed in z'n vel zit, is het bijna een automatisme om z'n gatje in de lucht te gooien als je 'm aait. Het is een uitnodiging om eens goed aan z'n achterste te snuffelen. Je kan het vergelijken met een mens die met uitgestoken hand op je af loopt om zich voor te stellen.
Binnenshuis krabben aan deurposten, muren en meubels. Sproeien op muren en meubels. Bij jou uit de buurt blijven door zich te verstoppen in de kast of onder het bed. In huishoudens met meerdere katten: vijandigheid met andere katten, denk aan najagen, de weg blokkeren voor elkaar, aanstaren of zelfs vechten.
Een gelukkige kat herkennen aan gedrag
Diep en relaxt slapen. Uitgebreid in de zon slapen of rollen. Jou begroeten wanneer je thuiskomt. Zichzelf, een soortgenootje of jou regelmatig wassen, maar niet te veel; overmatig wassen kan ook wijzen op pijn.
Nee, zegt de wetenschap, het is niet gezond om hond of kat op je bed te laten slapen. De reden is eenvoudig: dieren - en dus ook huisdieren - dragen in hun vacht, onder hun poten en in hun bek bacteriën met zich mee die je flink ziek kunnen maken. Beruchte voorbeelden zijn Q-koorts en vogelgriep.
Uit onderzoek van de Amerikaanse Oregon State University blijkt dat katten wel degelijk van mensen kunnen houden. Voor het onderzoek moesten 38 katten kiezen tussen menselijke aandacht, speeltjes en geuren. De helft van de beestjes koos zonder twijfel voor menselijke aandacht.
Katten kunnen vrij goed tegen de winterkou. In de winter hebben ze een dikkere vacht die een natuurlijke bescherming geeft tegen kou. De meeste katten zullen bij sneeuw en ijs binnen blijven, toch zijn er katten die eropuit trekken.
En net als dieren in het wild hebben katten hun eigen territorium. De omgeving waar je kat het meeste is, het huis en eventueel de tuin, is hem het meest vertrouwd. Daar kent je kat alle plekjes en alle kieren waar hij misschien een muis kan vangen.
Je kat of kitten voor het eerst naar buiten
Zorg dat de kat hongerig is, dus plan de eerste keer vlak voor etenstijd of haal de brokken een tijdje weg. Kies een rustig moment. Laat de kat niet 's avonds voor het eerst naar buiten. Katten zijn schemerjagers en de kans dat ze er dan meteen op uit trekken is groot.
"Overdag ligt hij te spinnen in de vensterbank, maar 's nachts leggen ze makkelijk 3 of 4 kilometer af." Iets wat veel kattenbaasjes volgens de boswachter niet altijd weten. Veel mensen geloven niet dat hun kat op jacht gaat 's nachts. "Dat komt omdat het een kant is die we niet kennen.
Ze zijn territoriaal
Katten hebben niet altijd bij mensen thuis op de bank kunnen chillen; het zijn oorspronkelijk geen huisdieren. Ooit leefden ze buiten en moesten ze hun territorium beschermen. Door op jouw spullen te gaan liggen, claimen ze hun plekje in huis.
Gemiddeld heeft de mens een zichtscherpte van 20/20. De visuele scherpte van een kat fluctueert tussen 20/100 tot 20/200. Ofwel: een kat moet op ongeveer 6 meter van een object zijn om te kunnen zien wat een mens van 30 tot 40 meter afstand kan zien.
Geef 'kattenkusjes' door je ogen zachtjes dicht te doen en probeer zo min mogelijk in de ogen van je kat te kijken. Experimenteer met waar en waarmee ze geaaid wil worden. Ga zelf op de grond zitten of liggen om contact te maken met je kat. Praat tegen je kat in plaats van haar altijd te willen aanraken.