Adolescenten met BPS hebben last van sterk wisselende en heftige emoties, soms afgewisseld met periodes van leegte of depersonalisatie. Ook kunnen ze intense verlatingsangst hebben en op grond hiervan zich vastklampen aan anderen, intense relaties aangaan, maar die dan ook weer plotseling verbreken.
Daarbij ontstaat borderline vaak in de leeftijd van 17 tot 25 jaar. Heftige emoties en snelle veranderingen passen bij die levensfase. De link met borderline wordt dan niet meteen gelegd.
Mensen met borderline hebben vaak weinig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld. Ze zijn buitengewoon gevoelig voor opmerkingen die ze als kritiek ervaren. Ze twijfelen constant over wat ze zullen aanpakken en wat ze met hun leven willen. Mensen met borderline kunnen momenten van vervreemding hebben.
Symptomen borderline
Een patroon van instabiele relaties, waarbij je de ander of jezelf overmatig idealiseert of kleineert. Een duidelijk en aanhoudend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel. Impulsief gedrag op minimaal twee potentieel schadelijke gebieden (geld, seks, middelen, rijgedrag, eten).
Als je met iemand met borderline probeert te praten; vertel dan je verhaal in ik-vorm en betrek het verhaal op jezelf om te voorkomen dat je in een verwijtende sfeer komt. Probeer discussie te voorkomen. Als dat niet lukt, stap er dan zelf uit en benoem dit ook. Laat iemand zelf fouten maken en de verantwoording nemen.
Voor het eerst is wetenschappelijk aangetoond dat een borderinestoornis succesvol te behandelen is en dat mensen er zelfs van kunnen genezen. Van de borderliners die gedurende drie jaar twee maal per week Schema Focused Therapy kregen, herstelde 52% volledig.
Mensen met borderline zijn vaak vrolijk en spontaan en kunnen ook nog eens heel charmant zijn. Meestal zijn mensen met deze stoornis intelligenter dan je denkt. Heb je een relatie met iemand met borderline of ben je zelf een borderliner met een relatie, dan vliegen de vonken ervan af.
Mensen met een persoonlijkheidsstoornis uit het cluster B zijn vaak impulsief en vinden het moeilijk om met hun emoties om te gaan. Tot dit cluster horen 4 typen: de borderline, theatrale, antisociale en narcistische persoonlijkheidsstoornis.
Borderline wordt veroorzaakt door een combinatie van biologische, psychische en sociale factoren. De belangrijkste biologische factor is aanleg. Impulsief gedrag, heftige emoties en stemmingswisselingen kunnen in aanleg aanwezig zijn. Dit heeft te maken met de verwerking van prikkels in de hersenen.
“Mensen met borderline hebben geen vertrouwen in anderen, en evenmin in henzelf. Ze zijn heel slecht in 'mentaliseren': nadenken over gevoelens, overtuigingen en gedachten. Overtuigingen zijn bij hen daardoor heel rigide.
Deze onvoorspelbare stemmingswisselingen duren vaak een paar uur en bijna nooit langer dan een paar dagen. Iemand met Borderline reageert vaak impulsief en dat kan leiden tot negatieve gevolgen zoals geldverspilling, alcohol- en drugsmisbruik, instabiele (seksuele) contacten of eetbuien.
Patiënten met een Borderline Personality disorder (BPD) hebben vaak moeite met het uitvoeren van dagelijkse taken in stressvolle situaties, bijvoorbeeld nieuwe informatie te onthouden of oude informatie te herinneren, in het bijzonder als zij dissociatie ervaren.
Jongeren met een persoonlijkheidsstoornis kenmerken zich door een star patroon in denken, voelen en handelen. Dit kunnen gedachtes zijn over zichzelf of over anderen. Ze voelen heel intens of ervaren juist geen gevoel te hebben. Vaak hebben ze problemen in de omgang met anderen.
Er is niet één soort borderline: de ernst en impact kunnen erg verschillen per persoon. Bij een milde vorm van borderline heb je wel last van angst en twijfels over jezelf, maar lukt het je vaak ook om goed te functioneren. Voor mensen met een zwaardere vorm van borderline is dit een stuk moeilijker.
Hoe sterk en hoe vaak dat wisselt, hangt af van hoe erg u er last van heeft. Net als bij andere stoornissen zijn er mensen met een milde of met een ernstige vorm. Gelukkig gaat het met de meeste patiënten na een tijd veel beter. Mensen leren beter met hun beperkingen om te gaan.
Bij mensen met autisme ontstaat het zwart-wit denken vanuit hun enorme behoefte aan duidelijkheid. Zij willen graag weten wat er wanneer gaat gebeuren en hebben weinig op met veranderingen. Iemand met borderline daarentegen vindt het juist leuk zich in nieuwe dingen te storten. Hoe meer prikkels, hoe beter.
Een bipolaire stoornis heeft veel weg van een borderline stoornis, maar de twee persoonlijkheidsstoornis zijn wel verschillend. Een van de grootste verschillen is dat bij een bipolaire stoornis de stemmingsveranderingen een stuk langer duren (weken tot maanden) dan bij een borderline stoornis (uren tot dagen).
Complimenten en kritiek
Het zelfconcept zou dan ook op de korte termijn verstevigd kunnen worden met levendige positieve herinneringen. Personen met een borderline persoonlijkheidsstoornis lijken echter weinig afstand te ervaren tot kritiek en veel afstand tot complimenten en positieve herinneringen.
Er is geen speciaal geneesmiddel tegen borderline. Vaak krijg je medicijnen voor andere stoornissen. Die werken tegen sommige symptomen van borderline. Denk aan antipsychotica en antidepressiva.
Zeker wanneer ze boos zijn kunnen ze impulsief dingen zeggen en doen waar ze korte tijd later al weer spijt van hebben en waarvoor ze zichzelf vreselijk op de kop kunnen geven. Ook daarin zijn ze vaak grenzeloos. De borderliner heeft een neiging tot zelfbeschadiging en dreigt vaak met zelfmoord.
Hoe komt het? Met borderline word je geboren. Het openbaart zich vaak tijdens de pubertijd. Ook een nare ervaring kan zorgen dat een borderline stoornis problemen geeft.
Niemand heeft bij zijn of haar geboorte al borderline. Het is een persoonlijkheidsstoornis waar je aanleg voor kunt hebben. Als er in je familie veel borderline voorkomt, dan heb je een grotere kans op borderline. Borderline kunnen we niet strikt erfelijk noemen: het is niet direct overdraagbaar van ouder op kind.
Empathie-test
Mensen met borderline kunnen met beide moeite hebben – in elk geval slagen ze er niet in om op anderen te reageren met een passende emotie, en daarnaast hebben ze mogelijk ook moeite met het goed aflezen van intenties en emoties van de gezichten van anderen.