Spanningsregelaar kapot? Dat merk je snel genoeg, want op moment dat je spanningsregelaar kapot is zal de auto accu niet worden bijgeladen en de dynamo niet worden aangestuurd. Gevolg is dat je auto niet meer start en bepaalde elektrische functies uitvallen.
Dit probleem is vaak te herkennen aan lampjes die snel doorbranden. De 2e mogelijkheid is dat de spanningsregelaar geen stroom meer doorlaat, of erg weinig. Je kan dit merken aan een accu die niet meer bijlaad en dus na verloop van tijd leeg raakt.
De spanningsregelaar doet wat zijn naam doet vermoeden. Hij regelt de spanning. Het zorgt er voor dat onafhankelijk van de snelheid waarmee de motor draait de accu met de juiste spanning geladen wordt en de boordspanning dus netjes +/- 13,8 Volt is.
Zo kunt u de dynamo testen
Zoals gezegd kun je de dynamo doormeten met een multimeter of spanningsmeter. Om te beginnen zet u de motor aan en geeft u gas totdat de 2000 toeren bereikt zijn. Dit is nodig om de spanningsregelaar in werking te zetten die ervoor zorgt dat de dynamo geen al te sterke spanning aanlevert.
Spanningsregelaar defect onderzoeken
Dit doe je door de motor te starten en vervolgens met een volt-meter de spanning te meten op de accupolen. Dit hoort rond de 13,5-14,5V te zijn. Is dit minder (dus 12V is niet goed!) of meer dan 15V, dan is er iets niet goed met het laadcicruit.
Spanningsregelaar: De spanningsregelaar zorgt voor het in- en uitschakelen van het magnetisch veld, door de stroom door de rotor in- en uit te schakelen. De spanningsregelaar zorgt ervoor dat de laadspanning constant blijft (tussen de 13,2 en 14,6 volt). De hoogte van de laadspanning is o.a. toerental afhankelijk.
Een spanningsregelaar is in het algemeen een schakeling, al dan niet elektronisch, die ten doel heeft een aangeboden spanning zo goed mogelijk op een bepaalde waarde constant te houden, onafhankelijk van fluctuaties in de voedingsspanning en de belasting.
Bij een stationair draaiende of in lage toeren draaiende motorfiets moet de multimeter een accu spanning weergeven van 12 -13 volt. Bij hogere toerentallen loopt de spanning op en dient zich bij ongeveer 5000 toeren per minuut te stabiliseren op 13,5 tot 14 volt.
Verbindt de DF en de D- met een draad aan elkaar en sluit een voltmeter aan op D+ en D-/DF. Start de motor en laat deze stationair draaien. De dynamo levert nu een spanning van ± 9 Volt. Bij dit toerental zal de accu dus nooit worden bijgeladen!
Als je je achterkap eraf haalt, moet je een grijs alu blokje zien zitten. Dat alu blokje zijn koelribben en er komen draadjes/stekker uit. Dat is je spanningsregelaar.
Je stelt de multimeter in op ongeveer 20 volt gelijk spanning. Je zet de minkabel (zwarte kabel) van de multimeter op de minpool van de accu en de plus kabel (rode kabel) op de plus van de accu. Buiten de zwarte en rode ring om de accu polen zijn deze ook te herkennen aan het op de accu zichtbaar zijnde + en – teken.
Laat de motor draaien en test de accu nogmaals met de spanningsmeter. Als je nu de spanningsmeter afleest moet het voltage minstens 13 volt zijn. Als het voltage heen en weer gaat tussen 13 en 14,5 volt door gas te geven is de dynamo in goede conditie.
Te lage of te hoge laadspanning
De laadspanning moet altijd tussen de 13,8 en 14,8 volt zitten. Door een te lage of te hoge laadspanning raakt de accu van de auto leeg. Bij een te lage laadspanning laadt de accu tijdens het rijden niet goed op. Een te hoge laadspanning leidt tot het opblazen van de accu.
Meet met een nauwkeurige voltmeter (digitale multimeter) eerst de spanning op de accupolen bij lopende motor en bij verschillende toerentallen. Accu doormeten met een multimeter op de polen. Bij lage toerentallen mag het iets van 13,5 volt zijn en maximaal mag het zo'n 14,4 volt zijn bij hoge toerentallen en lege accu.
Bij een lopende motor zou de spanning gemeten over de plus en de min klemmen van de accu tussen de 13,8 en 14,4 Volt moeten zijn. Wijken deze waarden erg af, dan duidt dat eerder op problemen met de dynamo dan op problemen met de accu. Een volle accu zal een spanning hebben van 12,7 Volt.
Als een dynamo defect is, hoeft u dat niet direct te merken. U kunt namelijk doorrijden met de auto op de stroom die nog in de accu zit, totdat deze helemaal leeg is. Wanneer de onderdelen, die het meeste stroom verbruiken, niet meer goed functioneren, kan dit een signaal zijn dat de dynamo geen stroom meer levert.
De D+ is bedoeld voor het laadstroom contolle lampje. Er komt spanning op als de dynamo stroom levert. Dus prima geschikt om een extra relais te sturen die de hh en start accu koppelt.
Als de dynamo geen stroom meer levert of de accu niet meer bij laadt, kan dat twee oorzaken hebben. Als je geluk hebt, staat de V-snaar of Multiriem, waarmee hij aangedreven wordt te slap of is gebroken. Maar ook de dynamo zelf heeft niet het eeuwige leven. Allerlei bewegende delen in het inwendige kunnen slijten.
Werkingsprincipe. De spanningsregelaar is ingesteld op een bepaalde gewenste spanning Udesired. Bij verhoging of verlaging van één stand van de lastschakelaar verhoogt of verlaagt de spanning met de waarde Ustep. Als bandbreedte B van de regelaar wordt normaal 60% van de stapspanning Ustep genomen.
Een frequentieregelaar of frequentieomvormer of kortweg drive in het jargon is een elektronische vermogensschakeling die in staat is de frequentie van een aangeboden voeding te veranderen terwijl de spanning mee varieert zodat het koppel behouden blijft.
Dynamo auto maakt gek geluid
Wanneer één van deze onderdelen afbreekt of versleten raakt, kunt u dit vaak horen als een 'vreemd geluid vanonder de motorkap'. Dit klinkt dan als een soort knarsen of schurend geluid en is meestal het gevolg vaneen versleten lager of de multiriem die niet lekker zit.
Kapotte accu symptomen
Rode dashboardlampje accu brand. Piepende geluiden die onder de motorkap vandaan komen. De startmotor draait minder snel rond wanneer u de motor probeert te starten, tevens zal de motor minder snel aanslaan.