Als u wilt weten of uw ademhalingsproblemen door COPD komen, kunt u uw arts vragen een longfunctietest (spirometrie) uit te voeren om de luchtstroom te meten. De arts zal u vragen of u rookt of hebt gerookt, of u gezond eet en voldoende beweegt.
De longfunctietest kan bij je huisarts worden uitgevoerd, maar ook in het ziekenhuis, of een speciaal laboratorium. Een longfunctietest is een soort blaastest. Deze wordt ook wel spirometrie genoemd. De arts weet door deze test hoe goed je longen werken en of er sprake is van vernauwing van je luchtwegen.
Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u astma heeft. Op een longfoto is dit niet te zien. Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie): hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen.
Risicogroepen: COPD komt vooral vóór boven de leeftijd van 45 jaar. Het komt vaker voor bij mensen met een lage opleiding dan bij mensen met een hoge opleiding. Dit komt grotendeels doordat lager opgeleiden meer roken dan hoger opgeleiden.
De meeste mensen krijgen COPD door jarenlang roken. Maar ook mensen die zelf nooit gerookt hebben kunnen COPD krijgen, bijvoorbeeld door meeroken, luchtvervuiling (waaronder fijn stof), schadelijke stoffen op het werk of een erfelijke ziekte.
Astma uit zich in een chronische hoest, vooral 's nachts, een gevoel van benauwdheid, ademnood en een fluitende adem tijdens inspanningen.
Bij astma heeft u last van benauwdheid, piepend ademen en hoesten. Als u opeens heftige klachten krijgt, noemen we dit een longaanval. De klachten komen bijvoorbeeld door pollen, huisdieren, huisstofmijt, rook, actief bewegen, stress, kou of mist. Als u rookt, is stoppen met roken heel belangrijk.
Meestal zijn de slijmen helder wit of gelig. Gekleurde fluimen en bloed in de fluimen kan wijzen op infectie of andere aandoening en rapporteert u best aan de huisarts. Een veel voorkomende klacht bij COPD is benauwd zijn of het continue gevoel te hebben van een tekort aan lucht. Sommige hebben een piepende ademhaling.
Via verschillende mechanismen zou COPD tot pijn kunnen leiden. Door systemische inflammatie kan neuropathische pijn ontstaan. Maar ook spieratrofie en osteoporose, die vooral bij ernstige COPD een rol spelen, kunnen pijn veroorzaken.
Sommige mensen met COPD hebben extra last van warm weer, of van koud en vochtig weer. Koude en vochtige lucht kan de longen prikkelen. Je kunt je daar op kleden of, in overleg met je arts, je medicijnen meer of minder gebruiken. Lees de tips bij koud weer.
Een gezonde manier van leven en de juiste behandeling kunnen invloed hebben op het verloop van de ziekte en hoe ernstig je klachten zijn. Hoe oud je kunt worden met COPD is daarom moeilijk te zeggen. COPD krijg je meestal na je veertigste jaar en vaak zelfs nog later.
Als je als patiënt je goed aan de beweeg- en leefregels houdt, kan COPD heel lang stabiel blijven. Belangrijk is het zoveel mogelijk voorkomen van eerder genoemde longaanvallen. Dat kan dus dankzij telemonitoring en daarbij hebben wij een longaanval-actieplan ontwikkeld.
Voor mensen met COPD kan het BIPAP-apparaat letterlijk een verademing zijn. 'Waar de CPAP helpt met inademen, ondersteunt de BIPAP bij in- en uitademen. In ons ziekenhuis stellen we het in voor mensen met ernstig COPD om 's nachts thuis te gebruiken. Sommigen gebruiken het ook als ze tussen de middag rusten.
Veel astmapatiënten hebben last van vermoeidheid. Deze nogal vergeten klacht hangt samen met de astmagerelateerde kwaliteit van leven, astmacontrole, kortademigheid, depressie en angst van deze mensen.
Bij iemand met astma zie je, onder de microscoop, aan het slijmvlies van de luchtwegen de volgende symptomen van een chronische ontsteking: het slijmvlies is gezwollen (net als de verstopte neus bij een verkoudheid) en rood; het slijmvlies maakt meer slijm dan normaal waardoor u kunt gaan hoesten.
Als je COPD hebt, heb je lichamelijke klachten. Maar je kunt ook andere klachten hebben, zoals: bang zijn om te stikken. Of heel erg somber zijn over jouw ziekte en nergens meer zin in hebben.
Medicijngebruik. Luchtwegverwijders en ontstekingsremmers zijn de belangrijkste medicijnen bij de behandeling van COPD. Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de spiertjes rondom de luchtwegen verslappen, waardoor de luchtwegen bijna direct verwijden en de kortademigheid vermindert.
Dat ons longweefsel zich in de loop der jaren steeds minder goed herstelt, is op zich normaal. Met het ouder worden, neemt de longfunctie langzaam af. Daar merk je meestal weinig van. Reinoud Gosens: 'Maar bij mensen met COPD gaat dat proces wel twee of drie keer zo snel.
In veel gevallen zullen de longen na 3 maanden weer in staat zijn zich zelf schoon te houden. De longfunctie kan wel tot 30% verbeteren. De al toegebrachte schade aan longblaasjes door ontstekingen en littekenweefsel is blijvend. De kans op longkanker is tien jaar na het stoppen ongeveer gehalveerd.
COPD is een verzamelnaam voor twee chronische aandoeningen, namelijk longemfyseem en bronchitis. Bij COPD werken de longen niet meer volledig, doordat ze constant ontstoken zijn (chronische bronchitis) of omdat er longblaasjes verloren gaan (longemfyseem).
Bij een longaanval worden COPD-klachten ineens erger. Binnen 1 of een paar dagen krijgt u meer last van hoesten, benauwdheid en slijm. Ademen gaat moeilijk. Het is vaak een heftige ervaring voor u.