De taaltest van WEP geeft je een duidelijk idee van je niveau en kennis van de vreemde taal in kwestie. Op het einde van de test krijg je meteen het resultaat. We maken gebruik van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) om je resultaat te bepalen.
Taalniveau B2 (gevorderd)
Ben je bekend met het onderwerp? Dan kan je meedoen aan een discussie en je standpunten duidelijk maken. Je begrijpt de kern van moeilijke teksten en kan zelf ook gedetailleerde teksten schrijven en spreken.
2 (volledig C1-niveau). Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenteren reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen.
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.
Voor het vak Nederlands in het Nederlandse onderwijs gelden de referentieniveaus taal (1F, 2F, 3F en 4F). Niveau 2F geldt als eindniveau voor de opleidingen op niveau mbo-2 en -3. Het niveau B1 van ERK/CEFR is sterk vergelijkbaar met niveau 2F. Niveau 3F geldt als eindniveau voor havo en mbo-4.
Taalniveau C2
Beheersing – kan zonder moeite alles begrijpen wat hij/zij hoort of leest en kan zichzelf spontaan, zeer vloeiend, precies en genuanceerd uitdrukken, ook in meer complexe situaties.
De voornaamste gedachten binnen een complexe tekst begrijpen over zowel concrete als abstractere onderwerpen, waaronder technische discussies binnen zijn/haar vakgebied. Vloeiend communiceren met een dusdanige spontaniteit, wat algemene interactie met native sprekers van het Engels mogelijk maakt, zonder spanning.
Studiebelasting: 108 lesuren en 108 uren zelfstudie. Per week: 6 lesuren (3*2) en 6 tot 9 uren zelfstudie.
Als je teksten schrijft op B1-niveau, is de eerste en gemakkelijkste manier om dat te doen: moeilijke woorden vermijden. Woorden met meer dan 3 lettergrepen, woorden met een abstracte betekenis en jargon (of vaktaal) zijn lastig te begrijpen voor een taalgebruiker op B1-niveau.
3F Luisteren
De tekst heeft een complex onderwerp (met een hoger abstractieniveau) met meerdere dilemma's en meningen. De tekst bevat concreet taalgebruik, met een enkel 'moeilijk' woord dat wordt uitgelegd of uit de tekst te herleiden is.
Taalniveau vmbo
In het vmbo wordt je kennis van de Nederlandse taal getoetst op niveau 2F.
Hoe kun je aantonen dat je aan de 3F taaleis voldoet, als je beschikt over een buitenlands diploma dat is gelijkgesteld aan niveau havo/vhbo/vwo/mbo4/ad/hbo/uni versitair? In beide gevallen: Het taalniveau Nederlands moet worden aangetoond door een taaltoets.
A2 wordt gezien als het basisniveau dat je eigenlijk nodig hebt om goed te kunnen functioneren in het dagelijks leven, en niveau A1 is een tussenstapje op weg daar naartoe. Als je niveau A2 hebt bereikt, kun je je met het Nederlands in eenvoudige, alledaagse situaties redden.
Taalniveau B1 is begrijpelijk voor bijna iedereen
Een tekst op taalniveau B1 begrijpt bijna iedereen (zo'n 95% van de bevolking). Ook mensen die geen hoge opleiding hebben gehad en voor hun werk nooit hoeven te lezen.
basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Voor de functie van Administratief Medewerker word je verloond op C-niveau (C1-C3). Dit geldt voor medewerkers met een diploma Hoger Secundair Onderwijs, maar evengoed voor medewerkers met een Bachelor- of Masterdiploma die als Administratief Medewerker worden aangesteld.
Het vwo-eindniveau voor Engels, Frans, Duits en Spaans gaat uit van B2-niveau.
Schrijven op B1-niveau betekent dat je tekst een eenvoudig taalniveau heeft. Taal die bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen in Nederland kent. Dat betekent dus dat ook bijna iedereen jouw boodschap kan begrijpen. En dat wil je!
Op het cv geef je bij het onderdeel “Talen” of “Talenkennis” per taal aan wat je niveau is. Gebruik daarbij de volgende niveaus: moedertaal, vloeiend (uitstekend), goed, redelijk (voldoende). Gebruik in elk geval nooit woorden als zwak en slecht.
Het niveau 2F is het niveau dat minimaal gehaald moet worden voor een mbo- studie. Een volwassene met een taalniveau onder 2F is laaggeletterd. Dit is de doelgroep die Stichting Lezen & Schrijven helpt. Het niveau B1 is het niveau dat minimaal gehaald moet worden voor het Staatsexamen NT2 en/of voor een mbo- studie.
Nederlands referentiekader van taalniveaus
Niveau 1F: "basisgebruiker", basisonderwijs. Niveau 2F: "onafhankelijke gebruiker", VMBO, MBO-1, MBO-2 en MBO-3. Niveau 3F: "onafhankelijke gebruiker", HAVO en MBO-4. Niveau 4F: "vaardige gebruiker", VWO.
Mensen met taalniveau B2 kunnen artikelen en verslagen over hun eigen interesse- en vakgebieden begrijpen. Hetzelfde geldt voor teksten over eigentijdse problemen. Ook literair proza begrijpen deze lezers meestal wel, zolang het eigentijds is.
niveau 3F: niveau dat leerlingen na afronding van HAVO of MBO-4 bereikt moeten hebben. niveau 3S: niveau voor vwo-leerlingen die bij rekenen meer aankunnen dan 3F. niveau 4F: niveau dat leerlingen na afronding van het VWO bereikt moeten hebben. niveau 4S: niveau voor vwo-leerlingen die bij taal meer aankunnen dan 4F.
Oude terminologie, jaren geleden gereserveerd voor diegenen die een TSO-diploma hadden behaald in avondonderwijs. Hij is al lang in onbruik geraakt. Nu heeft men het gewoon over 'secundair onderwijs'.